VAB-Magazine november-december 2019

COLUMN

Wat moet je denken als je blijgezind de tram opstapt en een klein meisje spontaan rechtstaat om je haar plaats aan te bieden?

OUD WORDEN IN HET VERKEER

I k geef het toe, ik heb heimwee naar mijn jeugd. Het leek gemakkelijker toen. En neen, dit wordt niet zomaar een klaagzang van een oude vent die het allemaal niet meer kan volgen. Integendeel. Maar soms word je op een ongemakkelijke en on- gelukkige manier geconfronteerd met je leeftijd, zonder dat je daar vrolijk van wordt. Wat moet je immers denken als je blijgezind de tram opstapt, op weg naar het station, en een klein meisje spontaan rechtstaat om je haar plaats aan te bieden? In haar ogen ben ik een oude man, een opa – wat ik echt nog niet ben! – en je kunt met geen mogelijkheid kwaad

blutst was, was mijn ego. En ik had een scheur in mijn jeans. Als jonge mensen vallen met hun ets, dan wordt er enkel gemompeld ‘hij was waar- schijnlijk bezig met zijn gsm’, en op veel sympa- thie moeten ze niet rekenen. Maar het laatste was het pijnlijkste. U weet of weet niet, dat ik een voorliefde heb voor oude Saab cabriolets. U weet allicht ook al dat ik licht verstrooid ben als ik rijd. Ja, mijn gsm staat in automodus, en ja ik respecteer de verkeersregels scrupuleus, maar ik kan het niet helpen dat ik tijdens het rijden heel dikwijls mijn ge- dachten laat afdwalen naar creatie-

zijn op het kind. Zij kan er niet aan doen dat ik een hopeloze strijd tegen het verval ben aangegaan, in een pathe- tische poging om ‘er nog

vere oorden dan het mij omrin- gende verkeer. Dat resulteert al eens in ruitenwissers die enthousiast blijven pie- pen op droge ruiten of richtingaanwijzers die gedurende kilometers onverstoorbaar blijven knipperen. Ik laat de hectiek van het moderne ‘tetrisrijden’ graag aanmij voorbijgaan en blijf meest- al consequent rechts rijden, tenzij om een keertje in te ha- len. Mijn verstrooidheid blijft op dat vlak dus voor erg beperkte hin-

bij te horen’. Ik hoor er wel nog bij, alleen niet bij datgene wat ik zou willen. Of hoe moet je reage-

ren als je met je ets over het etspad rijdt en een borduurtje mist, waardoor je hard en ongenadig tegen de plavuizen kwakt. Onmiddellijk stonden er zes mensen omme heen, die allemaal bezorgd waren en me met alle geweld in een ambulance wilden parkeren, of minstens een halfuur laten bekomen op een stoel tegen een gevel. Met een glaasje water dat ze ongetwijfeld in mijn beverige handen wilden zien. Ik weet wat ze denken. Zo een oude vent met een gebroken heup, dat gaat de kosten in de zie- kenzorg nogal de lucht in jagen, en daar betalen we allemaal voor. Dus we gaan ervoor zorgen dat er geen complicaties komen. Het enige wat er ge-

der zorgen. Behalve die zomerse middag. Ik reed ‘open’ op een erg rustige tweevaksbaan, waar verder niets te zien of te doen was. Mijn pinklichtjes moeten kennelijk al een tijdje naar rechts geknipperd heb- ben, want plots werd ik ingehaald door een andere cabrio, waarin twee jonge kerels zaten die me en- thousiast toeriepen ‘Ge zijt er bekanst bompa, dan kunde parkeren, hier gaat dat nog niet!’. Etterbakjes! Met hun groot gelijk… Ik wil mijn jeugd terug.

Guido Everaert

Zelfverklaard

mobiliteitsexpert

vanop de zijberm.

57

NOVEMBER-DECEMBER 2019 RIJDEN

Made with FlippingBook - Online catalogs