20240621 RaadvanAdvies AnnualReport

JAARVERSLAG 2023 RAAD VAN ADVIES CURAÇAO

INHOUDSOPGAVE

1

01 02

INHOUDSOPGAVE Voorwoord I.

De reikwijdte van de zorgplicht van de overheid, Overheidssteun aan het Curaçaose bedrijfsleven

04 24 25 26 26 28 29 30 31 32 32 33 34 35 35 38 38 42 42 46 47 48 48 49 54 56 57 57

II. De bedrijfsvoering van de Raad 1. Visie, missie en kernwaarden 2. De samenstelling 3. Het ontslag, de benoeming en de herbenoeming van de leden 4. Ontwikkelingen rondom het lidmaatschap 5. De werkzaamheden 6. Nieuwe website 7. Externe contacten 8. De taak en samenstelling van het secretariaat 9. De benoeming van een plaatsvervangend secretaris 10. De werkzaamheden van het secretariaat III. De 'produce' van de Raad in het jaar 2023 1. In- en uitstroom 2. Behandeling 3. Vastgestelde gemiddelde adviestermijn 4. Verzoeken om spoedadvies 5. Vaststelling van adviezen buiten een vergadering 6. Dicta in 2023 IV. Adviezen over de implementae en naleving van internaonale normen in Curaçao 1. Inleiding 2. De uitdagingen voor Curaçao 3. Het ontwerp-Lok 4. Het ontwerp luchtkwaliteitseisen 5. Conclusie en aanbevelingen

Algemene informae over de Raad 1. Informae over uitgebrachte adviezen 2. Algemene informae over de Raad

V.

58

Bijlage Nevenfunces en -werkzaamheden van de leden van de Raad in 2023

Mevrouw mr. Liza Dindial

VOORWOORD

Het is mij opnieuw een groot genoegen u het jaarverslag van de Raad van Advies aan te bieden. Met dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over onze werkzaamheden gedurende het jaar 2023. In dat kader vindt u de vaste rubrieken over de bedrijfsvoering en de produce van de Raad, algemene informae over de Raad en een diepgaande beschouwing over de adviezen met betrekking tot de implementae en naleving van internaonale normen op Curaçao. Het jaar 2023 kan worden gezien als een 'normaal' jaar na de crisisjaren jdens en vlak na de Covid-19- pandemie. Maar dat betekent niet dat er niets bijzonders is gebeurd gedurende dat jaar. Zowel extern als intern binnen de Raad van Advies hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan.

Het ledenaantal van de Raad is nu (opnieuw) gebracht tot het weelijke maximum van negen personen. De Raad bestaat niet alleen uit juristen, maar omvat ook experse op financieel- economisch gebied en aangelegenheden betreffende het openbaar bestuur. Het is belangrijk dat vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd.

Intern hee de Raad zijn visie en missie voor zijn werkzaamheden vastgesteld en zijn kernwaarden die ten grondslag liggen aan zijn manier van werken en handelen bepaald. Hiermee is het kader bepaald waarbinnen wij ons werk verrichten en waaraan wij ons telkens weer moeten spiegelen. Dit hee ook geleid tot verbetering en aanscherping van ons beleid en ambie.

3

Het is mede daarom van belang dat de Raad behoudt wat hij nu hee: diversiteit in de samenstelling. De leden werken of hebben gewerkt in verschillende funces in zowel de publieke als de private sector. De verhoging van de weelijke maximumleeijdsgrens voor leden van de Raad is een effecef instrument om de benodigde specifieke deskundigheid en experse te behouden. Een wetsvoorstel tot verhoging van de maximale leeijd van de leden, die nu weelijk is vastgesteld op 70 jaar, is in voorbereiding. De verwachng is dat de regering op korte termijn dit wetsvoorstel aan de Staten zal aanbieden. De benoemingstermijn van drie leden is verlengd en twee leden zijn op eigen verzoek c.q. wegens het bereiken van de maximumleeijd vervangen. Wat termijnverlenging betre, kent de wet geen maximale duur van het lidmaatschap van de Raad van Advies, maar uit overwegingen van goed bestuur hee de Raad, ten aanzien van zijn bevoegdheid tot het doen van een aanbeveling aan de minister van Algemene Zaken voor herbenoeming van een lid, als beleidslijn vastgesteld dat een lid niet langer dan drie termijnen van vijf jaar (dus maximaal 15 jaar) kan aanblijven. Door de inbreng van nieuwe leden wordt tunnelvisie voorkomen en wordt de advisering scherp gehouden. Ook zijn de interne gedragsregels aangescherpt, waaronder de omgang met sociale media. Binnen het secretariaat is ook voldaan aan de weelijke verplichng om een plaatsvervangend secretaris te hebben. Extern hebben zich in het jaar 2023 belangrijke gebeurtenissen voorgedaan met juridische consequenes waarover de Raad advies hee moeten uitbrengen. Grote juridische onderwerpen waren onder meer de vastlegging van normen in de Hinderverordening Curaçao 1994 om in overeenstemming met gerechtelijke uitspraken de kaders vast te stellen waaraan degene die een milieubelastende acviteit wil verrichten, moet voldoen. Ook de nieuwe wetgeving op het gebied van kansspelen, in gewone taal gokken genoemd, waarbij onder andere nieuwe regels worden gesteld ter vervanging van de Landsverordening buitengaatse hazardspelen (online gokken), vormt een belangrijke stap in de modernisering van diverse kansspelen die in of vanuit Curaçao worden aangeboden. De Raad hee hierover een gedegen advies uitgebracht en zelfs naderhand nog een ongevraagd advies. Ook moet worden gedacht aan de (juridische) oplossingen voor de Girobank en het Ennia-debacle, met financiële gevolgen voor de maatschappij. De Raad hee in het kader van de begrongsadvisering zijdelings hierover geadviseerd. In dit kader vroeg de Raad zich af wat de grenzen zijn aan de invulling van onze verzorgingsstaat. Wanneer moet de overheid in het publiek belang bij mogelijke private rampen ingrijpen om erger te voorkomen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, al was het maar om een maatschappelijke discussie hierover uit te lokken, hee de Raad besloten de econoom Rob van den Bergh te vragen à tre personnel een essay over dit thema voor dit jaarverslag te schrijven, geteld: 'De reikwijdte van de zorgplicht van de overheid; overheidssteun aan het Curaçaose bedrijfsleven'. Rest mij niets anders dan mijn mederaadsleden en het personeel van het secretariaat opnieuw te bedanken voor hun meer dan grote inzet om zorg te dragen voor goede, duidelijke en bruikbare adviezen over ontwerpen van wet- en regelgeving.

Mevrouw mr. Liza Dindial Ondervoorzier van de Raad van Advies

Drs. R.O.B van den Bergh

I

DE REIKWIJDTE VAN DE ZORGPLICHT VAN DE OVERHEID Overheidssteun aan het Curaçaose bedrijfsleven

1. Inleiding Het bevorderen van werkgelegenheid, bestaanszekerheid, spreiding van welvaart en het welzijn van de bevolking van Curaçao zijn zaken waar de overheid van het land Curaçao zich mee bezig houdt. Een interessante vraag die zich opwerpt is in het geval de private sector niet levert wat het geacht wordt te doen, of de overheid dan moet inspringen? Waar wel en waar niet, welke inspanning wordt er van de overheid verwacht, tegen welke voorwaarden en met welke garanes op succes. Voorbeelden van overheidssteun aan InselAir, Girobank N.V. (Girobank) en ENNIA Caribe Leven N.V. (ENNIA) hebben de discussie gevoed of dit zaken zijn waar de overheid een zorgplicht hee jegens haar burgers en bedrijven, of juist niet.

5

Zorgplicht en -intene van de overheid De grondrechten, ofwel mensenrechten, zijn op twee niveaus gewaarborgd in Curaçao. Deze rechten zijn verankerd in de mensenrechtenverdragen waar het gehele Koninkrijk parj bij is, evenals in de Staatsregeling van Curaçao. De Staatsregeling vormt de juridische basis van onze rechtsstaat en omvat zowel klassieke als sociale grondrechten. Klassieke grondrechten waarborgen individuele vrijheden en beschermen tegen overheidsoptreden, zoals vrijheid van meningsuing, godsdienst en onderwijs. Sociale grondrechten benadrukken daarentegen de verantwoordelijkheid van de overheid om het welzijn en de sociale belangen van individuen te bevorderen. De overheid hee de plicht om te zorgen voor terreinen als vrije toegang tot onderwijs, voldoende werkgelegenheid, bestaanszekerheid, spreiding van welvaart, bescherming van natuur, bevordering van volksgezondheid en een gezond gezinsleven. Hoewel burgers in principe geen direct beroep op sociale grondrechten kunnen doen voor de naonale rechter, kan het niet- handelen van de wetgever leiden tot schade die vergoed moet worden. Daarnaast kan een persoon wel een beroep doen op sociale grondrechten als door parlement, regering en/of minister via wet- en regelgeving hier nader invulling aan gegeven wordt. In dit essay . . . . De bemoeienis van het land Curaçao op sociaal-economisch gebied is niet vast ingekaderd. De grenzen hiervan kunnen worden verlegd; de wetgever kan deze inmenging groter maar ook kleiner maken. De tendens op dit moment is een verder uitdijende invloed van de overheid, een toename van de bemoeienis met het dagelijks leven van de burger en een grotere verwevenheid met het bedrijfsleven. Dat roept de vraag op: tot hoever gaat de overheidszorg? De zorgplicht en -intene die de samenleving zichzelf hee opgelegd via wet- en regelgeving behoren te resulteren in de produce van goederen en diensten door de publieke én de private sector in het belang van het welzijn van de Curaçaose samenleving. In dit essay worden de klassieke grondrechten verder buiten beschouwing gelaten en wordt slgestaan bij de nadere invulling die aan de sociale grondrechten wordt gegeven. In het bijzonder wordt ingegaan op de vraag of de zorg voor het bedrijfsleven daar onderdeel van behoort te zijn, en zo ja, wanneer dit het geval moet zijn. Een (maatschappelijke) discussie over dit vraagstuk is niet echt gevoerd in Curaçao, terwijl in de afgelopen jaren wel grote bedragen aan overheidssteun richng bedrijven in de parculiere sector zijn gevloeid. Hoofdstuk 2 gaat over de redenen waarom de overheid een zorgplicht of -intene zou moeten hebben. Het betre evenwel niet louter financiële ondersteuning, ook wet- en regelgeving alsmede hoe het toezicht en handhaving daarop geregeld is, vormen evenzeer een uiterst belangrijk onderdeel van de zorgfunce van de overheid voor de parculiere sector. Daarover gaan de hoofdstukken 3 en 4: regulering van de zorg en toezicht en handhaving op die geleverde zorg. In hoofdstuk 5 komt de financiële steun van het land Curaçao aan het bedrijfsleven, sectoren en individuele bedrijven aan de orde. Voorbeelden van overheidssteun naar aanleiding van de coronacrisis, aan InselAir, de Girobank en ENNIA worden hier besproken. Vervolgens wordt in het slothoofdstuk aangegeven wat geleerd kan worden van de overheidssteun zoals die de afgelopen jd is gegeven en worden verbeterpunten geponeerd.

6

2. Overheidszorg via steun aan bedrijven De vraag hoever de zorgplicht van de overheid reikt om een sector of bedrijf te ondersteunen is aankelijk van de maatschappelijke impact, de economische context, de financiële capaciteit van de overheid en vaak ook specifieke omstandigheden, zoals de levensvatbaarheid van de sector of het bedrijf. De argumenten waarom de overheid vindt dat ze een plicht hee om in bepaalde sectoren en/of bij bedrijven te interveniëren zijn grotendeels universeel. De meest gebruikte argumenten/criteria om overheidssteun te verlenen gaan over:

Werkgelegenheid en bestaanszekerheid

Wanneer een sector of bedrijf belangrijk is voor de economie van een land in termen van werkgelegenheid, bestaanszekerheid voor gezinnen, deviezengenerae en belasng- en sociale premie-inkomsten, kan de overheid genegen zijn om in te grijpen om zodoende ernsge negaeve gevolgen te voorkomen.

Systeemrelevane

In geval het bedrijf of de sector van groot belang is voor het funconeren van de economie doordat het een belangrijke schakel is in de produceketen, belangrijk voor toeleveranciers die ervan aankelijk zijn, etc. en het wegvallen daarvan mogelijk ontwrichtende effecten kan hebben.

Maatschappelijke impact

Bij het ontstaan van negaeve maatschappelijke effecten, zoals aantasng van het milieu, gezondheidsrisico’s en mensonwaardige arbeidsomstandigheden. Indien een sector te weinig posieve maatschappelijke effecten genereert, zoals bij energietransie.

Financiële stabiliteit

Financiële stabiliteit in een land, denk aan de bank- en verzekeringssector, is een essenële voorwaarde voor een land om lokaal en internaonaal te kunnen (blijven) funconeren en waarbij falen grote negaeve economische effecten met zich mee kan brengen.

7

Markalen

Bij monopoloïde, oligopolische markten en informae-asymmetrie waardoor eerlijke concurrene ontbreekt ten nadele van consument en welvaart.

Beleidsprioriteiten/ beleidsdoelstellingen

Wanneer een overheid in haar beleid prioriteit gee aan bijvoorbeeld strategische sectoren, innovae en energietransie.

Beschikbare financiële middelen

Eventuele steun valt binnen de financiële, budgeaire mogelijkheden van de overheid en voldoet aan (internaonale) weelijke regels.

Overige argumenten

- Er wordt rekening gehouden met belangenorganisaes (vakbonden, invloedrijke zakenlieden) voor wat de steun van de overheid betre. - Naonale trots van het land kan een rol spelen bij het toekennen van steun of leiden tot naonalisae. - (Parj)polieke en belangen van bestuurders.

Daar waar de overheid mede zorg draagt voor sectoren of bedrijven wordt doorgaans een combinae van argumenten gebruikt om de zorginspanning (of beter: overheidssteun of - intervene) te verantwoorden. De zorg is vaak reacef; er wordt gereageerd als iets is gebeurd, zoals steun aan bedrijven in financiële problemen. Zorg kan ook proacef zijn, anciperend op toekomsge trends en opportunies, bijvoorbeeld gericht op de energietransie dan wel trachten problemen bij het bedrijfsleven te voorkomen, zoals via mededingingswetgeving, veiligheidsinspece of solvabiliteits- en liquiditeitsregels voor commerciële banken en verzekeringsmaatschappijen.

8

Ten jde van een naonale crisis - zoals bij een (dreiging van) oorlog, een natuurramp of een pandemie - komen veel van de bovengenoemde argumenten samen en vormen gezamenlijk de reden voor de overheid om de bandbreedte van haar zorgplicht te verbreden. Het meest duidelijke voorbeeld in deze is de recente Covid-pandemie, waarbij wereldwijd overheden met een scala van intervenes, zowel financieel als niet-financieel, bedrijven beschermden tegen een onontkoombaar faillissement, verlies van banen en burgers tegen armoede. Ook de Curaçaose overheid greep in jdens de Covid-19 pandemie. Overheidszorg via regulering De invloed van de overheid op de private sector is (sterk) voelbaar. Via het vaststellen van prijzen, het reguleren van toegang tot markten, het verlenen van vergunningen en via het verstrekken van financiële steun en fiscale incenves is de overheid in staat om markten op Curaçao te beïnvloeden en te sturen. Hieronder volgen enkele voorbeelden. 3. • Via de Prijzenverordening (P.B. 1961, no. 117) kan de overheid op basis van het zeer ruim op te rekken begrip 'algemeen belang', prijzen en tarieven vaststellen. Zo worden de prijzen van water, elektra, gas, openbaar vervoer, benzine en een mandje van basis goederen (makatu basico Curaçao) door de overheid bepaald. • In sommige gevallen stelt de overheid via een landsverordening of landsbesluit, houdende algemene maatregelen, het tarief vast, bijvoorbeeld bij afvalstoffenheffing - ter dekking van de kosten van Selikor N.V. - en de airport facility charge (departure tax). • De overheid reguleert het aanbod via het vaststellen van het maximaal aantal taxi's, kleine bussen, tourbusbedrijven en hee moratoria vastgesteld voor het aantal benzinepompen, boka's, toko's en supermarkten op het eiland. • Lokaal geproduceerde land- en tuinbouwproducten worden beschermd via een importverbod, voor zover de lokale produce in de vraag kan voorzien. • Voor bepaalde economische acviteiten is een concessie verplicht, zoals bij het aanleggen en exploiteren van zee- of luchthaven, telefonie, produce en distribue van elektra, water, gas en landfills. 4 6 5 2 3

1

1

Voor de juristen interessant: ECLI:NL:OGEAC:2022:300; uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 31-10-2022 (Zaaknummer CUR202203425 en CUR202203424): Ministeriële regeling 'makutu básiko' ter vaststelling maximumprijzen producten basismand. Verbod aan het Land om uitvoering te geven aan deze regeling. De totstandkoming van de regeling is in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De afvalstoffenbelasng en reinigingsrechten is een belasng welke weelijk wordt opgelegd aan gezins- en bedrijfshuishoudens. De tarieven worden door de overheid vastgesteld (Zie A.B. 1995, no. 48). De bedragen van de passagiersfaciliteitengelden zijn laatstelijk vastgesteld bij Ministeriële regeling met algemene werking van de 21ste september 2023 ter uitvoering van arkel 3 van de Landsverordening Passagiersfaciliteitengelden (Ministeriële regeling passagiersfaciliteitengelden 2024)(P.B. 2023, no. 114). A.B. 1969, no. 23 Eilandsverordening Personenvervoer, zoals gewijzigd bij A.B. 1991, no. 33. Persbureau Curaçao, 6 juli 2015 ( ) hps://knipselkrant-Curacao.com/pbc-geen-nieuwe-benzinepompen-op-Curacao Curaçao Nu, 14 oktober 2022 (hps://Curacao.nu/voorlopig-geen-vergunningen-voor-nieuwe-tokos-en- supermarkten-op-Curacao). 4 5 6 2 3

9

• Op fiscaal gebied is geregeld, naast een aantal generieke regels die voor alle bedrijven gelden, dat een investeerder die voor meer dan NAf 5 miljoen investeert, recht hee op een zogenaamde tax holiday. In deze gee de overheid in haar economisch beleid duidelijk prioriteit aan het grootbedrijf boven het midden- en kleinbedrijf. Bovengenoemde voorbeelden geven een indicae van de overheidsregulering. Opvallend is dat veel van deze wet- en regelgeving hun oorsprong vinden in de jaren zesg tot tachg. In de jaren 1980 en 1990 volgde wereldwijd de periode van deregulering en privasering geïnspireerd door neoliberale ideologieën. Dit was de periode van Margaret Thatcher en Ronald Reagan, met hun streven naar 'meer markt en minder overheid'. De laatste decennia is de overheid weer een acevere rol gaan spelen op beleidsterreinen, zoals dataprivacy, klimaatverandering, innovae en financiële stabiliteit, dit vooral als reace op de wereldwijde financieel-economische crisis van 2008 en bij het bestrijden van de coronacrisis. Tegen deze achtergrond groeit de overheidsintervene via het stellen van meer regels, subsidies, andere ondersteunende en regulerende maatregelen. Deregulering en het streven naar 'meer markt, minder overheid' hee Curaçao niet bereikt en de crisis van 2008 was nauwelijks van invloed op Curaçao. Wel zijn er pogingen met beperkt succes tot privasering gedaan. Zo is het World Trade Center Curaçao verkocht, is de exploitae van de luchthaven gegund aan een parculier consorum en is de marktbescherming op de meeste lokaal geproduceerde consumentenproducten afgebouwd. Regeerprogramma's blinken doorgaans uit in plannen en goede voornemens. Deze leiden eerder tot meer in plaats van minder markntervenes, bijvoorbeeld meer op het gebied van natuur, milieu en consumentenrechten en minder als het gaat om het aanpakken van red tape. Dit laatste is een onderwerp dat reeds in de jaren '80 als beleidsdoelstelling wordt gepropageerd. Het imago dat Curaçao graag wil uitdragen, namelijk een vrije markteconomie, zonder onnodige en gecompliceerde economische intervenes - waar het goed ondernemen is, staat op gespannen voet met de werkelijkheid. Een grove schang leert dat rond de 40-45% van alle goederen en diensten op Curaçao op een of andere manier gereguleerd wordt door de overheid. Dat Curaçao opgescheept zit met gedateerde en vaak, niet in het huidige jdsbeeld passende wetgeving, hee mogelijk te maken met: - gevesgde belangen die er baat bij hebben om alles bij het oude te laten zoals liever geen liberalisae van de taximarkt, concessiehouder in de haven of geen tweede waterproducent en -distributeur, etc.; - bestuurlijke prioriteitstellingen. Het proces om de ween en regels te wijzigen duurt vaak lang, is complex en omdat de jdshorizon van bestuurders beperkt is, krijgt het geen prioriteit en ligt de nadruk op laag hangend fruit zoeken in plaats van fruitbomen planten; - gebrek aan wetgevingsjuristen. Het gebrek aan poliek-bestuurlijke prioriteit vertaalt zich evenzeer in het niet op niveau brengen van capaciteit en kwaliteit van de juridische en beleidsafdelingen bij de ministeries. 8 7

7

Landsverordening belasngfaciliteiten investeringen (P.B. 2016, no. 77, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2019, no. 92.) hps://dossierkoninkrijksrelaes.nl/wp-content/uploads/2022/03/PROGRAMA-DI-GOBERNASHON-2022-2025.-09- Mart-2022.pdf 8

10

4. Toezicht en handhaving van de overheidszorg Voor het goed funconeren van de vrije markt maar vooral ook de gereguleerde markt, dient de overheid toezicht te houden opdat alles funconeert zoals de wetgever dat voor ogen had en in regelgeving hee vastgelegd. Curaçao kent een grote verscheidenheid aan bij wet ingestelde inspeces, autoriteiten en toezichthouders (zie box-1).

Box 1

Voorbeelden van enteiten die voor en/of namens de overheid toezicht houden en handhaven - Inspece der Belasngen/ Ontvanger der Belasngen / Schng Belasng Accountantsbureau ziet onder meer toe of alle bedrijven hun aangie doen en belasng betalen. - Sociale VerzekeringsBank (SVB) beheert sociale fondsen zoals het Fonds Basisverzekering Ziektekosten. Naast controle op de afdracht van premies bepaalt de SVB in hoge mate de zorg die aangeboden kan worden door organisaes in de gezondheidszorg. - Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) hee twee belangrijke taken, namelijk de zorg voor financiële stabiliteit en het toezicht op alle financiële instellingen gevesgd in Curaçao (en Sint Maarten). - Financial Intelligence Unit (FIU, voorheen MOT) registreert ongebruikelijke financiële transaces die op of via Curaçao plaatsvinden en die mogelijk verhouden met witwassen en financiering van terrorissche acviteiten. - Bureau Telecommunicae en Post (BTP) houdt toezicht op de telecom en postsector en adviseert als 'regulators board' over het vaststellen van tarieven voor onder andere benzine, elektra, water en gas. - Fair Trade Authority Curaçao (FTAC) ziet toe dat er geen marktverstorende kartelafspraken tussen bedrijven worden gemaakt en of er misbruik wordt gemaakt van machtsposies op de lokale markt. - Curaçao Gaming Control Board, houdt toezicht op alle kansspelen en kunnen vergunningen uitgeven namens de Minister van Financiën. - Curaçao Civil Aviaon Authority ziet toe op onder andere de veiligheid bij de burgerluchtvaart voor Curaçao en verstrekken in dat verband vergunningen. Verder kunnen nog genoemd worden de Inspece voor de Volksgezondheid, Inspece Natuur en Milieu en ambtelijke inspecediensten die direct onder een minister vallen, zoals Marieme autoriteit (voorheen Scheepvaarnspece ressorterende onder het Ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP)), Inspece Bouw en Woningtoezicht (VVRP) en controleren zoals Korps Polie Curaçao (Juse), Prijzencontrole (Ministerie van Economische Ontwikkeling), etc.

11

Over het funconeren van de meeste inspeces is weinig publiekelijk bekend. Over het effect van de inspeces nog minder terwijl het hier wel publieke taken betre; de vraag is waarom? Bedrijven klagen over de willekeur bij de keuze en grondigheid van de inspeces, dan wel een groter en structureler probleem: het volledig ontbreken van toezicht en handhaving. Van een 'level playing field' lijkt geen sprake, zoals een onderzoek van de Schng Overheidsaccountantsbureau (SOAB) bij de Ontvanger der Belasngen aantoont. Opgemerkt dient te worden dat de aard van het bedrijf en het product dat het bedrijf produceert de mate bepaalt waarin inspeces nodig zijn. Het budget om voldoende capaciteit en kwaliteit te waarborgen, weelijke bevoegdheden om te kunnen controleren en handhaven, boete- en sancebeleid, de departementale versnippering in de beleidsuitvoering, informaeverstrekking naar en communicae met de te inspecteren bedrijven bepalen in hoge mate het funconeren van deze inspeces. In de samenleving is veel kriek op het al dan niet bewuste gedoogbeleid van de overheid en het selecef of ad-hoc controleren en handhaven. Die geluiden zijn ook in het bedrijfsleven te horen dat niet of op seleceve basis te veel gedoogd en te weinig gehandhaafd wordt. Er is geen sprake van een 'level playing field', eerder van een knollenveld. Toezicht en handhaving met betrekking tot het gedrag van bedrijven in de private sector is noodzakelijk, het is een zorgplicht van de overheid dat dit eerlijk, transparant, efficiënt en effecef door de verschillende inspeces gedaan wordt. Het is dan ook meer dan nodig dat met enige regelmaat de bestaande inspeces op beleidsrelevane, doelgerichtheid en doelmagheid worden doorgelicht door een professionele onaankelijke organisae. Financiële zorg voor bedrijven Financiële steun aan het bedrijfsleven kan op drie niveaus gegeven worden: generiek voor alle bedrijven (naonale steun), voor een specifieke sector of voor acviteiten op bedrijfs- of productniveau. Financiële steun kan in de schenking of als lening gegeven worden, maar ook in de vorm van een garane. 5. Op Curaçao is in het verleden meerdere malen bedrijfssteun gegeven, bijvoorbeeld aan de Anlliaanse Luchtvaartmaatschappij en de noodlijdende hotels in de jaren tachg via de Curaçao Holding Maatschappij. In 2015 is de Curaçaose Dokmaatschappij verder gegaan als CDM Holding, een overheidsvennootschap en met Damen Ship Repair als exploitaemaatschappij. In het kader van Nederlandse bedrijfssteun in het kader van de coronacrisis in 2022 hebben de gemeenschappelijke bedrijven NAf 33 miljoen ontvangen voor investeringen nadat op basis van een herstructureringsplan de Damen Group zelf zich commieerde om NAf 38 te investeren. 11, 12 9 10

9

hps://knipselkrant-Curacao.com/landen/Curacao/pbc-belasngontvanger-opnieuw-becht-van- voorkeursbehandeling-en-ondermaatse-invordering/; Anlliaans Dagblad 31 januari 2024 en Amigoe 25 maart 2024 Beleidsnoe Bestuurscollege: Minder gedogen, beter en meer handhaven, opgesteld door Curconsult, mei 2009 op basis van onderzoek onder eilandsdiensten van het eilandgebied Curaçao. Curaçao Nu 18 oktober 2022; hps://curacao.nu/ruim-71-miljoen-gulden-kapitaalinjece-damen-scheepswerf/ Van overheidsbedrijven en -schngen wordt vaak geopperd dat deze verkapte steun of subsidie krijgen doordat de tarieven te hoog worden vastgesteld, belasngschulden worden kwijtgescholden en/of incidentele financiële bijdragen verstrekt worden bovenop hetgeen is overeengekomen in de beheersovereenkomst. Dit zou inefficiënes in de bedrijfsvoering verhullen. In deze essay wordt aan dit aspect voorbij gegaan. 11 12 10

12

In dit hoofdstuk komen de naonale Coronasteun en voorbeelden van bedrijfssteun aan InselAir, Girobank en Ennia aan de orde. 5.1 Zorg van de overheid jdens de Coronacrisis De World Bank adviseerde de overheden aan het begin van de pandemie om de steun een jdelijk karakter te geven, transparant te zijn in de uitvoering, het steunbedrag te relateren aan die sectoren die het hardst getroffen zijn, ook steun te verlenen aan de zwakkere bedrijven, zzp'ers en bedrijven die onderdeel uitmaken van een internaonale supply chain . In de herstelfase van de pandemie dient het overheidsbeleid gericht te zijn op het ondersteunen van bedrijven om zo snel mogelijk terug te keren naar omzet- en werkgelegenheidsniveaus van vóór de Covid-19 pandemie. 13 Om de periode van de coronacrisis door te komen stelde Nederland een bedrag van NAf 911 miljoen ter beschikking aan het land Curaçao. Daarvan werd ongeveer 1/3 gebruikt voor bedrijfssteun. De overige 2/3 had als doel de tekorten te dekken als gevolg van de drassch afgenomen inkomsten en ter verbetering van de liquiditeitsposie bij de overheid. De Nederlandse steun is naderhand omgezet in een tweejarige renteloze aflossingsvrije lening. Gekoppeld aan de lening is ter uitvoering van het Landspakket, een overeenkomst tussen de regeringen van Nederland en Curaçao gesloten, met als doel structurele hervormingen door te voeren om het eiland financieel, economisch en bestuurlijk weerbaarder te maken. Door het instellen van een avondklok, lockdown en het sluiten van het eiland voor personenverkeer werden vooral de aan toerisme gerelateerde bedrijven en de handel hard getroffen. Om banen te behouden, ondernemingen te ondersteunen en om zoveel mogelijk faillissementen te voorkomen werden er - evenals op de andere Nederlands Caribische eilanden - een drietal, voor de private sector belangrijke, regelingen aangeboden: - NOW-regeling: jdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Ondernemers met meer dan 25% omzetdaling kregen een bijdrage om hun werknemers op de loonlijst te houden. - TVL-regeling: tegemoetkoming vaste lasten, waarbij ondernemingen die meer dan 25% omzetdaling zouden boeken ondersteund werden om hun vaste lasten, zoals interest, verzekeringen en huur, te kunnen doorbetalen. - TBZO-regeling: Tijdelijke Bijstand Zelfstandige Ondernemers, waarbij een zzp'er maximaal een bedrag van NAf 1335 per maand ontving aankelijk van de eigen omzetdaling. Hoe de steun georganiseerd was en welke bedrijven er mee bereikt werden, is kort samengevat in box-2. 14 15

Assessing the impact and policy responses in respect of private sector firms in the context of the COVID-10 pandemic (Covid-19 notes), World Bank, March 2020 (hps://www.jobsanddevelopment.org/wp-content/uploads/2020/03/COVID-19-and-firms.pdf) Het Landspakket is op 2 november 2020 overeengekomen op grond van arkel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Deze regeling is in december 2020 met terugwerkende kracht tot 1 april 2022 (zie arkel 12) afgekondigd: P.B. 2020, no 95: Tijdelijk Landsbesluit buitengewone bijstand COVID-19. 13 14 15

13

Box 2

Uitvoering en bereik van de Coronacrisis-steun De uitvoering van de bedrijfssteun

Deze regelingen werden uitgevoerd door het Ministerie van Economische Zaken waar ook het portaal gevesgd was om steun aan te vragen. De NOW-subsidie werd door de SVB gecontroleerd en ook betaald. De Schng Belasngaccountantsbureau (SBAB) controleerde onder meer openstaande belasngschulden, in dat geval werd op de subsidie gekort. Dit alles diende te geschieden binnen de financiële kaders opgesteld door de ambtenaren van het Ministerie van Financiën (MvF). Per kwartaal werden de financiële ramingen opgesteld en voorgelegd aan het secretariaat van het College financieel toezicht (C). Dit advies werd vervolgens, samen met de aanvraag voor financiële steun van Nederland, voorgelegd aan de Rijksministerraad (RMR). In totaal werden 7 tranches in de periode 2020-2022 verstrekt, optellend tot een bedrag van NAf 911 miljoen waarvan ongeveer 1/3 is gebruikt voor deze drie regelingen. De overige 2/3 had als doel de tekorten bij de overheid te dekken als gevolg van de drassch afgenomen inkomsten. De Nederlandse steun is naderhand omgezet in een tweejarige renteloze aflossingsvrije lening. Het bereik van de steun Gemiddeld kregen per maand 596 bedrijven NOW en 427 bedrijven TVL toegekend. Het betrof bij de NOW-regeling gemiddeld 10.678 werknemers (is 19% van de werkende bevolking) die per maand gemiddeld NAf 1157 ontvingen). Bij de TBZO betrof het een aantal van gemiddeld 1622 zelfstandigen. Het steunpakket voor de Curaçaose bedrijven, dat trouwens royaler was dan op de andere Caribische niet-Nederlandse eilanden, was grotendeels in overeenstemming met het advies van de World Bank. Er kan dan geen twijfel over bestaan dat bij natuurrampen de overheid ook een zorgplicht hee richng het bedrijfsleven. De vraag is evenwel of het land Curaçao zonder de liquiditeitssteun van Nederland dezelfde zorg had kunnen en willen bieden. Volgens het Internaonaal Monetair Fonds (IMF) hee de coronasteun bijgedragen aan 'liming the economic fall out'. Wel adviseerde het IMF, gezien de kwetsbaarheid van de economie, om in de toekomst een liquiditeitsbuffer aan te houden om zodoende risico's op te kunnen vangen. 18 Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaes (BZK) stelt dat de liquiditeitssteun aan de Caribische eilanden hee bijgedragen aan migae van de financieel- en sociaaleconomische effecten van de Covid-19 pandemie maar voegt daaraan toe dat het effect van de Covid-19 pandemie en het herstel van de toerissche sector de noodzaak onderstreept van een 'spoedige implementae van de structurele hervormingen die als voorwaarde aan de liquiditeitssteun zijn verbonden'. Hier is inhoud aan gegeven door het opstellen van het Landspakket en met uitvoeringsagenda's. Zie Arbeidskrachtentelling (AKO), 2020. www.cbs.cw/labour Bron: Ministerie van Economische Ontwikkeling. Uit rapport: Van stuen naar opbouwen, juli 2021. Het betrof de periode april 2020-mei 2021. Per maand traden forse verschillen ten opzichte van de gemiddelden in de aantallen. Dat had vooral te maken met de avondklok en wel of geen gehele of gedeeltelijke lockdown. Kingdom of the Netherlands-Curaçao and Sint Maarten, Country report No 23/285, Internaonal Monetary Fund, July 2023, p. 5 en 11 (hps://www.imf.org/en/Publicaons/CR/Issues/2023/07/27/Kingdom-of-the-Netherlands-Curaao- and-Sint-Maarten-2023-Arcle-IV-Consultaon-Discussions-537067) Evaluae van liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten (finale versie). Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaes, Den Haag, 17 maart 2022, p. 3. (hps://open.overheid.nl/documenten/ronl- 0edbe6877589f994b7a5062c338c8b62b35f8476/pdf ) Ibid, p. 17 19 16 17 16 17 18 19

15

Ook gaat de BZK-evaluae in op de vraag of het mogelijk was geweest om elders een lening aan te gaan. Het antwoord is: wellicht, maar dan wel tegen een hoge rente hetgeen een negaef effect hee op de budgeaire ruimte op korte termijn en de schuldposie op de lange termijn. Het Nederlands Instuut Publieke Veiligheid hee in opdracht van de Minister van Algemene Zaken de aanpak van de COVID-19 crisis geëvalueerd. Het instuut was posief over de aanpak op een klein eiland als Curaçao. De uitvoering was georganiseerd rondom een zeer beperkte groep hardwerkende gemoveerde personen met verschillende disciplines uit diverse geledingen van de samenleving. Maar dat was ook een zwakte: gebrek aan back-up en gekwalificeerd kader ingeval iets tegen zat of iemand uitviel. Over de steun aan het bedrijfsleven werd niets gerapporteerd anders dan dat er sprake was van vervuilde bestanden bij de Kamer van Koophandel en Nijverheid en SVB. De evaluae vermeldt niets over het voorgestane beleid, de kosten, de uitvoeringsorganisae en de impact van de overheidssteun op baanbehoud en het voorkomen van bedrijfssluingen.

5.2

Steun aan private sector bedrijven in Curaçao

20

InselAir

Zie o.a. hps://en.wikipedia.org/wiki/Insel_Air. Zie: The economic footprint of InselAir, Curconsult, January 2015. Nb. Werkgelegenheid a.g.v. InselAir is opgebouwd uit 617 directe, 921 indirecte en 1327 afgeleide (=induced, is resultaat van bestedingen van winsten en salarissen), arbeidsplaatsen, 2014-cijfers. Comisión Nacional de Administración de Divisas (CADIVI). InselAir werd hard getroffen door de Venezolaanse crisis waardoor de daar verdiende Venezolaanse bolivars niet konden worden geconvergeerd in US-dollars via CADIVI, de Venezolaanse organisae die aan- en verkoop van FOREX faciliteerde. De uitstaande vordering van InselAir in bolivars liep geleidelijk op tot een bedrag van US $67 miljoen. De regering van Curaçao ging op basis van een voorlopig reorganisaeplan akkoord met een overbruggingskrediet van US $18 miljoen. Een gedetailleerd reorganisaeplan zou door de nieuwe direce opgesteld worden. De aandeelhouders en het management van InselAir, een in zwaar weer belandde Curaçaose luchtvaartmaatschappij, bereikten in 2017 een akkoord met de overheid waarbij een overbruggingskrediet van US $18 miljoen werd verstrekt voor het uitvoeren van een reorganisaeplan waarbij de overheid het pandrecht kreeg op 51% van de aandelen, maar dus zelf geen aandeelhouder werd. Wel kon de overheid twee commissarissen bij de luchtvaartmaatschappij benoemen. InselAir, een private onderneming, stare in 2006 met vliegen, nadat er ruimte op de Anlliaanse- Caribische markt was ontstaan doordat Dutch Caribbean Express (DCE) haar acviteiten had gestaakt. De luchtvaartmaatschappij ontwikkelde zich tot een van de grootste regionale speler met 17 toestellen en 22 bestemmingen. De maatschappij was belangrijk voor de ontsluing van Curaçao via de lucht. De maatschappij vervoerde ongeveer 25% van de toeristen die Curaçao bezochten. Een impactstudie berekende dat InselAir voor 5,1% bijdroeg aan het Bruto Binnenlands Product van Curaçao en in totaal 2.865 arbeidsplaatsen genereerde. 21 22

20 21

22

16

De overheidssteun werd verleend vanwege systeemrelevane, omdat InselAir een uiterst belangrijke schakel vormde in de ontsluing van het eiland, toerisme van en naar Curaçao en vanwege het belang voor de werkgelegenheid en economie. Ook woog het aspect, dat mogelijk de uitstaande vorderingen in Venezuela via polieke lobby alsnog in dollars verzilverd konden worden, mee in de besluitvorming tot steun. Het aspect van naonale trots bij het hebben van een naonale carrier, zoals ten jde van de Anlliaanse Luchtvaart Maatschappij waar de overheid vrijwel jaarlijks financieel moest bijspringen, speelde hier geen of een ondergeschikte rol omdat het hier een puur private onderneming betrof. De lening aan InselAir van Curaçao kwam rond het jdsp dat de Arubaanse luchtvaartautoriteit om veiligheidsredenen InselAir-toestellen aan de grond hield. Dit leidde tot een kengreace bij de lokale luchtvaartmaatschappij: uitvallen van vluchten, gestrande passagiers, te weinig inzetbare vliegtuigen, opzeggen van de code-sharing door de KLM, gebrekkig technisch onderhoud, verbod om Nederlandse ambtenaren met InselAir te laten vliegen, door dit alles een overschot aan personeel, en later in de jd het aan de grond houden van toestellen door de Curaçao Civil Aviaon Authority. Derhalve ging een groot deel van de overheidslening op aan het dekken van tegenslagen. Van het toegezegde budget moest US $4 miljoen uitbetaald worden aan salarissen en crediteuren, US $5 miljoen aan gestrande passagiers en US $4-5 miljoen aan afvloeiingskosten zodat er slechts US $4-5 miljoen overbleef voor operaonele steun. Van dat bedrag is een deel niet betaald vanwege openstaande belasngverplichngen. Derhalve kwam van het reorganisaeplan weinig terecht. De aanhoudende problemen leidde op 26 februari 2019 tot het faillissement van InselAir. 25 Insiders betrokken bij InselAir geven aan dat te opportunissch werd gedacht over betaling door Venezuela maar ook dat te lang is gewacht met vervanging van de oude MD-80 vliegtuigen alsmede met het reorganiseren en professionaliseren van het bedrijf. Daardoor was het al kort na de eerste tranche van de verstrekking van het overbruggingskrediet duidelijk dat het hier eigenlijk een 'lost case' betrof. 24 23

23

Indien de InselAir-acviteiten door buitenlandse luchtvaartmaatschappijen overgenomen zouden worden, zou ¾ van de acviteit en de daaraan gekoppelde werkgelegenheid verloren gaan (Curconsult 2015). Tweede Kamer 2016-2017, 28804, No 94 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart; hps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24804-94.pdf BZSE, Karel's legal blog: hps://www.curacao-law.com/2019/02/28/eindverslag-rvc-insel-air-internaonal/ 24 25

17

26, 27, 28

Girobank

Vanwege financieel wanbeheer dreigt de Girobank in 2012-2013 in liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen te komen. Om die reden verzoekt de CBCS aan het Hof van Juse om de Girobank onder de noodregeling te plaatsen. Na aondiging hiervan nam de CBCS de feitelijke leiding van de bank over. De financiële sector zelf, de externe accountant in hun management leers en ook het banktoezicht bij de CBCS hadden reeds in 2010-2012 diverse zaken waargenomen waarbij de Girobank te veel kredietrisico's gecombineerd met (te) lage garanestellingen nam. Het liquiditeitstekort waarvoor de CBCS als 'lender of last resort' een ongedekt overbruggingskrediet ter beschikking stelde, liep op tot NAf 267 miljoen in 2022. Pogingen van de CBCS om de Girobank te verkopen aan onder meer het Algemeen Pensioenfonds van Curaçao mislukken. Het vertrouwen bij de klanten van de Girobank, mede door negaeve publiciteit over de bank, verminderde zienderogen en resulteerde begin december 2019 in een 'bank-run'. Daarop werd door de CBCS een moratorium afgekondigd waarbij depositohouders over maximaal NAf 10.000 van hun tegoed konden beschikken. Als oplossing voor het Girobank-probleem wordt gekozen, omdat er geen geschikte koper gevonden kon worden, voor een gecontroleerde aouw. De verplichng die het Land op zich neemt om de CBCS te compenseren is vastgelegd in een overeenkomst tussen het land Curaçao, CBCS en de speciaal opgerichte vennootschap voor het uitwinnen van de leningportefeuille, GI-RO selement Holding b.v. (GSH). De overeenkomst regelt dat: (i) de CBCS haar vordering op Girobank – met de daaraan verbonden pandrechten op de leningenportefeuille – aan GSH overdraagt en (ii) het Land als tegenprestae de verplichng op zich neemt om de CBCS te compenseren voor een bedrag van NAf 267 miljoen en (iii) dat GSH de opbrengsten van de leningenportefeuille zal aanwenden ten behoeve van de depositohouders van Girobank en de opbrengsten uit de uitwinning van de leningenportefeuille zal aanwenden voor de aflossing van de lening aan het Land. Daarnaast sluit het Land met Nederland een renteloze lening af van NAf 170 miljoen met een loopjd van 15 jaar, waarmee het grootste deel van de depositohouders (98,5%, allen die minder dan NAf 1,2 miljoen aan deposito's bij de Girobank hadden staan) hun geld zou kunnen terugkrijgen. 32 29, 30 31

26 27 28 29 30 31

Samenvang onderzoek Girobank, Deloie, 21 juli 2023. Curaçao, Financiële management rapportage februari 2022, p 23-24. hps://caribischnetwerk.ntr.nl/2023/07/31/hoe-kon-de-girobank-op-Curacao-omvallen/

Omdat de Girobank niet op Sint Maarten acef was, zijn de overeenkomsten louter met het land Curaçao. Zie Gi-Ro Selement Holding (GSH) Jaarverslag 2021: hps://gshCuraçao.com/gsh-annual-acounts-2021/ CBCS, Annual report 2022, p41-42, 58-59 . Ook de balans van de CBCS staat een bedrag opgenomen van NAf 277 miljoen per 31 december 2022 betreffende de aflossingsverplichng van land Curaçao inzake Girobank. hps://cdn.centralbank.cw/media/annual_reports/20231222_annual_report_2022.pdf Kamerbrief Staatssecretaris A.C. van Huffelen, Toezegging TZ202309-53 Girobank, d.d. 8 november 2023. (hps://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/11/08/kamerbrief-over-toezegging-tz202309-053- girobank)

32

18

Het besluit van de overheid om in te stappen en steun te verlenen was ingegeven door: - de omvang van het probleem; 15% van de gezinnen en bedrijven hebben een Girobank-rekening; - de dreiging dat spaarders en bedrijven hun geld (voor een deel) zouden verliezen. Er is hier sprake van systeemrelevane omdat sommige bedrijven grote bedragen als deposito bij de Girobank hadden staan waarbij verlies ernsge gevolgen zou hebben voor de connuïteit van de bedrijfsvoering; - het belang van het hebben van voldoende reserves van de CBCS; - de deuk in het vertrouwen dat het financiële stelsel in Curaçao zou oplopen. Zeker is dat dit bedrag niet terug betaald kan worden door de Girobank. Indien de CBCS onvoldoende reserves hee om een dergelijk verlies op te vangen moeten de vermogensgerechgden, te weten de overheden van Curaçao en Sint Maarten, dat zuiveren. In het geval van de Girobank is ervoor gekozen dat de CBCS haar reserves, voornamelijk goud en sinds eind 2023 ook treasury bills and notes, niet aanspreekt en de door de CBCS verleende liquiditeitssteun ad NAf 267 miljoen doorschui naar de vermogensgerechgde, het land Curaçao als 'lender of last resort'. Veel informae van de CBCS op dit dossier is niet openbaar. Zo hee de CBCS een feiten- en vervolgonderzoek laten uitvoeren wat sinds juli 2023 bestudeerd wordt. Informae van GSH is wel beschikbaar en daaruit blijkt dat het uitwinnen van de leningenportefeuille door GSH voorspoediger verloopt dan verwacht, waardoor de lening aan Nederland eerder dan beoogd wordt terugbetaald. Het meerdere dat uitgewonnen wordt, gaat naar een dergtal grote depositohouders met uitstaande deposito's bij de Girobank van meer dan NAf 1,2 miljoen. Naar schang van GSH zal hiervan niet meer dan 10-15% van de ruim NAf 300 miljoen die deze depositohouders nog hebben uitstaan bij de Girobank terugbetaald kunnen worden. Daarnaast blij de overheid zien met een schuld van NAf 276,8 miljoen zoals het op de balans van de CBCS vermeld staat onder 'receivable from the country Curaçao'. Hoe de overheid deze aan de CBCS gaat terugbetalen is vooralsnog onduidelijk. Ook is onduidelijk of de zorgplicht van de overheid zo ver reikt dat een deel van het geld dat de derg grote depositohouders kwijt zijn op een of andere manier gecompenseerd wordt. Onder deze depositohouders zien organisaes die aankelijk zijn van overheidssubsidie dan wel die een taak voor de overheid uitvoeren. 35 33 34

De kosten voor Curaçao van het Girobank debacle bedragen in totaal ongeveer NAf 535 miljoen.

Centrale Bank-statuut voor Curaçao en Sint Maarten, arkel 34 en 35. Omdat hier de Girobank-problemaek louter een Curaçaos probleem is, wordt het land Sint Maarten hierin niet betrokken. De discussie over de samenstelling en omvang van de reserves van de CBCS en wanneer deze wel of niet aangesproken kunnen worden valt buiten de scope van dit essay. CBCS Annual report 2022, p 41. Betre NAf. 267 miljoen plus verschuldigde interest. 33 34 35

19

Daarnaast blij de overheid zien met een schuld van NAf 276,8 miljoen zoals het op de balans van de CBCS vermeld staat onder 'receivable from the country Curaçao'. Hoe de overheid deze aan de CBCS gaat terugbetalen is vooralsnog onduidelijk. Ook is onduidelijk of de zorgplicht van de overheid zo ver reikt dat een deel van het geld dat de derg grote depositohouders kwijt zijn op een of andere manier gecompenseerd wordt. Onder deze depositohouders zien organisaes die aankelijk zijn van overheidssubsidie dan wel die een taak voor de overheid uitvoeren.

De kosten voor Curaçao van het Girobank debacle bedragen in totaal ongeveer NAf 535 miljoen.

ENNIA

De ENNIA-groep is op Curaçao met ENNIA de grootste pensioenverzekeraar. In 2006 verwisselt ENNIA voor US $18 miljoen van eigenaar. De nieuwe eigenaar wordt de Amerikaanse vennootschap Parman Internaonal waarvan de Iraans-Amerikaanse zakenman Hushang Ansari bestuurder/groot aandeelhouder is. De kern van de Ennia-problemaek ligt in het feit dat tussen 2006 en 2018 aanzienlijke bedragen (geld en andere acva) via ondoorzichge construces onrechtmag aan ENNIA zijn onrokken onder het toezicht van de CBCS. Populair gezegd is ENNIA in zeer vergaande mate 'leeg getrokken'. De vraag of en de mate waarin is nog steeds onderwerp van rechtsgedingen. Dit hee geleid tot een solvabiliteitsrisico van ongeveer NAf 1.200 miljoen. Omdat de resterende acva onvoldoende zijn, lopen de ongeveer 30.000 pensioengerechgden gevaar op een korng van tot mogelijk 80% op hun huidige of toekomsge pensioen. In 2018 bedient ENNIA 50% van de verzekeringsmarkt op de Nederlands Caribische eilanden en 80% van de parculiere pensioenmarkt op Curaçao. Ondanks herhaalde waarschuwingen van buiten, maar ook intern bij ENNIA en de CBCS, over de wijze van beleggen (een te hoog concentraerisico), onverantwoorde transaces (o.a. het onder de marktwaarde verkopen van aandelen van de S&S vennootschap; verlies US $117 miljoen), oneigenlijke uitgaven, hoge dividenduitkeringen als gevolg van opwaarderingen van de waarde van Mullet Bay, buitengewone vergoedingen voor diensten, commissariaten en onkosten, duurde het tot juli 2018 alvorens de noodregeling door de CBCS werd afgekondigd. Een aantal rechtszaken verder, is het nog steeds onduidelijk wat precies het solvabiliteitstekort is van ENNIA en of en wanneer verantwoordelijken hun onterecht verkregen gelden terug zullen storten. Evenals bij de Girobank geldt dat het land Curaçao en land Sint Maarten erbij betrokken dienden te worden om de reserves van de CBCS op peil te houden. 37

36

36

Solvabiliteitrisico verwijst naar de kans dat het vermogen van een organisae onvoldoende is om op korte en lange termijn aan haar betalings- en aflossingsverplichngen te voldoen. Het is esseneel voor een bedrijf om te weten of het in staat is om bij opheffing (liquidae) al zijn schulden te betalen. Ter volledigheid: Liquiditeitsrisico is de kans dat een onderneming of instelling niet aan haar financiële verplichngen zal kunnen voldoen door een tekort aan liquide middelen . Zie: Persbericht ENNIA en Uitspraak in zaak Ansari c.s. vs ENNIA bedrijven Gemeenschappelijk Hof van Juse, 12 september 2023; Ennia-case leert: 'Structurele problemen vergen structurele oplossingen', Dick Drayer op Linked-in, 17 september 2023; Uitspraak HvJ, 29 november 2021, ENNIA vs bestuurders. 37

20

De Ennia-groep, met name ENNIA, is door de CBCS aangemerkt als een systeemrelevante instelling. Dit betekent dat ENNIA een cruciale rol speelt in de markt of de economie en niet failliet mag gaan omdat dit een systeemcrisis zou kunnen veroorzaken en de werking van het gehele financiële systeem of de gehele economie in gevaar zou kunnen brengen. Voor de overheid gelden meer de sociaal- maatschappelijke overwegingen, zoals de bestaanszekerheid en het bestrijden van armoede. Daarnaast geldt dat met het omvallen van ENNIA de concurrene op de verzekeringsmarkt afneemt, hetgeen leidt tot minder keuzevrijheid en mogelijk hogere prijzen dan wel ongunsge verzekeringsvoorwaarden voor de consument. Het argument van behoud van werkgelegenheid bij ENNIA - hoewel gebruikt - is van ondergeschikte betekenis omdat verzekeringsacviteiten per direct of in ieder geval in de loop der jd overgenomen zullen worden door andere verzekeringsmaatschappijen. Het huidige voorstel voor de financiering van de solvabiliteitstekorten, zoals beschreven in het 'technisch hoofdlijnenakkoord' en ook de instemming hee van Nederland, komt er globaal op neer dat jaarlijks het Land NAf 30 miljoen op de begrong reserveert over een periode van 30 jaar en de CBCS jaarlijks NAf 15 miljoen voor een periode van 50 jaar om de pensioenuitkeringen te garanderen. De instemming van Nederland is belangrijk omdat daarmee erkend wordt dat de oplossing solide is hetgeen inhoudt dat het risico dat Curacao niet aan haar aflossingsverplichngen kan voldoen beperkt is. De herfinanciering van de Covid-lening kan daardoor tegen een lager interestpercentage geherfinancierd worden. Via een tweede nota van wijziging op de Begrong van Curaçao voor het dienstjaar 2024 is de eerste NAf 30 miljoen per 2027 gealloceerd. Op basis van deze afspraken kan ENNIA een gedeeltelijke doorstart maken waarmee de connuïteit van de dienstverlening van ENNIA kan worden gegarandeerd en de huidige en toekomsge polishouders niet gekort worden. De commissie 'Resoluestrategie ENNIA' is ingesteld om de precieze contouren van de steun uit te werken. 39 38

38

Koninkrijksdossier, 21 december 2023 (hps://dossierkoninkrijksrelaes.nl/2023/12/21/akkoord-over-redding-ennia- pensioenen-kost-17-miljard/) Ter volledigheid wordt hier vermeld dat indien de CBCS geen bijdrage in de ECL-pensioenproblemaek had geleverd van NAf 15 miljoen, dit bedrag mogelijk als dividenduitkering aan de vermogensgerechgden was uitgekeerd. Brief van Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en hps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-IV-44.html Koninkrijksrelaes aan de Tweede Kamer, 5 februari 2024 en Amigoe 23 maart 2024 'Akkoord Nederland Ennia- oplossing'. 39

Page 1 Page 2 Page 3 Page 4 Page 5 Page 6 Page 7 Page 8 Page 9 Page 10 Page 11 Page 12 Page 13 Page 14 Page 15 Page 16 Page 17 Page 18 Page 19 Page 20 Page 21 Page 22 Page 23 Page 24 Page 25 Page 26 Page 27 Page 28 Page 29 Page 30 Page 31 Page 32 Page 33 Page 34 Page 35 Page 36 Page 37 Page 38 Page 39 Page 40 Page 41 Page 42 Page 43 Page 44 Page 45 Page 46 Page 47 Page 48 Page 49 Page 50 Page 51 Page 52 Page 53 Page 54 Page 55 Page 56 Page 57 Page 58 Page 59 Page 60 Page 61 Page 62 Page 63 Page 64

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online