20240621 RaadvanAdvies AnnualReport

23

Nu wordt te beperkt, selecef of soms in het geheel niet gehandhaafd. Het is dan ook meer dan nodig dat de bestaande inspeces op beleidsrelevane, doelgerichtheid en doelmagheid worden doorgelicht. Er is geen overheidsbeleid voor financiële steun aan bedrijven ter smulering van in het beleid vastgestelde prioriteitssectoren en voor steun aan bedrijven in nood. Beleid in deze is wenselijk evenals een fonds om als Curaçao economische kansen op te pakken en economische tegenvallers te pareren. Tijdelijke steun aan het bedrijfsleven jdens en na een ramp, zoals de Coronacrisis, is - mits goed geregeld en uitgevoerd - voor baanbehoud en voorkoming van een faillissementsgolf meer dan gerechtvaardigd. Het is daarbij wenselijk dat Curaçao als autonoom land een reserve creëert om de klappen op te vangen. Voor individuele bedrijfssteun ligt dat genuanceerder. In een vrije markteconomie is een bedrijfssluing of faillissement onderdeel van een normaal organisch proces, waar de overheid zich afzijdig van behoort te houden. Slechts in bijzondere gevallen, daar waar sociale grondrechten in het geding zijn en louter indien er goede en verifieerbare criteria en normen zijn om een bedrijf financieel te ondersteunen dat levensvatbaar is, zou de overheid kunnen ondersteunen. De problemen bij Girobank en ENNIA tonen aan dat het toezicht van de CBCS deficit was, maar ook dat de rol van de CBCS als 'lender of last resort' beperkt is. Deze cases laten zien dat indien financiële instellingen in de problemen geraken de rekening uiteindelijk bij de vermogensgerechgden terecht komt. Ervaringen tonen aan dat Nederland in het kader van de Coronasteun en van de Girobank voor een belangrijk deel funconeerde als 'lender of last resort'. Dat benadrukt de toegevoegde waarde van onderdeel te zijn van het Koninkrijk der Nederlanden. Evenwel, wie ook de 'lender of last resort' moge zijn, en naarmate de grenzen van de financiële zorgplicht opgerekt worden, uiteindelijk zijn het de burgers en private sector van Curaçao die voor de kosten opdraaien. Dit stelt grenzen aan de reikwijdte van de zorgplicht van de overheid. Kortom, de reikwijdte van de zorgplicht van de overheid voor de private sector kan op het gebied van de financiële steun in bijzondere gevallen iets, onder strakke voorwaarden en heldere criteria opgerekt worden. Maar belangrijker is dat, in die sectoren waar reeds een zorgplicht of -intene bestaat, een duidelijk en transparant beleid geformuleerd wordt, de overheid hierop de bestaande wet- en regelgeving aanpast aan de werkelijkheid van 2024, en zorg draagt voor een goed inspece-apparaat dat een eerlijk, transparant, efficiënt en effecef toezicht houdt en de regels handhaa.

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online