20240621 RaadvanAdvies AnnualReport

5

Zorgplicht en -intene van de overheid De grondrechten, ofwel mensenrechten, zijn op twee niveaus gewaarborgd in Curaçao. Deze rechten zijn verankerd in de mensenrechtenverdragen waar het gehele Koninkrijk parj bij is, evenals in de Staatsregeling van Curaçao. De Staatsregeling vormt de juridische basis van onze rechtsstaat en omvat zowel klassieke als sociale grondrechten. Klassieke grondrechten waarborgen individuele vrijheden en beschermen tegen overheidsoptreden, zoals vrijheid van meningsuing, godsdienst en onderwijs. Sociale grondrechten benadrukken daarentegen de verantwoordelijkheid van de overheid om het welzijn en de sociale belangen van individuen te bevorderen. De overheid hee de plicht om te zorgen voor terreinen als vrije toegang tot onderwijs, voldoende werkgelegenheid, bestaanszekerheid, spreiding van welvaart, bescherming van natuur, bevordering van volksgezondheid en een gezond gezinsleven. Hoewel burgers in principe geen direct beroep op sociale grondrechten kunnen doen voor de naonale rechter, kan het niet- handelen van de wetgever leiden tot schade die vergoed moet worden. Daarnaast kan een persoon wel een beroep doen op sociale grondrechten als door parlement, regering en/of minister via wet- en regelgeving hier nader invulling aan gegeven wordt. In dit essay . . . . De bemoeienis van het land Curaçao op sociaal-economisch gebied is niet vast ingekaderd. De grenzen hiervan kunnen worden verlegd; de wetgever kan deze inmenging groter maar ook kleiner maken. De tendens op dit moment is een verder uitdijende invloed van de overheid, een toename van de bemoeienis met het dagelijks leven van de burger en een grotere verwevenheid met het bedrijfsleven. Dat roept de vraag op: tot hoever gaat de overheidszorg? De zorgplicht en -intene die de samenleving zichzelf hee opgelegd via wet- en regelgeving behoren te resulteren in de produce van goederen en diensten door de publieke én de private sector in het belang van het welzijn van de Curaçaose samenleving. In dit essay worden de klassieke grondrechten verder buiten beschouwing gelaten en wordt slgestaan bij de nadere invulling die aan de sociale grondrechten wordt gegeven. In het bijzonder wordt ingegaan op de vraag of de zorg voor het bedrijfsleven daar onderdeel van behoort te zijn, en zo ja, wanneer dit het geval moet zijn. Een (maatschappelijke) discussie over dit vraagstuk is niet echt gevoerd in Curaçao, terwijl in de afgelopen jaren wel grote bedragen aan overheidssteun richng bedrijven in de parculiere sector zijn gevloeid. Hoofdstuk 2 gaat over de redenen waarom de overheid een zorgplicht of -intene zou moeten hebben. Het betre evenwel niet louter financiële ondersteuning, ook wet- en regelgeving alsmede hoe het toezicht en handhaving daarop geregeld is, vormen evenzeer een uiterst belangrijk onderdeel van de zorgfunce van de overheid voor de parculiere sector. Daarover gaan de hoofdstukken 3 en 4: regulering van de zorg en toezicht en handhaving op die geleverde zorg. In hoofdstuk 5 komt de financiële steun van het land Curaçao aan het bedrijfsleven, sectoren en individuele bedrijven aan de orde. Voorbeelden van overheidssteun naar aanleiding van de coronacrisis, aan InselAir, de Girobank en ENNIA worden hier besproken. Vervolgens wordt in het slothoofdstuk aangegeven wat geleerd kan worden van de overheidssteun zoals die de afgelopen jd is gegeven en worden verbeterpunten geponeerd.

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online