7
Op welke manier speelt gender een rol in geweld tegen vrouwen? “Allereerst: Geweld is breder dan alleen verkrachting en femicide. Door het alleen zo te framen, raken we blind voor andere vormen van geweld, zoals seksistische grappen of denigrerende opmer kingen als ‘je rent als een meisje’. Door dit soort microagressies te normaliseren, legitimeren we onbewust ernstigere vormen van geweld. Geweld tegen vrouwen is dus in de kern een gevolg van de stereotiepe vrouw/man rolopvattingen en opgelegde normen, aannames en verwachtingen die daaruit voortvloeien.” Waar leiden microagressies toe? “Het is een trappetje. Een seksistische opmerking kan een domino- effect geven. Grenzen worden steeds verder overschreden en monden uit in lastig vallen, stalking, naroepen, vernedering en uiteindelijk in mishandeling, aanranding en verkrachting. We moeten die samenhang zien.” Waar leidt genderongelijkheid toe? “Een voorbeeld: Vrouwen krijgen veel vaker complimenten over hun uiterlijk dan mannen. Op basis van gender zit daar een grote ongelijkheid. Een compliment is op zich niet erg, maar de on evenredigheid ervan is problematisch, want het heeft gevolgen voor de kansen voor vrouwen. Door genderongelijkheid trekken vrouwen vaak aan het kortste eind voor fysieke veiligheid, gelijke beoordeling, beloning en het beleven van seksueel plezier. Of neem de seksuele dubbele moraal: jongen stoer, meisje hoer. Dat staat veiligheid, waardering en seksueel welzijn in de weg. Dat moet stoppen. We moeten kiezen voor een eerlijkere verde ling en genderbalans en oog krijgen voor de gevolgen van gende rongelijkheid.” Terug naar taal. Hoe draagt taalgebruik bij aan de problema- tiek? “Misbruik wordt vaak als ‘seksschandaal’ neergezet en daders als ‘monsters’. Daardoor houden we de mythe in stand dat het iemand is die niet op ons of onze vrienden lijkt. Dan hoeven we er niets mee. We praten nu ook vaak over ‘mannen met losse handjes’, alsof het een geaccepteerde vorm van zijn is, terwijl iemand geweld aandoen niet normaal is. Met onze taal om kleden we geweld. Daardoor zien we de ernst er niet van in en kunnen we niet optimaal handelen.” Opvallend zijn de krantenkoppen. “Vaak is het taalgebruik passief: ‘Vrouw is vermoord’. Maar waar is die dader?! Iemand heeft dit toch gedaan?! We stellen het slachtoffer centraal en ontzien de pleger. De vrouwenhaat en genderongelijkheid wordt nergens genoemd, terwijl dat de basis is van de moord. Een moord komt niet uit de lucht vallen, er is een aanloop geweest. Dus als we - ook in de hulpverlening - niet
Met onze taal omkleden we geweld. Daardoor zien we de ernst er niet van in en kunnen we niet optimaal handelen.
inzetten op de pleger, blijft het beeld van toeval en pech over eind. Dus waarom niet: ‘Man vermoordt zijn echtgenote’. Dan zet je de pleger centraal, geef je hem de verantwoordelijkheid, want zijn geweld is immers de oorzaak van haar dood. Benoem het, dan kunnen we het veranderen.” Hoe bedoel je: ook in de hulpverlening? “Het heeft geen zin om je als beleidsmaker of hulpverlener hoofdzakelijk te richten op het sterker maken van de benadeelde partij, want die moeten daarna weer terug naar het systeem waarin ze slachtoffer werden. We moeten ons juist richten op de plegers. Daar zit het probleem en de oplossing! Zonder plegers geen slachtoffers. Simpel.” En taal is de sleutel? “Ja, op een brede manier. Als we ons taal aanpassen volgen onze denkbeelden en daarmee de acties. De aanpak van genderongelijk heid en taalgebruik vergt bewustzijn, geeft ongemak en kost moeite, net als leren fietsen, lezen en autorijden. Ik reken op een ‘critical mass’ voor verandering.”
Made with FlippingBook interactive PDF creator