‘Overigens was je in die tijd met een paar hectare al een hele knaap.’
totale areaal binnen de kortste keren gestegen tot ruim 1.000 hectare. De Andijkers deden daar volop aan mee.’ De teelt verhuisde naar de zandige gronden van onder andere de Zijperpolder, want machinaal rooien was op de kleigronden praktisch onmogelijk. ‘Dat kwam goed uit want de oriëntals kwamen op de markt en die gedijden het best op zandige gronden. Dat was ook het moment dat nieuwe soorten, zoals Casa Blanca, Acapulco en de Aziaat Mont Blanc onder kwekersrecht gingen vallen. Dat was wel even wennen.’ Klaas was een tijdlang secretaris van Bloem bollencultuur, afdeling Andijk. ‘Half jaren zeventig hadden we 325 leden. Ieder agrarisch bedrijf had wel wat bollen.We gingen met de schuit naar het land en waren soms wel een uur onderweg, vooral toen je nog geen motor in de schuit had en zeilend of kloetend erop af ging. Overigens was je in die tijd met een paar hectare al een hele knaap, dus veel te vervoeren was er niet.’Van vaar- naar rijpolder, na de verkaveling, was een ware revolutie. ‘Veel kleine bedrijven stopten ermee en de grotere vestigden zich in de polder of aan de rand van Andijk. Anno nu is er nog een handvol grote gespecialiseerde leliebedrijven over. De Jong Lelies Holland B.V., Oriental Andijk B.V., LilyCompany B.V. en Gebr. Bot B.V. zijn wel het meest bekend.’ Zandboeren en kleiboeren De tulpenteelt is intussen ook steeds belangrijker geworden inWest-Friesland. ‘We kennen hier enorme bedrijven die zijn gespecialiseerd in tulpenteelt en broeierij. Moesten de lelietelers uitwijken naar zandgronden, de tulpentelers konden door de nettenteelt op de zavelgronden
blijven. Bedrijven met 100 hectare tulpen en 40 miljoen stelen per seizoen zijn geen uitzondering meer.’ Over de reden waarom de lelie juist mede door Andijker telers zo groot werd, vertelt Burger: ‘Het was een teelt die nog niet echt bij de “zandboeren” paste. Die hadden hun handen vol aan hyacinten, narcissen en bijgoed, waar wij als “kleiboeren” niet mee konden omgaan.Veredelaars zoals Gebr.Vletter en Den Haan B.V. kwamen bij Andijker bedrijven terecht om hun nieuwste soorten te testen, en de kwekers wisselden onderling hun ervaringen uit.’ De fysieke lelieteelt is al zo’n 25 jaar geleden rondomAndijk verdwenen. ‘Veel wordt op contract geteeld, voornamelijk in het oosten van het land, en ondernemers daar pakken zelf ook de teelt op.’ Gevraagd naar kenmerken van de Andijker ondernemer, noemt Burger de nuchterheid. ‘Bovendien steken ze graag de handen uit de mouwen, het zijn aanpakkers. Aan rangen en standen doen we hier niet. Zoals vroeger in De Zuid de baas werd aangesproken met “patroon”, daar zijn we hier niet mee opgegroeid. Op de kleigrond was je gewend dat je elk werkbaar moment moest pakken, je stopte pas als het werk
af was. En een rechtgeaardeWest-Fries heeft aan weinig woorden genoeg. Als wij zeggen dat het “wel aardig” ging, was het dus super.’Vandaag de dag zou hij Andijk geen bollendorp meer noemen, vindt Burger. ‘In de bebouwde kom vind je nog een paar van die ooit 325 bedrijven.Veel schuren zijn schuurtjes geworden en omgebouwd tot garages, knutselplekken, kapsalons, en dergelijke. Het geluid van de bonkende sorteermachines is nergens meer te horen.’
‘Als wij zeggen dat het “wel aardig” ging, was
het dus super.’
De naam Andijk komt van ‘Aan de dijk’, waar een buurt was gevestigd die bestuurlijk viel onder de stede Grootebroek, een van de West-Friese ‘plattelandssteden’. Bij een gemeentelijke herindeling in 1869 is het westelijke deel van Andijk bij de nieuwe gemeente Wervershoof gekomen. Op 1 januari 2011 is de gemeente Andijk gefuseerd met de gemeenten Wervershoof en Medemblik. Met elkaar vormen ze de nieuwe gemeente Medemblik.
CNB 100 magazine 25
Made with FlippingBook - Online magazine maker