In de Kop van Noord-Holland ligt de Noordelijke Bollenstreek rondom Breezand. Tot de plaatsen waar veel bollenteelt plaatsvindt, behoren Burgervlotbrug en Sint-Maartenszee (vroeger behorend tot gemeente Zijpe, tegenwoordig gemeente Schagen), ‘t Zand, Julianadorp en delen van Texel. De inwoners van deze plaatsen rekenen het gebied echter niet tot ‘de bollenstreek’.
Bron: Dijkpopfestival
Uiteindelijk gingen de grondprijzen natuurlijk wel omhoog.’ Op een gegeven moment waren er 300 kwekers actief in Anna Paulowna en Breezand. ‘Iedereen met een klein “bollenbedoeninkie” kon een PT-nummer aanvragen. In die tijd had je nogal wat mensen die werkten bij de Hoogovens en daarnaast 100 roe bollen teelden. Ook zij mochten zich bollenkweker noemen.’ In de begintijd hadden kwekers een vergunning nodig om te mogen telen. ‘Je betaalde per gewas per roe. Sommige kwekers verhuurden hun vergunning en leefden daarvan. Ook werd een minimumprijs afgesproken die de bollen moesten opbrengen, anders werden ze vermalen. Dat mocht op een gegeven moment
niet meer van Brussel.’Van Lierop herinnert zich nog zijn eerste vergadering als bestuurslid van de KAVB-afdeling in de polder. ‘De mannen rookten allemaal dikke sigaren en secretaris Karel van Haaster gaf mij er ook een. De kamer stond blauw van de rook.’ Twee werelden Aanvankelijk stonden de bollen vooral in Breezand, en hyacint was ‘een voornaam’ gewas. ‘Als je hyacinten teelde, was je pas echt een bollenkweker en had je een streepje voor. Er was ook sprake van een standsverschil: je had de heren exporteurs in pak met stropdas en de
kwekers in hun overall. Dat waren twee werelden.’ De sfeer is van oudsher gemoedelijk in ‘de polder’. ‘Mensen waren heel hecht. Je moet je voorstellen dat je in die tijd echt ging emigreren als je naar de Noord verhuisde. Dat schiep wel een band.’ Het bedrijf dat zijn opa destijds begon, kennen we nu als Boltha, en is nog altijd gevestigd aan de Molenvaart in Breezand. ‘Mijn vader begon in 1949 zijn eigen onderneming,W. van Lierop, aan de Grasweg in Anna Paulowna. Ik ben daar inmiddels uit, het bedrijf wordt nu gerund door mijn jongste broer, drie neven en mijn oudste zoon.’ De bollenteelt heeft altijd een belangrijk stempel op ‘de polder’ gedrukt, weetVan Lierop. ‘Als het de bollenkwekers beter uitkwam dat de school vakantie een week opschoof, dan gebeurde dat gewoon.’ Breezand kende lange tijd een eigen tuinbouwschool, en er was een heuse bollenveiling op de plek waar nu een garagebedrijf is gevestigd. Als kenmerkend voor ‘de Polder’ anno nu noemt Van Lierop de Lentetuin. ‘Daar is na dertig jaar nog altijd veel animo voor. Een mooi parade paardje voor de kwekers in dit gebied. Daarnaast hebben we de Poldertuin waar elk jaar vierhonderd bakken bollen worden geplant. En verder is de Polderse kermis echt een ding, daar nemen mensen vrij voor. Dus voor die tijd willen kwekers graag hun bollen van de dam af hebben.’
CNB 100 magazine 27
Made with FlippingBook - Online magazine maker