CNB magazine 100 jaar nr 3

Niemand dacht dat het ooit zou lukken, totdat er iemand kwam die dat niet wist. Exact zo hebben kwekersvereniging Roselily in het algemeen, en veredelaar De Looff Lily Innovation in het bijzonder, een stille revolutie in de sector teweeggebracht. Ze hebben laten zien dat het mogelijk is om samen nieuwe rassen gestructureerd in de markt te zetten, daarbij gebruikmakend van de kennis, de expertises en het netwerk van alle ketenpartijen. Samenwerken dus, tegen de mores van het vak in.WaaromTonny, Johan en Martin de Looff voor deze weg kozen, hoe deze geplaveid werd en waar dat de betrokken ketenpartners gebracht heeft, vertellen Tonny de Looff, leliekweker Harm Duineveld (Jos Duineveld Breezand B.V.), leliebroeier Jaap Moerman (Moerman Lilium), bollenexporteurWillem-Jan van Graas (Van den Bos Flowerbulbs) en lelievertegenwoordigers Jurgen de Graaff en Dirk Bloothoofd (CNB) in een inspirerend gesprek.

‘Er zit onvoldoende structuur in de keten: nieuwe soorten worden te snel ongebreideld uitgegeven en moeten zich in de keten daarna nog maar bewijzen.’

Op het moment dat de gebroeders De Looff in 1997 tussen de zaailingen van ‘De Looff Lily Innovation’ een lelieplant vinden met een dubbele bloem, zonder stuifmeeldraden en vrijwel zonder geur, realiseren zij zich dat ze een bijzonder nieuw lelieras op het spoor zijn. In deze ene lelieplant schuilt de potentie van een bloem die zich qua uitstraling kan meten aan een roos en een oplossing biedt voor de aanhoudende consumentenklachten over de zware geur van lelies en de kleurafgifte van de stuifmeeldraden. Na die ontdekking duurt het nog tot 2008 voordat Tonny en zijn broers uit die eerste plant marktwaardige rassen hebben gekruist. Ze besluiten om die gestructureerd in de markt te zetten. Enerzijds om te voorkomen dat deze nieuwe leliesoort strandt voordat hij getest is in de hele keten. Anderzijds om de keten gezond te houden en ervoor te zorgen dat iedere schakel geld kan verdienen aan dit veelbelovende nieuwe product.

op dezelfde lijn zitten. Dirk (CNB): ‘Wij zijn beiden van mening dat de vermarkting van nieuwe leliesoorten niet goed gaat. Er zit onvoldoende structuur in de keten: nieuwe soorten worden te snel ongebreideld uitgegeven en moeten zich in de keten daarna nog maar bewijzen. Het kan top of flop worden.’ Jaap (broeier) vult aan: ‘De schakels in de keten werken doorgaans niet samen. Als een ketenpartij geld verdient, betekent dat niet per definitie dat andere schakels daarvan meeprofiteren. Andersom gaat dat ook op. Problemen worden naar de volgende ketenpartij doorgeschoven, waardoor veel soorten het niet redden. Dat is pure kapitaalvernietiging.’

Anders dan gewoon in de branche

De Looff Lily Innovation vindt dan in CNB (in de persoon van Dirk Bloothoofd) en Wim Langelaan (kweker), twee partners die

CNB 100 magazine 47

Made with FlippingBook - Online magazine maker