CNB magazine 100 jaar nr 3

Wie? Kwekersvereniging Roselily

‘Dat de export en de broeierij

Harm (kweker) knikt: ‘Het is bovendien niet duurzaam. Arbeidskosten, werkplezier, kennis en chemie: er wordt veel meer vernietigd dan alleen geld.’ Tonny (veredelaar): ‘Precies dat willen we anders doen. Ons streven is om Roselily, zoals we de nieuwe lelielijn noemen, stapsgewijs in de markt te zetten, gebruik­ makend van de kennis, de expertises en het netwerk van alle ketenpartijen. Dat dit automatisch betekent dat je als individuele ondernemer minder snel kan gaan en dat inkomsten langer op zich laten wachten, nemen we op de koop toe. Kosten gaan altijd voor de baten uit.’ Onder aanvoering van CNB werden er vervolgens kwekers benaderd die op dezelfde manier naar de markt kijken. Dirk (CNB): ‘Dat heeft mij heel wat gesprekken en heel wat bloed, zweet en tranen gekost. Er stonden vijfentwintig kwekers op mijn lijstje. Daarvan zijn er vijftien om uiteenlopende redenen afgevallen. Ze zagen niets in het product, vonden de weg te lang of konden de investering niet dragen. Met de tien kwekers die mee wilden doen, hebben we eind 2008 kwekersvereniging Roselily opgericht.’ Tonny (veredelaar): ‘De enige afspraak die we maakten, is dat we Roselily samen als merk in de markt zouden gaan zetten, zonder concessies te doen aan de unieke producteigenschappen: dubbelbloemig, stuifmeelvrij en minder geurend.’ Om het merk en het product in de broeierij en de export te testen en uit te dragen, zocht Roselily ook samenwerking met twee exporteurs,Van den Bos Flowerbulbs en Zabo Plant, en met twee broeiers, Moerman Lilium en De Jong Flowers. Tonny (verdelaar): ‘Dat de export en de broeierij ook aan tafel zitten bij onze kwekersvereniging, is uniek.’ Roselily: merk en kwekersvereniging

Alle expertises zijn nodig Het speelveld waarop de Roselily- samenwerking vanaf dat moment vorm moet krijgen, is ingewikkeld. Slechts 2% van de dubbelbloemige zaailingen blijkt stuifmeelvrij te zijn, en concurrenten- veredelaars staan nooit stil. Dirk (CNB): ‘Als we samen door de kassen van de Looff liepen en mooie dubbel­ bloemige lelies mét stuifmeeldraden zagen staan, volgde er geheid discussie: “Wat willen wij, wat wil de markt, wat is goed voor het merk Roselily?” Het is tegen de natuur van ondernemers om kansen te laten liggen: dubbelbloemige lelies met stuifmeeldraden, waar andere veredelaars zich op gingen richten, hadden via Roselily ook goed verkocht. Toch is daar uiteindelijk nooit voor gekozen.’ Tijdens zulke discussies blijkt eens te meer hoe belangrijk het is om alle ketenpartijen bij de ontwikkeling van Roselily te betrekken. De reacties uit de markt helpen om koers te houden en te blijven geloven in de langetermijnaanpak. Jaap (broeier): ‘Wat ons overtuigde en nog ook aan tafel zitten bij onze kwekers- vereniging, is uniek.’

CNB 100 magazine

50

Made with FlippingBook - Online magazine maker