COLUMN
Ik woon er, ik werk er en ik ga er nog vrij regelmatig de bloemetjes buiten zetten. In mijn hoofd ken ik de stad. Dat dacht ik dus.
LOOP EENS EEN MARATHON IN EIGEN STAD
I k wil er niet te protserig over doen, maar ik heb vrij recent tochmaar mooi de marathon van Ant- werpen uitgelopen. De Nachtmarathon. Met me- daille en al, wat enkel wil zeggen dat ik binnen de maximumtijd binnen liep. Er waren er nog vijftien na mij. Ik heb er ook veel zien zeuren onderweg. Stukjes afsnijden, een eindje meeliften op de step van een supporter, maar dat is weer een ander ver- haal. Niet echt olympisch te noemen. Veel meer valt er niet over te zeggen. Ik heb
Een stad die wat bruist en leeft, daar gebeuren dingen. De plekjes, cafeetjes, restaurantjes en win- keltjes veranderen op een ritme dat je niet voor mogelijk houdt. En bovendien zijn er altijd onont- dekte parels. Wijken die je niet kende. Een goed ontworpen marathon leert je die kennen. Stap- of loopvoets. Ik zag buurten en restaurants waar ik van dacht dat ik er zeker nog eens heen moest. Je probeert ze te onthouden, maar dat lukt niet. Omdat je met iets anders bezig bent. Je probeert te overleven en die hele afstand te overbruggen.
geen wereldprestatie laten opte- kenen, ik heb ook geen best- tijd neergezet. Ik had maar één ambitie: ooit een ma-
Ook daar heb je trouwens meerwaarde. In de zes maanden voor dat evene- ment moet je kilometers maken. Veel kilometers. Meestal deed ik dat in het Nachtegalenpark, dat ik ondertussen ken als mijn broekzak. Maar heel af en toe deed ik ook andere parcours, zocht ik het iets avontuurlijker. En zo leer je andere kanten van het havengebied kennen, van het Ri- vierenhof, Linkeroever, noem maar op.
rathon gelopen te hebben. Omdat te kunnenmoet je ’t ook gewoon doen. En omdat er in dit
blad toch wel redelijk veel nadruk ligt op mo- biliteit, op toerisme en op beweging, zou ik het vol- gende durven te stellen: wie zijn thuisstad wil ontdekken, die moet al eens een marathon doen. In die thuisstad! Uiteraard kun je meedoen aan ‘mara-
thontoerisme’ en op de meest exotische locaties proberen de zo begeerde 42 kilometer 195 meter op je naam te schrijven, maar doe dat nu gewoon eens in de stad of in de nabijheid van de stad waar je woont. Het is, echt waar, verrijkend! Al meer dan acht jaar woon ik ondertussen in Antwerpen. Als Brusselaar, student van Gent, voorwaar geen vanzelfsprekendheid. Ik woon er, ik werk er en ik ga er nog vrij regelmatig de bloe- metjes buiten zetten. In mijn hoofd ken ik de stad. Dat dacht ik dus. En daar maakte ik dus een fout.
Er is geen betere manier om een stad en de omge- ving van een stad te leren kennen, dan lopend, hobbelend, met de benenwagen. En voor zij die denken dat je daar jong moet voor zijn, ze dwalen. Ik ben uiteraard nog maar vijfen- twintig in mijn hoofd, maar volgens mijn geboor- tebewijs al ver in de vijftig. Een beetje voorberei- ding en je kunt zo’n ding uitlopen. En nu moet ik het nog een keer doen, want dat is de enige manier om al die memorabele plekken echt te ontdekken en terug te vinden.
Guido Everaert
Levensgenieter
pur sang.
35
NOVEMBER-DECEMBER 2021 REIZEN
Made with FlippingBook - Online catalogs