Kop omhoog, rug recht.’
Rotterdammer zijn is een voorrecht, optimisme een verlangen en moed een keuze.
Ik hoef die stelling niet aan Jan-Peter voor te leggen, want het is alsof hij mijn gedachten kan lezen. Aan de hand van een illustratief voor- beeld blikt hij nog één keer terug op zijn wortels om aan te geven hoe trots hij is op de nalaten- schap van zijn vader, maar evengoed om aan te geven hoe groot zijn behoefte was om het anders te willen doen: ‘In 2015 gingen we van zeven naar twaalf filialen. Mijn vader heeft harde impopulaire maatrege- len moeten nemen om de vijf geannexeerde bedrijven te saneren. Hij kón gewoon niet dele- geren aan mijn zussen Esther, Patricia of aan mij. Ik stond op het punt om het bijltje erbij neer te gooien, zó stug en dominant was hij. Uiteindelijk zijn we er, mede door bemiddeling van mijn moeder, samen uitgekomen. Een half jaar vóór zijn dood had ik de bovenste etage van dit filiaal aangepast, precies op de manier zoals ik dacht dat wij als DAKA de toekomst zouden moeten betreden. Voor het eerst in mijn leven gaf hij, gezeten in zijn rol- stoel, zijn goedkeuring en complimenteerde hij me. Ik zal die dag nooit meer vergeten… ik krijg er nóg tranen in mijn ogen van…’
list en ondanks de grootte van ons concern, we tellen momenteel 17 filialen waarin 650 mensen werkzaam zijn, willen we nog steeds die per- soonlijke benadering geven aan onze klanten. Daarbij gaat het dus uitdrukkelijk níet alleen om de koude verkoop, maar we willen de klant ook een aanvullend servicepakket aanbieden op het gebied van voeding, productkennis, techniek, kleding, digitale monitoring middels een spor- tapp… noem maar op. Dergelijke ideeën zijn voortgekomen uit de besprekingen die ik met mijn MT heb gevoerd.’ In tegenstelling tot zijn vader gelooft Jan-Peter in ondernemerschap 2.0 dat voorschrijft dat híj uiteindelijk de eindbeslissing neemt, maar nooit zonder overleg met zijn vierkoppig manage- mentteam aan wiens oordeel hij veel waarde hecht:
‘We denken graag vooruit en overleggen over zaken als marketing, innovatie, assortiment keuze en expansie waarbij ik een deel van de verantwoordelijkheid ook bij mijn mensen durf neer te leggen. Ik hoef niet perse iedere minuut van de dag, zoals mijn vader, in de winkel te staan. Dat vertrouw ik mijn mensen toe. “Rotterdammer zijn is een voorrecht, opti- misme een verlangen en moed een keuze.”
schoenen te kopen?’
Het bleek een trendbreuk waar het personaal van DAKA Sport juist in dít filiaal aan de Abraham van Stolkweg het meest aan moest wennen, gewoon als zij waren dat voor hun werd gedacht en gehandeld. Jan-Peter hierover: ‘Ik geniet echt van het ondernemerschap. Het overleg met onze mensen, de bepaling van de richting en de strategie, het contact met onze leveranciers en het wederzijds vertrouwen dat ik ervaar. Daar is de relatie met Kees inderdaad een schoolvoorbeeld van. En over school ge- sproken… in de kern is er voor ondernemer- schap natuurlijk geen school. Het moet vooral in je karakter zitten… de durf, de drive, het optimisme… tijdens de eerste golf van de coro- nacrisis heb ik alle filialen persoonlijk bezocht om iedereen een hart onder de riem te steken.
Er valt een stilte die de ruimte verschaft om het bruggetje naar de afsluitende vraag te leggen:
‘Wat mijn grootste geluk is? Als mijn zussen en ik erin slagen om de volgende generatie klaar te stomen voor dit prachtige vak. Mijn dochter is nu twaalf dus zij heeft nog eventjes hahaha…’ Waarmee de trotse ogen van de vooruitdenker Jan-Peter Dankaart nog eventjes weigerden te drogen.
Afgelopen zaterdag had jij mij toch ook niet nodig om een winterjas en een paar hardloop-
12
13
Made with FlippingBook flipbook maker