Van Steensel 60 etappes

scheepvaartbeurs staat ontmoet hij Mary (ook uit de scheepvaart) “Plots” werkt hij in het WTC en geeft hij leiding aan 30 medewerkers waar- onder 20 journalisten. Als het blad wordt verkocht aan het Duitse DVZ (Deutsche Verkehrs-Zeitung) stapt hij in het textiel waar hij een vriendin helpt die zich heeft toegelegd op de im- en export van ondergoed. In 2010 kruipt het bloed waar het niet kruipen kan. Jos keert terug bij Broekman waar hij in de voormalige RDM-loodsen op Heijplaat de leiding krijgt over de Breakbulk van Broekman. Hij schaft met de mannen in de kantine die zich zichtbaar verbazen over Jos’ vakkennis, over zijn toegankelijkheid en over zijn luisterend oor (hetgeen onmiddellijk wordt bekrachtigd door Mary “precies dat ja!”). Het blijkt zijn laatste klusje. In 2016 is Jos 64 jaar en maakt hij budget- ten voor projecten die allemaal ná zijn pensioen geconcretiseerd zullen worden. Het is genoeg. We zijn aan het einde van het gesprek dat ons weer terugbrengt naar het begin. Nog één keer staren we vanaf de veranda ademloos naar het levende schilderij dat het uitzicht van Jos en Mary vierentwintig uur per dag bepaalt: ‘De Zalmhaventoren heeft twee kanten: een havenuitzicht en een stadsuitzicht. Na een carrière van 46 jaar in de haven kozen Mary en ik maar voor een stadsuitzicht haha.” Het uitzicht op de toekomst laat geen ruimte aan het spook van de verveling, want Jos Masselinks leven loopt parallel aan de levens- ader de Nieuwe Maas:

Tijd voor een eerste kennismaking met onze vrienden “toeval” en “lot”. Nu blijkt Jos Masselink niet per se de man van het terugkijken, hij houdt zijn vizier liever gericht op de toekomst. Hij kan zich dan ook niet herinneren dat hij destijds overmeesterd werd door een eureka-gevoel. De stap naar de Havenvakschool blijkt evenwel de aanzet tot een glorieuze carrière in de Rotterdamse haven waar Jos Masselink een toonaangevende rol zal spelen, al is hij er vliegensvlug bij om het topje van dreigende pedanterie eigenhandig een kopje kleiner te maken. Trots ja, maar arrogant nooit. Hoe het ook zij, Jos heeft zich nooit beziggehouden met dieperliggende (en uiteindelijk weinig relevante) filosofische vraagstukken als “toeval” en “lot”. Het loopt zoals het loopt… Daar loopt Jos. Op de Jan Backx. Zestien lentes jong. De kleur van de uniformen bepaalt de leer- gang. Jos luistert, zwijgt, kijkt en leert. Huiden uitkloppen, lading laden, sjorren, lossen, het kabelgat ontdekken en knopen leggen (“ken jij het “Allemanseindje” nog Kees?”). Zonder dat hij het zelf beseft (Jos ondergaat het leven op zijn Rotterdams), wordt zijn uitzicht op de toekomst gevormd. Hij is Ketelbinkie, stuwadoor, machinist, cargadoor, eerste stuurman, tweede kapitein, loods en matroos ineen. Hij vindt alles leuk, interessant en relevant. ‘Na het leerlingstelsel en diverse stages ging ik in 1969 van school. Ik wilde graag waterklerk worden vanwege alle voordelen, zoals een autootje van de zaak en belastingvrije drank en tabak haha. Ik probeerde het bij Van Ommeren dat mij doorverwees naar hun buurman Müller & Co. Daar kreeg ik mijn eerste baantje op de commerciële afdeling. Dat vond ik ook wel leuk.’ Een tweede poging om de “toeval” en “lot” kaar- ten uit te spelen strandt, want Jos is over- duidelijk geen kaarter. De commercie “lag hem wel”, daar houdt alleskunner en allesleukvinder Jos het anno 2024 bij. Wat heeft het voor zin om te willen weten waaróm je A leuk vindt, maar B ook… waaróm je talent voor C blijkt te hebben, terwijl ook D je lijkt te liggen. Voer voor zielen-

knijpers, maar niets voor een doener als Jos Masselink die als Sparta-supporter zal moeten toegeven dat het Geen Woorden Maar Daden ook verrassend vaak op zíjn levensloop slaat. ‘Na mijn militaire dienst kwam ik weer in dienst bij Müller, dit keer op de Waalhaven Pier 7. Na een interessante commerciële functie bij Aseco kwam ik uiteindelijk bij Broekman terecht. Vanaf dat moment komt Van Steensel Assurantiën in het verhaal. Wij brachten al onze verzekeringen bij Kees onder. Overigens doe ik dat privé, tot op de dag van vandaag, nog altijd. Enfin, als agent van rederij Evergreen zocht Broekman iemand voor met name de Aziatische markt. Dat was in mei 1979 en ik kwam voor het eerst in aanraking met zeecontainers. Evergreen stelde steeds meer eisen, dus kwam er na verloop van tijd de marketing, de inkoop en de PR bij. Ook dat vond ik allemaal wel leuk ja. Je moet het ook ’n beetje afdwingen.’ Driemaal zou scheepsrecht moeten zijn, want waar komt “afdwingen” vandaan? Wie dwingt iets af en wie niet? Voor het eerst mengen Kees en Jos’ echtgenote Mary zich in het gesprek. Kees maakt een treffende vergelijking tussen de haven en de apenrots, waar stoerheid troef is, waarop Mary reageert: ‘Jos heeft, denk ik, een natuurlijke en rustige uitstraling. Hij is integer en treedt niet zo gauw op de voorgrond. Dat onderscheidt hem, denk ik, van de rest.’ Het is tijd voor nieuwe uitdagingen, want het leven is te kort voor een kantoorbaantje ergens driehoog-achter. Op basis van zijn Aziatische uiterlijk en gevoel voor de Aziatische cultuur, mag hij het Evergreen Maritime Museum in Taipeh helpen inrichten (“sta je ineens mee te bieden op een modelboot uit de zeventiende eeuw haha...”), is hij medeorganisator van de destijds legendarische Freight Show in Sport- paleis Ahoy en wordt hij namens Elsevier uitgever dat het (volgens Jos) kwaliteitsarme Nieuwsblad Transport uitgeeft. Wanneer hij met Nieuwsblad Transport in Rotterdam op een

‘Het loopt zoals het loopt.’

208

209

Made with FlippingBook flipbook maker