zeventig, begin tachtig, als de vriendengroep de stranden van Arenys de Mar onveilig maakt. Nico’s illustere bijnaam “Ome Neuk” laat weinig aan de verbeelding over en Kees’ schater- lach-met-rode-wangetjes nog minder! Gelach alom, totdat Nico opeens (uit het niets) een veel- zeggende stilte laat vallen: ‘Ik was 16 toen ik een meisje leerde kennen op de middelbare school. Het heeft al met al slechts drie maanden geduurd, maar ik zwoer tóen dat ik nooit vader bij een andere vrouw zou worden.’ Het gegeven is bekend: een puber bedient zich per definitie graag van (te) grote woorden. Doorgaans worden dergelijke groteske beloftes de volgende dag alweer bewust of onbewust vergeten, maar het woord “doorgaans” kent Nico niet. Een nadere uitleg over zijn beladen puberale belofte volgt echter niet… nóg niet… ‘Op het Caland College voltooide ik de havo en aansluitend het vwo in een periode van 10 jaar. Ik was rustig, teruggetrokken, een tikkie verlegen. Een boeffie? Ik? Ik heb Kees als kind ooit in een koeienvlaai geduwd, maar dat was het dan ook wel haha…’ Nico en Kees halen herinneringen op aan de wilde feesten die begin jaren ’80 werden gegeven bij waterpolovereniging SVH in Hillegersberg. Nico en Kees ontfermen zich over de drankinkoop en bij toerbeurt zijn zij DJ. Funky Town, Heaven Must Be Missing an Angel, Burn Baby Burn! Als Nico op gewetensbezwaren wordt afgekeurd voor militaire dienst (“ik ben tegen iedere vorm van geweld en ben vanaf mijn vijftiende vegetariër”) volgt hij de Middelbare Tuinbouw- school in Dordrecht. Gezien zijn vooropleiding mag hij een jaar overslaan, met topcijfers vliegt hij door de opleiding heen. Nederland gaat die jaren gebukt onder een economische crisis, er heerst veel werkloosheid en dus kiest Nico nood- gedwongen voor een baantje in de verkoop:
intrede in deze branche. Aanvankelijk was ik zo verlegen dat het drie maanden duurde, voordat ik een klant überhaupt durfde te bellen haha. Ik heb het uiteindelijk zes jaar volgehouden. Toen mijnheer Koeleman hartproblemen kreeg, ben ik er zelfs bedrijfsleider geworden. Afijn, we kregen een nieuwe directie en toen ben ik er weggegaan. Nadat ik voor een Duitse leveran- cier had gewerkt, ben ik in 1996 voor mijzelf begonnen en dat werd dus de firma Realitrees. Uiteraard heb ik sinds dag één al onze verzeke- ringen bij Van Steensel ondergebracht. Wij leveren hoogwaardige kunstplanten in binnen- en buitenruimtes. Wat sprekende voorbeelden? Het vorstenhuis van Liechtenstein, Sky Television in Londen, winkelcentrum Spandau Arcaden in Berlijn en dus dit Tuinhuis van God.’ Om de bomen een zo’n natuurlijk mogelijk karakter te geven, reist Nico regelmatig naar Sri Lanka alwaar een bepaald type boomstammen verkrijgbaar is dat zich uitstekend blijkt te lenen voor Nico’s kunstplanten en -bomen. Op Sri Lanka volgt de reeks wonderlijke toevalligheden (maar wie durft in het Tuinhuis van God te geloven in toevalligheden?) elkaar in een ras tempo op. Een wonderbaarlijk verhaal volgt: ‘Ik verbleef er in een hotel waar een bediende, Luxmi geheten, mij op de een of andere manier deed denken aan het meisje met wie ik op de middelbare school drie maanden verkering had gehad. Alsof het verleden plotseling op mijn voordeur klopte. Luxmi en ik hadden leuk con- tact, totdat een zakenrelatie mij belde met de mededeling dat Luxmi was gearresteerd, gewoonweg omdat zij een Tamil was. Ik was geschokt door zoveel onrecht en keerde onmid- dellijk terug naar Sri Lanka. Aanvankelijk wilde niemand mij helpen, maar weer door toeval kwam ik precies de avond voor Luxmi haar proces (ze had toen drie maanden vastgezeten, in contact met een Nederlander die daar woon- de. Hij wist Luxmi haar moeder te wonen. We gingen er meteen naar toe. De moeder barste in huilen uit, toen ik vertelde dat ik kwam helpen. Ik beloofde haar de volgende dag mee te gaan naar de rechtszaal. Uiteindelijk kreeg ik haar vrij
voor een bedrag van omgerekend 60 euro. Na veel gedoe heb ik Luxmi naar Nederland weten te krijgen en ben ik zelfs vader geworden.’ Tijd voor een adempauze geeft Nico ons niet, want zijn wonderlijke wereld laat zich niet onderbreken door de banaliteit van iets als interpuncties: ‘Die breuk met mijn belofte uit het verleden zat zo: in juni 1994 had ik een poliklinische afspraak staan om mij te laten steriliseren, maar ik moest die afspraak last minute afzeggen vanwege de paring van de sepia-inktvis. Dat is echt uniek én spectaculair, want die veranderen steeds van kleur als ze hun eitjes afzetten. Ik dook die dagen veel, dus daar móest ik bij zijn om het te fotograferen. Afijn, die afspraak voor de sterili - satie heb ik dus afgezegd en nou komt het: kort daarna werden zulke ingrepen niet langer vergoed en dat vond ik zonde van mijn centjes haha, ik zou immers toch geen vader worden. Eind goed al goed, want dáárdoor werd ik als- nóg vader hetgeen zonder die parende sepia-inktvis dus nooit gebeurd zou zijn. Onze zoon heet trouwens Luco, naar Luxmi en Nico, hij is nu tien jaar…’ Bij het horen van “tien jaar” stappen Nico en Kees automatisch in de teletijdmachine. ‘Jij was Joop Zoetemelk en je broer Sjaak Eddy Merckx, weet je nog?’ ‘Ja nou! En als we schaatsten was jij Art en je broer Rob Keessie haha…’ Het eind van dit wonderbaarlijke gesprek vindt plaats aan een statafel die op een kunstboom- stam rust. Ik werp een laatste blik op de open- geslagen bijbel waarop de zon vanuit de nok van het Tuinhuis van God uitbundig schijnt: “Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden.’’
Johannes 15:13
‘Dat was bij de plantenfirma Koeleman die actief was in de kantoorbeplanting. Het was mijn
Omdat toeval in onze wonderlijke wereld niet bestaat.
216
217
Made with FlippingBook flipbook maker