Op 1 maart 1976 treedt Kees, drie jaar na het overlijden van zijn vader Evert, in dienst bij het familiebedrijf dat die dagen wordt geleid door Bob Sauer die als mentor van Kees fungeert: ‘Toen waren we met ons huis en kantoor aan de Straatweg gevestigd. Ik had net Nyenrode gedaan en had geen idee wat ik wilde. Ik vond mijzelf helemaal geen kantoortype, maar ik vond het werk wel steeds leuker worden. Op een gegeven moment zei Bob Sauer: “Kees, geen idee hóe je het doet, maar je dóet het…” Dat zegt eigenlijk alles over mijn karakter. Ik ben dan ook een atypische Nyenrodiaan, ik handel niet strategisch, maar meer op mijn intuïtie. Ik heb hier 41 jaar gewerkt. In 1998 verliet Sauer de zaak en in 2012 heb ik het verkocht aan Jelle. We hebben vijf jaar samengewerkt, in 2017 ben ik met pensioen gegaan…’ De plannen van de ultrafitte Kees zijn 41 jaar lang, zo zegt hij, “al doende” ontstaan. Hij omschrijft zichzelf als plooibaar, flexibel, maar ook als aards eigenwijs. Hij maakte bedrijfsmatige keuzes op zijn gevoel en geeft aan dat zijn busi- nessmodel voor een groot gedeelte gestoeld is geweest op geluk (“ik vond pecannoten en ge- pelde walnoten gewoon leuker”), al voegt hij daar met een knipoog vol ironie aan toe dat hij ook “last” heeft van een selectief geheugen. ‘In 2010 kwam ik hier in dienst’, zegt zijn 40-jarige zoon Jelle, ‘ik was toen 26 jaar. Ik had Bedrijfs- kunde gestudeerd aan de Erasmus Universiteit, maar die opleiding was toch vooral geënt op corporate business, zowat al mijn studie- genoten droomden ervan CEO van Coca-Cola te worden. Het ging nooit over kleinere bedrijven, laat staan over familiebedrijven. Ik ben, net als mijn vader, ook behoorlijk eigenwijs. Ik voelde meteen aan: hier ligt mijn toekomst.’ Als Jelle in 2012 het bedrijf overneemt, trekken vader en zoon vijf jaar uit voor de troon- wisseling. Ook al probeer ik als advocaat van de duivel op allerlei manieren gaten te schieten in hun bastion van wederzijds respect, het lukt me
niet. De troonwisseling verloopt soepel, zonder ophef met volledig respect voor het verleden (Jelle) en met het volle besef dat de toekomst een wijd opengeslagen deur verdient (Kees). ‘Zoals Bob Sauer in het verleden míj de kans gaf op het op míjn manier te doen, zo wilde ik Jelle alle ruimte geven om het op zíjn manier te doen.’ ‘Die vijf jaar samenwerken is voor mij cruciaal geweest’, zegt Jelle, ’in die fase is de basis gelegd voor de omzet. Het is sinds 2017 hard gegaan. Mijn vader heeft een enorm netwerk in onze branche opgebouwd en heeft natuurlijk een karrevracht aan ervaring.’
dit clichébeeld van A tot Z. Hun verhaal valt in een notendop samen te vatten in vier woorden: hoe het zou moeten. Hun wendbaarheid valt wellicht te verklaren aan de hand van hun sportieve achtergrond: ‘Ik ben, net als deze twee Keessen overigens, een waterpoloër dus wij kunnen wel tegen een stootje. We zijn gewend aan competitiedrang en functioneren goed in teamverband. Ik heb op hoog niveau gespeeld, bij de jeugd ben ik zelfs drie keer Nederlands kampioen geworden. Ik schopte het tot aanvoerder van het eerste team en ik ben nog een tijdje voorzitter geweest. Ik ben de verantwoordelijkheid inderdaad nooit uit de weg gegaan.’ Vader en zoon spreken hun trots naar elkaar uit, al komt bij vader het woord “blij” eerder in hem op dan “trots”, zo laat hij nadrukkelijk weten. Het nuanceverschil tussen blij en trots doet “onze” Kees glimlachen, als Kees en Jelle tot slot de loftrompet steken over Van Steensel Assurantiën: ‘Zoals ik in het begin al zei, opereert Van Steensel precies als ons bedrijf. Keep it simple. Het persoonlijke directe contact is uitmuntend’, zegt Kees, waarop Jelle met een grote glimlach aanvult: ‘Daar heb ik nog wel een pijnlijk-leuk voorbeeld van. Tijdens de afgelopen zomervakantie had ik in een pikdonkere nacht in Spanje per abuis diesel in plaats van normale brandstof getankt. Stond ik daar in the middle of nowhere met een auto die het niet deed. Het was een zaterdag- avond, maar tóch nam Tim de Jager van Van Steensel de telefoon aan. Persoonlijk, direct. Net als wij…’ PS: Tot zover het verhaal over een familiebedrijf, helaas in een notendop, want wist u dat de hobby van Kees het zagen van bomen in opdracht van Staatsbosbeheer is?!
“Ik heb vijf jaar ontzettend fijn met mijn vader samengewerkt.” - Jelle van de Sandt
‘Jelle heeft dat intuïtieve van mij’, verduidelijkt Kees, ‘maar hij heeft de wetenschappelijke, planmatige kant van zijn moeder. Een beetje the best of both worlds dus. Als entrepreneur lijkt hij veel meer op zijn grootvader dan dat ik op mijn vader leek.’ De rimpelloze transitie van vader op zoon is de uitzondering die de regel bevestigt. Menige bedrijfstransitie van vader op zoon kenmerkt zich als volgt: zoonlief is een eigenwijze snot- neus die nergens verstand van heeft, pa is een dinosaurus die niet wil veranderen. Zoals gezegd logenstraft het verhaal van Kees en Jelle
236
237
Made with FlippingBook flipbook maker