CNB magazine 100 jaar nr 3

Wat? In gesprek over de toekomst van het vak

Bas: ‘Ik verwacht dat CNB een algemeen bemiddelende rol speelt in de beschik­ baarheid van bollen, zowel vanuit mijn teeltbedrijf als mijn broeierij.’ Marco: ‘En wellicht ook in de sturing van het assortiment, zoals dat bijvoorbeeld nu via BVS gebeurt. Ik ben benieuwd hoe zich dat gaat ontwikkelen.’ Marco doelt daarmee op Bol van Samenwerking (BVS), dat door CNB is opgericht om de gezamenlijke verkoop van rassen door kwekers mogelijk te maken binnen de wettelijke kaders van mededinging. Leo: ‘BVS is de verbindende factor, oftewel de facilitator, van de samenwerking die hiervoor nodig is en richt zich op het realiseren van een optimaal en stabiel rendement per hectare voor kwekers. Dat is toch iets anders dan CNB tot nu toe doet. Honderd jaar geleden zijn we door telers opgericht om een marktplaats te creëren en om zorg te dragen voor afzet- en betalingszekerheid. Anno 2019 is dat nog steeds één van onze kerntaken, waarmee we voorzien in een behoefte in de bloembollenketen. Dat moeten we goed blijven doen, via onze bemiddelaars. Maar wat ik ook zie, en vandaag wederom bevestigd krijg in dit gesprek, is dat er geen gemiddeld bollenbedrijf meer bestaat en dus ook geen gemiddelde dienstverlenings­ vraag.We moeten daarom onze dienst­ verlening durven differentiëren in maatwerk.’ Marco en Bas beamen dat: ‘Als ik naar de leliemarkt kijkt, zie ik allerlei bewegingen: schaalvergroting, specialisatie of combinatie van teelt en broei en kwekers die bij elkaar kruipen of juist individualiseren.’ Bas: ‘Ik denk dat het goed is als CNB scherper inspeelt op de vragen van de verschillende bedrijven en hun specifieke bedrijfsvoeringen. Als de prijs daarvoor maar wel in verhouding staat met de dienst die geleverd is.’ Leo knikt: ‘In feite ontstaat er ook behoefte aan nieuwe commerciële, financiële, administratieve en juridische diensten, waarbij het accent verschuift naar

ondersteuning en advies en er minder nadruk ligt op de uiteindelijke transactie zelf. Hoe we dat moeten gaan inrichten, weten we nog niet, dat is een hele uitdaging. Maar dat we er op in moeten spelen en dat samen met onze leden inhoud moeten gaan geven, is wel duidelijk.’

Kwekerij Bakker, aangenaam

Verduurzaming en markttoegang

Marco van Uden is directeur-eigenaar van de in de jaren zeventig van de vorige eeuw opgerichte bollenkwekerij en -broeierij A. Bakker & Zn. Hij begon zijn carrière in 1990 als vaste medewerker. Eerst was hij agrarisch medewerker, later kreeg hij de algemene leiding over het bedrijf. In 2000 werd Marco algemeen directeur en medeaandeelhouder, waarna hij in 2008 de overige aandelen overnam van de familie Bakker. Marco’s internationaal opererende bedrijf is gespecialiseerd in tulpen en lelies en gevestigd in Heerhugowaard (productie van uitgangsmaterialen, bollenteelt, preparatie en opslag van bollen en leliebroeierij) en in Nieuw-Zeeland (leliebollenteelt voor afzet zuidelijk halfrond). De pijlers onder de missie van Kwekerij Bakker zijn een op de markt afgestemd assortiment, optimale productkwaliteit en 100% betrouwbaarheid. De bedrijfs- onderdelen werken daarom in een volledig gesloten keten samen. In die keten zijn de teelt, de broeierij en het transport van bol tot klant optimaal op elkaar aangesloten en wordt de milieubelasting zo laag mogelijk gehouden. Mede daarom monitort Kwekerij Bakker de kwaliteit en de performance van hun producten meerjarig middels een zelf ontwikkeld track & trace-systeem. De gesloten bedrijfsketen start in de eigen quarantainekwekerij Ardea. Daar wordt 100% virusvrij uitgangsmateriaal geproduceerd, dat onder het LelieGarant- label van BQ Support wordt geleverd aan de eigen teeltbedrijven en aan collega- leliebollenkwekers. De teeltbedrijven werken met ruime teeltrotaties en de leliebroeierij produceert jaarrond ruim 5 miljoen Oriëntal-lelies, die bestemd zijn voor afzet naar groothandelaren over de hele wereld. De teelt- en marktinformatie uit de broeierij wordt gebruikt om de bollenvermeerdering en -teelt te optimaliseren, zowel in kwaliteit als in performance, waarmee de gesloten keten weer rond is. Het team van Kwekerij Bakker telt in Nederland vijfentwintig mensen en in Nieuw-Zeeland zeven.

De heren wisselen hierover wat gedachtes uit en komen al pratend uit op wat Bas en Marco de grootste uitdaging voor de bollensector noemen: de noodzaak tot verduurzaming, die hand in hand gaat met de toegang tot de afzetmarkten. Marco: ‘Het lelievak wordt een steeds zwaardere topsport. De wereldmarkt gaat richting tolerantie nul, terwijl het aantal toegestane middelen dat je nodig hebt om dat te bereiken, steeds kleiner wordt. ‘De grootste uitdaging voor de bollensector is de noodzaak tot verduurzaming,

die hand in hand gaat met de

toegang tot de afzetmarkten.’

CNB 100 magazine

14

Made with FlippingBook - Online magazine maker