CNB magazine 100 jaar nr 3

De overheid zorgt er, soms zelfs met conflicterende regels, niet bepaald voor dat het werkbaar blijft. De risico’s in de teelt nemen daardoor toe en alternatieve, resistente soorten laten nog op zich wachten. De vraag of de veredeling dat heeft laten liggen, moeten ze zelf beantwoorden.’ Bas herkent dat deels: ‘Als tulpenbroeier produceer ik schoon, dat is goed mogelijk. Maar als teler kan ik niet zonder middelen. Ook in de tulpen is de veredeling te veel gericht geweest op mooi, veel en goed, en minder op resistentie. Aan de andere kant is het op resistentie veredelen erg complex. Een tulp die resistent is voor het ene virus, kan weer gevoelig zijn voor een ander, en/of slecht scoren op andere eigenschappen.’ Leo: ‘Hoe je het ook wendt of keert, klanten en consumenten kijken niet alleen naar de productie van de bloemen, maar uiteindelijk ook naar die van uitgangsmaterialen. Het is een ketenprobleem dat opgelost moet worden door aan meerdere knoppen te draaien: de gezondheid van uitgangs­ materiaal is er een van, maar de manier waarop geteeld wordt ook. De vraag is of er nog zo intensief gebruik gemaakt kan worden van bijvoorbeeld grond.’ Bas: ‘Eens. Maar ik zie daar al een kentering in. Als ik nu na het seizoen door Noord- Holland rijd, zie ik veel minder braakliggend, gespit land dan tien jaar geleden. Er worden dus echt meer wisselteelten toegepast.’ Marco: ‘Ik denk dat de bewustwording dat we niet kunnen blijven telen zoals we deden, er echt wel is.’ Bas: ‘Zeker, maar het kost tijd.We moeten ons oriënteren op en investeren in teeltmethodes die mee in plaats van tegen de natuur werken, maar een eensluidend antwoord op die vraag hebben we nog niet.’ Leo: ‘Ik heb geleerd dat er geen makkelijke oplossing is voor een Het slotwoord is aan de consument

ingewikkeld probleem. Gelukkig zie ik ook dat individuele bedrijven in de keten steeds meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen activiteiten en de verbete­ ringen die ze daarin aan kunnen brengen. Ik kijk liever naar die positieve beweging dan naar het einddoel.’ Bas: ‘Het is hetzelfde als met andere noodzakelijke veranderingen in je bedrijf. Als je op de drempel staat, kun je alleen links- of rechtsaf of rechtdoor. Moeilijker dan dat is het niet. Omdraaien en teruggaan is geen optie.’ Daarover door­ pratend blijkt dat zowel Kwekerij Bakker als RainbowColors en CNB hun bedrijfsvoering al behoorlijk aan het vergroenen zijn. Zo investeert CNB in Bovenkarspel onder andere in zonnepanelen en in de overstap naar natuurlijke koudemiddelen, en opereert RainbowColors binnen twee jaar energie- neutraal, bijvoorbeeld door opgewekte koelwarmte te gebruiken in de broeierij. Kwekerij Bakker investeert op zijn beurt in virusvrije uitgangsmaterialen Maar in de duurzaamheidsdiscussie missen Bas en Marco nog één belangrijke partij. Bas: ‘In het hele milieuverhaal heeft de consument ook een verant­ woordelijkheid. Milieuvriendelijk produceren is nou eenmaal duurder, daarin is de productie van bloemen geen uitzondering. De vraag is of consumenten dat willen betalen.’ ‘Of kunnen betalen’, voegt Marco daaraan toe. ‘In dat opzicht,’ besluit Bas, ‘is de grootste uitdaging voor onze sector eigenlijk nog breder dan we zojuist bespraken.Want, hoe zorgen we ervoor dat de consument onze producten blijft kopen? Of anders gezegd, hoe kunnen we de kwaliteit, het assortiment en de betrouwbaarheid - en dat is breder dan alleen milieu - leveren waarvoor een consument bereid is te blijven betalen.’ (vermeerdering in quarantainekas), in traceability en in energiezuinige teelttechnieken.

RainbowColors, aangenaam

Na een aantal jaar werkzaam geweest te zijn in de bollenkwekerij van zijn ouders, ging Bas Karsten in 2006 zijn eigen weg. Hij vestigde onder de naam Rainbow Colors zijn eigen tulpenkwekerij en -broeierij in Andijk. In de jaren die volgden, groeiden beide bedrijven in fases uit tot vooruitstrevende, grootschalige spelers in de tulpenmarkt. Anno 2019 omvat de kwekerij 95 hectare grond, waarop ongeveer 80 soorten geteeld worden. De broeierij is inmiddels goed voor de productie van 60 miljoen tulpen, verdeeld over 40 soorten, die nagenoeg allemaal afgezet worden in de retail, waaronder Albert Heijn. De broeierij koopt een deel van zijn assortiment in bij het teeltbedrijf en een deel extern. Het RainbowColors- team bestaat uit elf vaste medewerkers en wordt in het seizoen uitgebreid met vijftig seizoenkrachten. In zijn bedrijfsvoering streeft Bas naar optimalisering van de bedrijfsprocessen en naar het zo klantgericht mogelijk produceren. Logisch gevolg daarvan is dat Bas samen met zijn medewerkers, vaak vooruitlopend op de markt, investeert in digitalisering, automatisering en robotisering. In zijn broeierij gebruikt hij onder andere een meerlaags teeltsysteem, ledverlichting, een geautomatiseerd transportsysteem en een digitaal informatiesysteem. In het seizoen 2020 neemt RainbowColors als eerste broeibedrijf in Nederland een tulpenplantmachine in gebruik die naar verwachting veertien arbeidsplaatsen bespaart. In zijn teeltbedrijf baseert Bas zijn assortimentskeuzes op optimalisatie (stabilisatie) van rendementsverwachting, daarom teelt hij maar drie soorten uit de tulpen top 60.Voor de broeierij stemt hij zijn assortiment volledig af op de klantvraag en houdt hij zich via een deelneming inVitesse Tulpen bezig met veredeling. Als secretaris van Tulpen Promotie Nederland en lid van Tulips4all is Bas tevens actief in de promotie van tulpen en in het delen van tulpenkennis met vakgenoten.

CNB 100 magazine 15

Made with FlippingBook - Online magazine maker