CNB magazine 100 jaar nr 3

Noordwijkerhouters altijd wat platter in het taalgebruik, en ze zeggen wat ze denken. Dan maar even ruzie, maar je weet wel waar je aan toe bent.’ In moeilijkere tijden vonden ze het geen probleem ‘om de broekriem aan te halen’. ‘Ze waren gewend om zuinig te doen met hun geld. Winst werd geïnvesteerd in het bedrijf. Daar is Noordwijkerhout uiteindelijk groot van geworden.’ Koffie in de rietschelf Pennings kan zich nog goed herinneren hoe de bollen naar de veiling en de export werden vervoerd. Eerst met paard en wagen, en later met de inmiddels klassieke Bedfords. ‘Op het land deden we alles met de hand, totdat eind jaren 50 de eerste rooi- en plantmachines en onkruid­ verdelgers kwamen.’ Pennings heeft goede herinneringen aan die uren op het land. ‘Ik vond het fantastisch, de zomer was de mooiste tijd.’ De koffiepauze deed pas zijn intrede in de jaren 50. ‘Als we op het land aan het werk waren, dronken we koffie in de rietschelf waarin we een hokje hadden gemaakt. In het najaar was het daar lekker warm. De buren die op het naburige land aan het werk waren, schoven dan ook gezellig aan. Er was veel saamhorigheid in die tijd. Narcissen inploegen, hyacinten steken … dat deden we vaak met drie, vier bedrijven samen.’ Kenmerkend voor Noordwijkerhout, behalve de bollenteelt en het Bloemencorso met de eigen corsowagen dat jaarlijks door het dorp heentrekt, is het actieve carnavalsleven. ‘Na de oorlog was hier een groot gebrek aan verplegend personeel. Via de lokale kerkgemeenschappen werden mensen aangetrokken uit Brabant en Limburg.

Zij namen het carnavalsfeest mee en legden samen met inwoners van Noordwijkerhout de basis voor carnavalsvereniging de Kaninefaaten.’ Vermaard was ook het ‘verpleegstersfeest’. ‘Als je door de nonnen werd “goedgekeurd”, werd je daarvoor uitgenodigd. Dat was een hele happening. In die tijd had je ook nog niet zoveel meer dan carnaval en kermis.’ Nog steeds bollendorp Vakgenoten ontmoette je, toen al, bij bijeen­ komsten van de belangenorganisaties en de studieclubs. ‘Die bijeenkomsten werden altijd heel goed bezocht. Uitwisselen met collega’s is altijd leerzaam. Sommige dingen veranderen niet.’ Noordwijkerhout is ook nog steeds een bollendorp, vindt Pennings. ‘De bollenkwekers kennen elkaar allemaal. Intussen is het dorp twee keer zo groot geworden, dat brengt natuurlijk wel veranderingen met zich mee.’ Heel wat kwekers hebben de Bollenstreek verlaten om zich in de Noord te vestigen. ‘Daar was meer ruimte en verse grond. Ik kan me voorstellen dat de bollenteelt in deze regio uiteindelijk helemaal verdwijnt en plaats- maakt voor huizenbouw. Dat levert meer op.’ Pennings broeit in de winter nog wat proeven af voor zijn zoon die een exportbedrijf heeft, maar zijn bedrijf, kwekerij Cornifora, heeft hij al een tijd geleden verkocht. De herinneringen blijven altijd. ‘Ik kan de sfeer en de gezelligheid van toen nog wel eens missen.We hebben met elkaar heel wat gekkigheid uitgehaald. Tegelijkertijd is het mooi om te zien hoe goed de grote ondernemingen van nu het doen en hoe de jonge generatie zijn eigen weg volgt.We zullen zien wat de toekomst brengt.’

Aantal inwoners: 14.469 (1 januari 2018) Gemeente: Noordwijk Provincie: Zuid-Holland Oppervlakte: 23,40 km 2 Oppervlakte bollenteelt Noordwijkerhout: 1.115 ha (2018, bron: CBS) Aantal CNB-relaties in Noordwijkerhout: 78

Er was in de begintijd een duidelijke scheiding in gewassen. ‘In Hillegom, Lisse en Sassenheim werden voornamelijk hyacinten geteeld. Hier in Noordwijkerhout teelden ze tulpen en narcissen. Dat had met de zuurgraad van de grond te maken. Nadat de gronden waren afgegraven en kwekers op kalkrijkere grond konden telen, kwamen ook andere gewassen deze kant op.’ Noordwijkerhout bleef toch altijd een beetje anders dan de overige dorpen in de Bollenstreek, vertelt Pennings. ‘In Noordwijkerhout woonden de boeren. In Hillegom, Lisse en Sassenheim teelden ze hyacinten, en daar werd goed geld in verdiend.

De oude naam van Noordwijk is Northgo en betekent ‘go ten noorden’. Dat wil zeggen, ten noorden van de Rijn. Vanaf daar ging een weg naar ‘den grooten Hout’, een bos dat ten oosten lag van Noordwijk. Daar ontstond bij een jachthuis het dorp Noortiger-hout. De oudste documenten in het gemeentearchief dateren uit 1231, toen de erfenis van graaf Gerolf werd verdeeld onder zijn twee zoons. De een kreeg Nortich (of Northgo) en de ander Nortich in den Houte: Noordwijkerhout.

Daar woonden de wat chiquere mensen, op stand, aan de “Straatweg”.Verder zijn

CNB 100 magazine 29

Made with FlippingBook - Online magazine maker