CNB magazine 100 jaar

Wat? De zoektocht naar het antwoord op de veranderende marktvraag

Wie? John Huiberts, Huiberts Bolbloemen

Pionieren in de veelbelovende potentie van de biomarkt Stengelaal en de steeds terugkerende strijd daartegen deed John Huiberts van Huiberts Bolbloemen in 2013 besluiten om zijn teeltfocus te verleggen van ‘genezen’ naar ‘voorkomen’. Een rijke grond die louter bestaat uit wat de natuur zelf voortbrengt werd het uitgangspunt van zijn nieuwe teeltmethode, die hij in de afgelopen vijf jaar met vallen en opstaan samen met zijn vrouw Johanna ontwikkelde. Het lef en het doorzettingsvermogen dat ze daarvoor nodig hadden, werd gevoed door hun rotsvaste overtuiging dat de marktpotentie voor biobollen groot is. John: ‘Het verhaal achter onze bollen overtuigt consumenten.’

De vraag overtreft het aanbod

John: ‘We merkten al snel dat het ondoenlijk was om geleidelijk over te stappen. Om in aanmerking te komen voor het internationaal erkende bio- certificaat Skal moet je in de volle grond drie jaar lang biologisch telen, pas dan zijn gebruikte bestrijdingsmiddelen voldoende afgebroken om aan de Skal-critiria te voldoen. Daarnaast moeten alle biologische processen volledig gescheiden plaatsvinden van de gangbare teeltprocessen.’ John besloot daarom in 2014 om al zijn tijd, capaciteit en investeringskracht in te zetten op de biologische teelt en alles wat daarbij komt kijken. John: ‘We waren zwaar aan het voorfinancieren. In de jaren dat we de meeste kosten maakten en leergeld betaalden, konden we onze bollen nog niet als duurdere biobol verkopen.’ Markt creëren Een van de zaken die John zich vooraf ook niet gerealiseerd had, was dat hij de latente afzetmarkt voor biobollen zelf moest ontwikkelen. John: ‘Behoudens een aantal handelaren die met overtuiging voor biologische producten kiezen, is er geen enkele bio-ambassadeur in onze branche. Hoewel ik het liefste op de akkers werk, vul ik die rol nu zelf in.We geven lezingen en rondleidingen op ons bedrijf aan internationale vakmensen en zijn actief op social media. Daarnaast staan we op beurzen, benaderen we zelf nieuwe klanten en ontwikkelen we verkoopconcepten, al dan niet samen met klanten. Dat laatste werkt, vooral bij consumenten. Als ze het verhaal en de beleving achter onze bollen kennen, maakt het bij wijze van spreken niet meer uit wat ze kosten. Om te kunnen voldoen aan de consumentenvraag hebben we ons assortiment voor de droogverkoop ook verbreed: zo verkopen we onder het motto ‘bollen waar je blij van wordt’ zakjes met meerdere soorten bollen erin.’

Het merendeel van zijn biobollen verkoopt John aan overheden, groenvoorzieners en via handelaren aan consumenten, maar ook biologische bol-op-pot kwekers behoren tot zijn klanten. De totale vraag naar biobollen overtreft inmiddels het aanbod in de markt. John: ‘Er wordt wel eens gezegd dat de afzetmarkt voor biobollen klein is, te klein. Daar ben ik het niet mee eens. Er is veel potentie, mede daarom is het mogelijk om er een rendabele teelt van te maken.’Volgens John gaat de aloude vraag- en aanbodtheorie ook op voor biobollen: ‘Alles wat aandacht krijgt, groeit. Hoe meer aanbod van biobollen, hoe meer marketing en handel er komt en hoe groter de afzetmarkt kan worden.’ ‘Ik zie het inmiddels als mijn persoonlijke missie om de Nederlandse biobollenteelt goed op de kaart te zetten en de potentie uit de markt te halen. Daarom hoop ik ooit samen te kunnen werken met een veredelaar en met vijf of zes fanatieke bollenkwekers die zich willen specialiseren in de biologische teelt van een of meerdere soorten.’ In de praktijk ervaart John echter dat kwekers nog huiverig zijn om te kiezen voor bioteelt. Enerzijds omdat de externe urgentie nog ontbreekt. Anderzijds schrikt de lange teeltoverstaptijd af, evenals de noodzaak om biologische processen volledig te scheiden van de gangbare teeltprocessen. John ziet een oplossing in onderlinge samenwerking en transparantie. John: ‘We willen onze kennis graag delen en onze verwerkingsschuur, die volledig Skal-gecertificeerd is, beschikbaar stellen aan collega-kwekers voor de verwerking van hun biobollen. Op die manier wordt het voor hen mogelijk om gedurende de Samenwerken is de sleutel tot groei

overstaptijd een deel van de bollenproductie op de gangbare manier te blijven telen en verwerken.’ Of dat gaat lukken, zal de toekomst leren. Aan Johns enthousiasme zal het niet liggen. De balans opmakend na vijf jaar biologisch telen staat hij nog steeds volledig achter zijn keuze: op een andere manier telen, wil hij nooit meer. John: ‘Telen volgens de wetten van de natuur is moeilijk maar ook leuk en uitdagend. Het is een constante zoektocht naar hoe je het beste in kunt spelen op signalen uit het veld.’ John doet veel kennis op uit het verleden. Er is naar zijn zeggen veel informatie terug te vinden, bijvoorbeeld in wetenschappelijke onderzoeken over bodemsamenstelling en in historische verhalen over de manier waarop vroeger geteeld werd. Gebruikmakend van die kennis, ziet John de biodiversiteit terugkomen op zijn velden. John: ‘Als ik op zondag een rondje wandel over onze akkers geniet ik enorm van de bijen, vogels en planten die ik tegenkom. Dan weet ik dat we op de goede weg zijn, ondanks de tegenslagen en uitdagingen die we nog steeds op ons pad krijgen. Niki Lauda zei ooit, als je alles onder controle hebt, ga je te langzaam. En hoewel geduld en rust de sleutels zijn in het biologisch telen, klopt deze uitspraak procesmatig als een bus.’

‘Er is veel potentie, mede daarom is het mogelijk om er een rendabele teelt

van te maken’

Geleidelijke overgang is lastig John kan er bij wijze van spreken een boek over schrijven, over alle lessen, inzichten en ervaringen die hij in de afgelopen vijf jaar opdeed. Rode draad in dat verhaal is dat een overstap naar biologisch telen synoniem staat aan opnieuw uitvinden van de complete bedrijfsvoering, van teelt tot mechanisatie en van personeel tot afzet. En dat onder tijds- en gelddruk.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 75

74

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker