Van Steensel 60 etappes

onverstoorbaar, ‘… en in 1979 overleed mijn va - der. En zo is het feitelijk allemaal ontstaan.’

Hij is heel goed voor mensen, hij wil echt ieder- een helpen. Maar hij is ook ontzettend eigen- wijs, haast op het autistische af, echt waar. Het moet precíes gaan hoe hij het wil. Daarom had hij –tot mij- geen ondersteunend personeel. Maar ik geef hem wel tegengas hoor hahaha. Nu nóg ja, want hij is niet zielig.’

Chris en Rinske leven het leven op hun manier en wensen dat ook in de toekomst, zo goed en kwaad als het kan, voort te zetten. De Valse Triste Opus 44 van Sibelius weet zich immers evengoed aan de omstandigheden aan te pas- sen als Chris en Rinske dat doen. ‘Ik wilde meer van het leven gaan genieten met Rinske. Ik voelde dat ik daaraan toe was. Kees en ik kennen elkaar al een paar jaar. Onze be- drijven zijn, als echte familiebedrijven, bekende kantoren in de regio. Ik had zo links en rechts wat gesprekken gevoerd met wat mensen maar het gevoel ontbrak.

Het was Edwin Bosma van BHB Dullemond die Kees tipte als dé partner om onze portefeuille over te nemen.’ ‘Dat klopt’, vult Kees aan, ‘sinds maart 2019 ben ik in gesprek met Chris en Rinske. Chris is een echt een begrip in assurantieland. Ik bedoel, lid van verdienste van de ADFIZ (de branchevere- niging van onafhankelijk financieel adviseurs, mjh) namens de regio Rotterdam word je na- tuurlijk niet zomaar. Het was een eer dat zijn keuze op mij viel.’ “Kees werkt precies hetzelfde als jij Chris… het lijkt wel je tweelingbroer…” ‘Kees sprak mij al meteen heel goed aan…’, zegt Chris die zijn hoofd naar links wendt om Kees aan te kijken, ‘… toen hij ons kantoor verliet, zei Rinske “hij werkt precies hetzelfde als jij Chris… het lijkt wel je tweelingbroer…”, en ze had gelijk. Want dat weet Kees ook… het moet allemaal om de klant draaien, niet om de provisie…’ ‘Dank je wel Chris… wat mooi om te horen’, zegt Kees die de overname op 15 januari 2020 officieel beklonken zag. Beide partijen weten dan nog niet welk onheil Chris vijf maanden later, op Hemelvaartsdag, zal treffen. Ruim baan voor kippenvel. In de gevallen stilte heft Chris zijn hand om de aandacht te vragen waarmee hij een volgende korte stilte inluidt. We zwijgen en hangen aan Chris’ lippen als hij met een boterzachte lach op fluistertoon laat weten: ‘Mooi dat idee van die 60 Etappes Kees. We zijn dan wel tweelingbroers, ik heb alleen geen race- fiets…’

En daar is ie weer, die glimlach die trots en waar- digheid weerspiegelt. Waardigheid is immuun voor ALS, en de waardigheid van Chris Borgdorff gaat gepaard met een plezierige vorm van eigen- gereidheid. Val hem en Rinske dan ook niet lastig met de inhoudsloze hedendaagse potpourri die gebraakt wordt door radiostations – hun huis- kamer wordt gevuld met de warme klassieke muziek van Jean Sibelius en Edvard Grieg. Als je bekend bent met de Ballade Opus 24 van Grieg, heb je helemaal geen televisie nodig.

En zielig komt Chris inderdaad niet over.

Al weigert zijn lichaam dienst, zijn brein werkt nog volop waardoor zijn herinneringen intact zijn. Ja zijn stem is fragiel, maar zijn ogen spreken voor zich, en diezelfde ogen nemen ons mee naar 1946, het jaar dat zijn vader Toon zijn eigen assurantiekantoor begon: ‘In 1957 overleed mijn opa Pieter en toen is zijn portefeuille overgegaan naar mijn vader. Mijn ouders kregen acht zoons (”ze wilden graag een meisje”) waarvan er vijf in het assurantievak zijn terechtgekomen. In 1968 rolde ik het vak in. Ik kwam van de HBS en wilde studeren. Maar een valpartij van mijn vader gooide roet in het eten: een gecompliceerde beenbreuk hield hem negen maanden in bed. Als oudste zoon, ik was achttien jaar, moest ik hem natuurlijk vervan- gen. Het was een eenmanszaak.’ Er wordt Chris niets gevraagd, hij wordt simpel- weg geacht het werk van zijn vader over te nemen, ongeacht zijn jonge leeftijd. Het kwam nooit in hem op om zijn eigen dromen na te streven. Beslist niet, knikt hij met een oogopslag die continue bivakkeert tussen vriendelijkheid en vastberadenheid. ‘Je nam de verantwoordelijkheid voor het gezin, waaronder je zeven jongere broers Chris. Dat verdient alle respect man…’, zegt Kees die zich voor het eerst in het gesprek mengt. De stilte die valt biedt ruimte voor eerbied die Chris Borgdorff ten volle toekomt. Ga er maar aan staan, op zó’n jonge leeftijd je jeugddromen in- ruilen voor de verantwoordelijkheid voor het gezin.

Ons gelach moet tot ver buiten zijn Overschie te horen zijn geweest.

‘In 1975 werd ik mede-eigenaar…’, vervolgt Chris

16

17

Made with FlippingBook flipbook maker