Niet alleen lopen de zaken goed, de bedrijfsleidster van de in nota bene Nijmegen gevestigde aarde- werkfabriek Potterie Oud Delft zal de tweede echt- genote van Ruud worden met wie hij nog altijd gelukkig getrouwd is. Ruud noemt zijn vrouw “de hoofdprijs in meerdere opzichten” waarna uite- raard weer een aanstekelijke schaterlach volgt.
vocht onttrekt, hoe belangrijk het zorgvuldig leeg- gieten van de mal is en hoe de mallen allemaal bewaard moesten blijven. Je wist immers nooit wanneer een potentiële klant interesse zou kunnen hebben. Kees: ‘Het was voor ons een heel karwei om aan de verzekeraars uit te leggen waaróm 200 gipsmallen bewaard -en dús verzekerd- moesten worden. Bovendien: hoe bepaal je de waarde van die mallen? Dat maakt ons vak zo mooi. Je komt echt van alles tegen. Heerlijk toch?’ Ruud gaat in de jaren daarna voornamelijk in Duitsland op zoek naar machines die het pro- ductieproces van de keramiek moeten gaan versnellen.
In 2002 moet ‘t Delftsche Huys de deuren nood- gedwongen sluiten:
‘Er kwamen steeds minder opdrachten binnen. De productie vanuit China nam toe, al kon je hun werk natuurlijk niet vergelijken met het aardewerk dat wij in Nederland maakten. Geen vergelijk! Het om- schakelen naar andere producten was niet altijd even gemakkelijk.’ Vanaf 2002 tot aan de dag van vandaag werkt Ruud als zelfstandige. Rotterdammer Ruud ís nu eenmaal ‘t Delftsche Huys. Nog altijd omarmt hij iedere opdracht, nog altijd voert hij iedere op- dracht met de grootst mogelijke zorg uit. ‘Ik doe het nog altijd met plezier. Ik houd van kwaliteit en schoonheid. Als ik iets bijzonders zie, moet ik het kopen, als het financieel haalbaar is na - tuurlijk. In mijn bedrijf was ik altijd goed in het be- rekenen van de productiekosten, stookkosten, huisvestingskosten, ontwikkelingskosten, noem maar op. Maar ik was nooit goed in de verkoop. Ik heb altijd mijn beperkingen geaccepteerd. Uiteindelijk ging het mij altijd om de mooie dingen in het leven.’
“Ik houd van mooie dingen!”
‘Duitsland liep voorop. Ik ging vooral faillisse- menten af in mijn zoektocht naar machines. Let wel, er was enorm veel concurrentie! Ik heb het ooit opgezocht… er waren toen welgeteld 523 aardewerkbedrijven actief dus je moest van goeden huize komen om je kop boven water te houden. Ik vertrouwde op mijn boerenverstand. Gewoon kwestie van goed kijken. Op een gegeven moment hadden we 22 mensen in dienst. We ver- huisden van Gouderak naar Bodegraven en van Bodegraven naar een oude meubelfabriek in Waddinxveen – we bespaarden 25 duizend gulden alleen al op de stookkosten. In 1987 vloog ons pand in Bodegraven trouwens nog in de fik. Toen kwam je vader in beeld Kees… Cor van Steensel…’ Vanaf 1987 is ‘t Delftsche Huys actief in Waddinxveen. In 1995 wordt “en passant” Potterie Oud Delft overgenomen. De productie draait overuren. Buiten de bierpullen en de traditionele Heineken-tapvaten, maakt ‘t Delftsche Huys ook apothekerspotten, geboorteborden, tegels, mok- ken, servies en tal van relatiegeschenken op maat- werk.
‘De koffiekopjes bij Van Steensel… die zijn dus ook van Ruud’, zegt Kees in de auto op de weg terug.
Levensles: in deze mooie wereld is trouw alleen van waarde als zij wederkerig is.
56
57
Made with FlippingBook flipbook maker