Van Steensel 60 etappes

Etappe 42, Han Meeder

Han Meeder, inventieve intensivist “In dit vak moet je op jezelf kunnen rekenen.”

‘In dit vak moet je direct verantwoordelijkheid kunnen en durven nemen. Je moet kunnen improviseren… je moet inventief zijn… Kijk die Van der Poel hier eens razen over die klinkers.’ De bescheiden Han Meeder kiest zijn woorden zorgvuldig uit. Welbewust verlegt hij na een beknopte karakteromschrijving van zijn werk onmiddellijk de aandacht op de sportkrant van die ochtend – we spreken Han kort na de historische zege van Mathieu van der Poel van de wielerklassieker Parijs-Roubaix. Van nature praat hij liever over anderen dan over zichzelf. Han (“noem me alsjeblieft Han en laten we tutoyeren”) Meeder blijkt de bescheidenheid zelve. Geen poespas, geen praatjes. Als we het ambulancewerk in algemene zin trachten te romantiseren, begint hij veelzeggend te lachen: ‘Ja, in de kern moet het ooit begonnen zijn met het gevoel van spanning, met de urgentie, de zwaailichten, de sirenes. Niet zozeer met de snelheid an sich… het was meer het feit dat je erlangs mócht… dat je erlangs kón. Maar goed, dat was dik 40 jaar geleden toen ik een jaar of 20 was. Wat wist ik?’ Al is het een vraag die ons allen bij tijd en wijle bezighoudt, is het geen vraag die direct een antwoord verlangt: wat dreef de “ik” destijds? De “ik” van Han Meeder was 20 jaar toen hij als ambulancechauffeur annex verpleegkundige naar zijn allereerste noodgeval onderweg was. De Han Meeder van toen was student verpleeg- kundige bij de nonnen in Schiedam, een opleiding die hij in vier jaar zou afronden. Aansluitend gaat hij in 1984 voor de opleiding algemene geneeskunde naar de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Als assistent cardioloog en vervolgens assistent anesthesioloog komt hij na jaren op de afdeling Thorax (“alles wat zich achter de borstkas bevindt”) van de IC terecht: ‘Heel in het kort ziet een dag op de IC er als volgt uit: om acht uur ’s ochtends maak je een ronde langs alle patiënten. Je overlegt de status met de verpleegkundige, je plant operaties in, je bereidt operaties voor, voor zover mogelijk houd je ge- sprekken met de patiënt en je communiceert het goede of het minder goede nieuws met de direct betrokkenen van de patiënt. Rond de klok van acht ’s avonds zit je dienst erop.’ “Mijn zus maakte mij enthousiast voor werken in de zorg.” Han combineert deze dankbare arbeid met werk op de ambulance, waarbij ook het terug- halen van Nederlandse patiënten uit het buiten- land hoort. Aan de sprankelende ogen zien we dat hier de urgentie van het ambulante werk met de romantiek flirt, want voor het eerst is de avontuurlijke versie van Han aan het woord: ‘Vanuit de SOS alarmcentrale vlogen we met veelal kleinere toestellen naar vaak dun bevolk- te gebieden. De vliegtuigjes werden bestuurd door piloten die dit als hobby erbij deden. Die vlogen beroepshalve in die grote bakken inter- continentaal en een dag later waren ze met ons als verpleegkundigen onderweg in een sport- vliegtuigje naar een spoedgeval in Polen of Hongarije waar geen mens te bekennen was.’

Door de jaren heen bekwaamt allrounder pur sang Han zich als verpleegkundige, als ambulancemedewerker, als cardioloog, als anesthesioloog, als intensivist. Hij kijkt, bekijkt, studeert, bestudeert, luistert, beluistert. Hij observeert, hij analyseert. Hij ziet waar het goed gaat, maar ziet ook waar verbeterpunten moge- lijk en zelfs noodzakelijk zijn: ‘Zo’n twintig jaar geleden is het idee ontstaan om een ambulante personenwagen, in ons geval een Mercedes E-Klasse station, geheel en al in te richten voor uitsluitend het vervoer van apparatuur en IC-doctoren, dus níet voor de patiënt. Daarvóór reden bijvoorbeeld taxi’s on- der politiebegeleiding van A naar B met levens- reddend medisch apparatuur. Zie je het voor je… zo’n taxichauffeur over een hobbelig weiland onderweg naar een spoedgeval ergens in Drenthe met peperduur medisch apparatuur in zijn taxi… zo’n situatie was onwenselijk.’ Om de stabiliteit van een te vervoeren patiënt in al zijn/haar kwetsbaarheid te waarborgen, ontstond zo’n twintig jaar geleden de zoge- naamde mobiele IC die onderdeel uitmaakte van de Stichting MICU die op haar beurt in 1998 het levenslicht zag. MICU staat voor Mobiele In- tensive Care Unit, de MICU Rotterdam beslaat de hele regio Zuid-West-Nederland. ‘Een praktijkvoorbeeld: sinds 2021 hebben we te kampen met verkeersbeperkende maatregelen bij de Haringvlietbrug. Het is dus spannend hoe we de patiënten van de eilanden naar de Rotterdamse ziekenhuizen vervoerd krijgen. Op het gebied van logistiek, veiligheid, bereikbaar- heid en beschikbaarheid vindt er dus veel over- leg plaats met de ziekenhuizen, Rijkswaterstaat en met een instelling als het ROAZ, dat staat

Etappe 42

Rotterdam-Vlaardingen | 12 april 2023

Start

Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën

Finishplaats

Vlaardingen | B&M Medical Nederland B.V.

Etappewinnaar Han Meeder

174

175

Made with FlippingBook flipbook maker