CNB magazine 100 jaar nr 2

CNB magazine 02 juli 2019

Verbindt de wereld van bloembollen

Terugkijken in het veld Gesprek Bovenkarspel volop in beweging Over de bollensector van vandaag en morgen CNB en Boltha

Dhr. Jaap Smit Commissaris van de Koning van Zuid-Holland Donderdag 7 februari 2019 Mijnzaal CNB Lisse Uitreiking predicaat Koninklijk

Complete tekst speech www.cnb.nl/100jaar

‘En vandaag kom ik u het bijbehorende predicaat overhandigen, want die handeling stond en staat niet in de functieomschrijving van een wethouder. Die heeft gelukkig weer een heleboel andere taken, maar het uitreiken van een predicaat Koninklijk is een taak voor de commissaris van de koning, die dat namens de koning zelf mag doen. Maar zoals u weet is het toekennen van het predicaat uitsluitend weggelegd voor de majesteit. Hij beslist uiteindelijk of het doorgaat. En in het voortraject speelt de gemeente een rol, evenals verschillende ministeries, waarna de commissaris van de koning die een advies formuleert. Maar nogmaals, het besluit is aan de koning. Hoe dat gaat? U zet zelf de procedure in gang. Daar moet u goed over nadenken, want u weet dat u goed gecontroleerd wordt. Is het een bedrijf van goede naam en faam? Het wordt binnenstebuiten gekeerd, en de gemeente speelt een rol, dan komen er een paar ministeries kijken. Uiteindelijk komt het bij mij en mag ik er een advies over geven en dan komt het bij de majesteit zelf. Maar ik kan dus vandaag zeggen dat het de majesteit behaagd heeft aan CNB het predicaat Koninklijk toe te kennen. En daar past een hartelijke felicitatie bij. Daar mag u voor applaudisseren.’

INHOUD

40 Ondertussen in ... Drie generaties Kapiteyn Group te Breezand

NR2 4 Voorwoord

‘100 jaar jong, 100 pagina’s leesplezier’

84 CNB

Bovenkarspel

42 Het feestjaar in beeld

84

Jos Duin

Er is leven naast de bol

16 100 koppies doen

87

André Raven

46 Drie generaties CNB-directeuren Marius Montagne, Jan Algera en Leo van Leeuwen

Leo van Leeuwen, directeur CNB

88 88 90

Yorick van Leeuwen

18 Tulp

Jan Neuvel

6

Hip & Bol Afdeling communicatie

Nico Hof

20 Ondertussen in ... Twee generaties

92

Opdrachtgever Bovenkarspel Thomas Evers, Bredefleur

Mak Breeding B.V. (‘t Zand) & Ligthart BloembollenV.O.F. (Den Helder)

62 Er is leven naast de bol 64 Drie bedrijven, drie vaders en drie zoons: ‘één hobby’

22 CNB terugkijken

CNB TERUG- KIJKEN IN HET VELD

66

Ad Kempen ging succesvol zijn ultieme uitdaging aan

LANG ZAL DE BOLLEN- SECTOR LEVEN!

68 70

FransVeul aan de bal

94 Ondertussen in ... Drie generaties Ronico B.V. te Hem

Rik Pennings drumt al bijna 30 jaar

72 Creditmanagement, topsport onder de radar

96 Hip & Bol

Afdeling communicatie

76 100 koppies doen

Deel 2

56 100 koppies doen

98 The making of

78 Muscari

58 Hyacint

100 Colofon en

80 Ondertussen in ... Drie generaties Mts.W. en J. Schutte te Creil

volgend nummer

8

100 jaar Leo van Leeuwen reisde dit keer af naar Boltha in Breezand, een eeuweling aan de productiekant van de keten.

34 Gebroeders Neuvel

60 Ondertussen in ... Twee generaties

36 100 koppies doen

BouwmeesterVaste Planten B.V. te Noordwijkerhout

38 Narcis

82 Uit de oude doos

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 03

02

Wie? Leo van Leeuwen, directeur CNB

Sinds 2000

100 JAAR & KONINKLIJK De kroon op het werk van CNB

CNB is inmiddels 100 jaar geworden en dat was reden voor een feestje. Ik moet u bekennen dat ik dat best wel spannend vond. Komen je gasten wel, gaan ze het naar hun zin hebben en krijgen we van de koning ook het kado dat we graag zouden willen hebben? En het magazine, ons verjaardagskado voor vakgenoten, valt dat wel in de smaak? De verjaardagsborrel na afloop van de CNB Bloem- en relatiedagen was boven verwachting druk en gezellig, en ook het feest met medewerkers en hun partners was een succes. En over het magazine heb ik ook veel leuke reacties mogen ontvangen, het geeft onze sector een kleurrijk gezicht.

Heeft u ook zo genoten van het eerste jubileummagazine?

Dan ben je een trotse 100-jarige en krijg je ook het predicaat Koninklijk toegekend, wauw! Dit zien we als de kroon op het werk van CNB de afgelopen 100 jaar. Het predicaat Koninklijk is een onderscheiding die het respect, de waardering en het vertrouwen van de koning symboliseert. Daar zijn we als medewerkers bij CNB trots op, en daar mag u als lid en klant van CNB ook trots op zijn, want samen zijn we immers CNB. Predicaat Koninklijk Het is voor ons echter meer dan alleen een kroon op ons werk: het is ook de start van de volgende 100 jaar. Aan ontwikkelingen en uitdagingen voor het vak, daaraan is geen gebrek de komende jaren. De kroon op ons werk, het predicaat Koninklijk, motiveert ons om te blijven inspelen op de behoeften in de markt en van onze klanten, op een wijze die past bij het respect, de waardering en het vertrouwen dat we van onze koning hebben gekregen.

Ik in ieder geval wel. En ik ben ook van mening dat de redactie er uitstekend in is geslaagd de slag van oud naar nieuwbollig te maken (het moet natuurlijk wel bollig blijven) en dat ze, samen met collega’s en klanten, weer een fantastisch magazine heeft neergezet.

Wie is Leo van Leeuwen? In 1965 geboren in Voorhout als zoon van een kwekersdochter en een kastelein, en opgegroeid tussen de bollenvelden, bollenkwekers en bollenhandel. Na de studies werktuigbouwkunde, bedrijfseconomie en accountancy, twee jaar ervaring bij een telmachinefabrikant en negen jaar bij Deloitte, begin 2000 gestart bij CNB.Woont nu in Hillegom en is getrouwd met Edith. Vrije tijd besteedt Leo graag als ‘hobbyboer’ aan de veestapel thuis,

Veel leesplezier met de 2e editie van het jubileummagazine!

‘Het is ook de start van de volgende 100 jaar.’

en aan het sportief ontspannen op zijn mountainbikes.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 05

04

Waarom? Omdat wij het predicaat Koninklijk hebben ontvangen

Wie? Afdeling communicatie

Wat? Feitjes en weetjes over Koninklijk

Er was eens ... Geschiedenis

Prachtige postzegels Deze speciale 100 jaar-editie wil jij toch ook hebben? Ter ere van het jubileumjaar hebben wij van de verschillende productgroepen CNB-postzegels gemaakt. Meer over deze postzegels en waar je ze kunt bestellen, lees je op www.cnb.nl/100jaar

Koning Lodewijk Napoleon introduceerde in 1807 het predicaat Koninklijk. Het is de oudste koninklijke onderscheiding van ons land, niet voor natuurlijke personen, maar voor (middel)grote Nederlandse bedrijven, verenigingen en instellingen met een zeer goede reputatie, die minstens 100 jaar bestaan.

In dezelfde tijd maakteWillem van Leen (1763-1825) het meesterwerk Boeket van tulpen, viooltjes, blauwe druifjes en dotters . Bron: Rijksmuseum

Feitje NEDERLAND TELT 576 BEDRIJVEN (PER 20-06-2019) MET HET PREDICAAT KONINKLIJK, O.A.: • Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- Er zijn twee predicaten die kunnen worden uitgereikt: het predicaat Hofleverancier en het predicaat Koninklijk.Voor het eerste predicaat komen vooral kleinere en middelgrote bedrijven in aanmerking. Het grootste verschil is dat verenigingen en organisaties het predicaat Koninklijk kunnen krijgen. HOFLEVERANCIER OF KONINKLIJK? Wat is het verschil?

Emma, circa 1891. Fotograaf: Adolphe Zimmermans. Bron: Rijksmuseum

Geschiedenis Regentes Emma verleende na het overlijden van koning Willem III geen predicaten meer.

en Bolproducten (Anthos) • KoninklijkeVan Zanten B.V. • Koninklijke AlgemeeneVereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) • Koninklijke De Ree Holland • Koninklijke Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale (CNB)

Pas in 1899 pakte koningin Wilhelmina dat weer op.

Zowel het predicaat ‘Koninklijk’ als ‘Hofleverancier’wordt doorgaans toegekend voor een periode van ten hoogste 25 jaar, waarna de gerechtigde aan de Koning bestendiging kan aanvragen.

De kroon is een herkenbaar teken van macht, een symbool van soevereiniteit en waardigheid. De kroon van goud, belegd met edelstenen, zou een geleider zijn die zijn krachten doorgeeft aan de drager.

Feitje NEDERLAND TELT 441 BEDRIJVEN (PER 20-06-2019) MET HET PREDICAAT HOFLEVERANCIER, O.A.: • Holland Bulb Market B.V. • E.J. Hogervorst & Zonen B.V. • Jac. Uittenboogaard & Zonen B.V.

Weetjes Jaarlijks komen zo’n tachtig aanvragen binnen, waarvan de koning slechts 15% goedkeurt.

Oeps Koninklijke Ahold N.V. liep het risico om zijn predicaat te moeten inleveren vanwege een boekhoudschandaal. Op 24 juli 2006 besloot koningin Beatrix dat Ahold het predicaat Koninklijk toch mocht behouden.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 07

06

Bedrijf Boltha en CNB

Plaats Breezand

Opgericht 1914

LANG ZAL DE BOLLEN- SECTOR LEVEN! Deel 2

In de voortuin van Adrianus van den Berg in 1914

Bollenteelt aan de Molenvaart in Breezand

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 09

08

Bedrijf Boltha en CNB

'De allergrootste uitdaging is om als sector met één positieve stem naar buiten te treden.'

‘De belangen en behoeften van kwekers zijn erg verschillend. Het is belangrijk dat CNB alle kikkers in de kruiwagen weet te houden of, anders gezegd, de kruiwagen zo mooi maakt dat de kikkers erin willen blijven zitten.’

In de eerste editie van dit jubileummagazine sprak de toen bijna 100-jarige CNB, in de persoon van algemeen directeur Leo van Leeuwen, openhartig met leeftijdgenoot exporteur De Ree Holland B.V. over de bollensector van vandaag en morgen. Benieuwd naar de visie van een eeuweling aan de productiekant van de keten, reisde Leo dit keer af naar Boltha in Breezand. Hier vestigde Adrianus van den Berg zich in 1914 aan de Molenvaart om bollen te telen. Anno 2019 wordt Boltha geleid door de vierde en vijfde generatieVan den Berg, respectievelijk Jan en Truus en hun zonen Sjaak en Tim. Met hen had Leo een inspirerend gesprek over de kracht van positiviteit, samenwerken, kennis en ondernemerslessen. Sjaak: ‘Ik heb geleerd dat als je zelf niet verandert, er niets verandert. Dat geldt voor mij als mens, maar zeker ook voor ons bedrijf en - collectief gezien - voor onze sector.’

Foto: Sjaak van den Berg (L), Leo van Leeuwen en Tim van den Berg (R)

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 11

10

Bedrijf Boltha en CNB

Het is, gezien deze overtuiging, niet verwonderlijk dat er sinds Jan en Truus (1979), Sjaak (2010) en Tim (2012) aan het roer van Boltha staan, ook daadwerkelijk het nodige veranderd is. Jan en Truus startten in 1979 samen met (schoon)vader Jac. H. met zes hectare bollen aan de Molenvaart. Anno 2019 teelt Boltha tweehonderd hectare bollen op acht verschillende locaties in binnen- en buitenland. Sjaak, met gevoel voor understatement: ‘We kennen een gestage, beheerste groei.’ Meegaan in de schaalvergroting in de markt is echter geen doel op zich voor Boltha. Sjaak: ‘Wij kiezen ervoor om een assortiment te telen van drie producten: lelie, tulp en muscari. Ons doel is om een groot aandeel te verwerven in het totaalareaal, het liefst met kwekersrechtelijk beschermde soorten. Op die manier hebben onze marketinginspanningen direct effect op de vraag naar onze producten.’ Tim vult aan: ‘Naast product- en afzetdiversiteit gaan we voor langdurige samenwerking met vaste relaties, zowel met veredelaars als met productiepartners en klanten. Een voorbeeld daarvan isWilbert Mans, onze productiepartner in Limburg met wie we al 25 jaar samenwerken. Als je elkaar al zo lang kent en in openheid alles met elkaar kunt bespreken, kom je allebei het verst, is onze ervaring.’ Jan lacht: ‘Ook met CNB werken we al lang samen en niet alleen omdat mijn vader ook bij CNB werkte, zoals mijn broer dat nu nog steeds doet.’ ‘Als je zelf niet verandert, verandert er niets.’ Een afspiegeling van de bollensector Leo reageert: ‘Jullie bedrijf is in al zijn diversiteit een afspiegeling van de totale bollensector. Jullie produceren verschillende producten en bedienen alle afzetmarkten: van de internationale broeierij tot de bol-op-pot-markt en de droogverkoop. Dat zie je terug in de manier waarop wij met jullie samenwerken: de behoefte aan onze dienstverlening verschilt per product.’ De Boltha’s herkennen dit. Als het gaat om de verkoop van de voorjaarsgewassen (muscari), die zowel naar de broeierij als naar de bol-op-pot- en droogverkoopmarkt gaan, werkt Boltha in de marktbewerking nauw samen met CNB-vertegenwoordigers Arno Kroon en Leo van den Berg. Sjaak: ‘Zij verkopen voor ons, mede omdat CNB in deze versplinterde markt een groter netwerk aan klanten heeft dan wij.’

Sjaak: ‘De belangen en behoeften van kwekers zijn erg verschillend. Het is belangrijk dat CNB alle kikkers in de kruiwagen weet te houden, of anders gezegd, de kruiwagen zo mooi maakt dat de kikkers erin willen blijven zitten.’ Leo herkent dat: ‘Onze klanten differentiëren nu zelf door zowel via bemiddeling van CNB als rechtstreeks zonder CNB te verkopen. CNB heeft de ambitie om die differentiatie binnenboord te halen.We zijn van oudsher, gechargeerd gezegd, een bemiddelingstransactiefabriek en dat strookt niet altijd meer met waar klanten om vragen.’Volgens Leo zou CNB in de toekomst dienstverleningselementen zoals bemiddeling/verkoop, advies en betalingszekerheid los moeten kunnen koppelen om situationeel in te zetten per bedrijf. Leo: ‘Feitelijk staat er op het CNB- menu nu alleen een patatje met, terwijl er ook vraag is naar patat zonder. Ik denk daarom dat maatwerk de standaard wordt, maar wel via de weg van de geleidelijkheid. Het is een evolutie, geen revolutie.’ Jan reageert: ‘Daar is wel transparantie voor nodig.’ Leo: ‘Ik zou dat liever rekenschap willen noemen: we moeten uit kunnen blijven leggen waarom we bepaalde diensten aanbieden tegen bepaalde tarieven, zonder inzicht te geven hoe we de dienstverlening per bedrijf invullen. Als de behoeften van bedrijven zo verschillend zijn, waarom zouden wij ze commercieel gezien dan gelijk moeten willen behandelen? Truus: ‘Hoe het ook gaat worden, een vertegenwoordiger van CNB moet in elke rol die hij invult meerwaarde toevoegen. Het is belangrijk om vanuit je eigen kracht te werken, dat is en blijft de basis.’ Testkas als kennisbron Daar waar CNB zijn toegevoegde waarde continu moet bewijzen aan kwekers en kopers, moet Boltha dat doen in de afzetmarkten waarin het actief is. Boltha zoekt dat in kwaliteit, duurzaamheid én

‘Ik zou het liever rekenschap willen noemen.’

Als het gaat om de lelies, die veelal afgezet worden bij internationale broeiers, heeft Boltha, ook al verkoopt het bedrijf veel zelf, behoefte aan een sparringpartner in de handel. Tim: ‘Ik heb veel contact met de CNB-vertegenwoordiger Henri Omta over met name de algemene ontwikkelingen in de leliemarkt. Openheid is wat mij betreft daarin de basis: hij weet welke orders we rechtstreeks doen en welke via CNB.’ Jan: ‘Daarnaast is CNB een goede coördinator van de kwekersvereniging Roselily, waarbij wij ook aangesloten zijn, en koploper in de groene veilingen. Sjaak heeft deze week via zo’n veiling nog een paar hectare narcissen aangekocht. Dat is ook creëren van handel.’ Leo ziet het als de taak van CNB om in te blijven spelen op al deze verschillende behoeften in de markt. Daarom investeert CNB continu in het aannemen en ontwikkelen van jonge, enthousiaste mensen die actief handel blijven maken. Leo: ‘Maar de markt vraagt er ook om dat wij investeren in nieuwe diensten en ontwikkelingen, zodat we onze rol - het creëren van een stabiele markt - blijvend in kunnen vullen.’ Feitelijk staat er op het CNB-menu nu alleen een patatje met Hierover doorpratend heeft de 105-jarige desgevraagd een oprecht gemeend advies voor de 100-jarige CNB.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 13

12

Bedrijf Boltha en CNB

‘Vergis je niet wat je allemaal met data kunt doen. We kunnen alles meten.’

trots en het enthousiasme van het zittende team.’ Op de vraag of de Boltha-weg ook de weg is die collega-kwekers moeten gaan, reageert Jan beslist: ‘We kunnen toch nooit zeggen wat een ander bedrijf moet doen. In mijn optiek bestaat er geen kweker van de toekomst: zowel grootschalige als kleinschalige kwekerijen kunnen die toekomst hebben. Het gaat er volgens mij om dat wat je doet, echt uit je ziel komt, dat je er 100% in gelooft.Wat kan helpen, is om jezelf als ondernemer, maar ook als KAVB, Anthos en CNB, de vraag te stellen hoe je bedrijf eruit zou zien als je vandaag helemaal opnieuw zou mogen beginnen. Het antwoord daarop geeft jouw koers aan.’ ‘Botten’ in de bollen is niet vanzelfsprekend Die opmerking brengt het gesprek als vanzelfsprekend op een andere uitdaging waar relatief veel bollentelers voor staan. Leo: ‘Ik vind het mooi om te zien hoe jullie met twee generaties ondernemen, samenwerken en doorbouwen, vanuit vertrouwen en optimisme. Dat is niet zo vanzelfsprekend in de sector.’ Sjaak en Tim knikken. Tim: ‘In de praktijk werkt het gewoon.We hebben allemaal een eigen takenpakket en beginnen bijna iedere dag met een half uurtje overleg. “Botten”, noemen we dat, oftewel met de benen op tafel elkaar bijpraten over waar ieder van ons mee bezig is.’ Sjaak: ‘Onze ouders hebben ons alle ruimte gegeven om onze eigen beslissingen te nemen, om het juiste te doen, maar ook om op ons bek te gaan. Dankzij die vrijheid zijn we gegroeid in onze rol en zijn we nog steeds enorm enthousiast. Truus neemt het laatste, wijze woord: ‘Jullie zeggen dat jullie het gekregen hebben, maar wij zeggen steeds: jullie hebben het gepakt. Ik vind het bijzonder knap hoe de jonge generatie erin staat. Met elkaar doen ze het gewoon!’

je niet te verdedigen.’ Leo: ‘In het sectorplatform waar ik namens CNB in zit, zijn we hier ook mee bezig. Ik ben het als CNB-directeur verplicht aan onze klanten om dit onderwerp op de agenda te zetten en te houden.We moeten niet alleen de proactieve, positieve communicatie nog beter in de vingers krijgen, maar ook de crisiscommunicatie, wanneer de beeldvorming over onze sector aangevallen wordt.Vaak zie ik defensieve reacties. Begrijpelijk, maar dat is niet altijd effectief. Sluit kritiek in je armen, wees eerlijk en laat als een pauw je ambities zien. Dat alles vraagt om een collectieve communicatiestrategie over organisaties heen. Geen enkele organisatie kan dat zelf, ook CNB niet, durf ik te stellen.’ Bollenmania in plaats van Maxmania Leo vraagt zich af wat er zou gebeuren als de overheid de bloemen- en plantensector net zo zou steunen als het circuit in Zandvoort bij het binnenhalen van de Formule 1. Leo: ‘Maxmania is prachtige Holland-promotie, maar bloembollen, en met name de tulp, spreken al veel langer tot de verbeelding en zijn een van onze belangrijkste exportproducten. Kijk alleen maar naar de aantrekkingskracht van de Keukenhof. De overheid zou onze sector alleen daarom al internationaal beter kunnen en moeten ondersteunen en promoten.’ Dat neemt volgens Leo niet weg dat de bollensector zelf ook nog een aantal forse andere uitdagingen op het bordje heeft liggen, zoals het verduurzamen van de keten en het vergroten van transparantie, oftewel traceability en digitalisering. Leo: ‘Beide zijn nodig om toegang te houden tot de verschillende internationale markten.We moeten kunnen aantonen wat we doen in de keten, als onderbouwing van ons verhaal. Het ketenregister is hierin het eerste stapje, maar als sector moeten we nog veel verder gaan.’ Zijn gesprekspartners aan tafel onderschrijven dit volledig. Sjaak: ‘Wij willen duurzame bollen telen en nemen daarin onze eigen verantwoordelijkheid.We hebben al behoorlijke stappen gezet: we zijn gecertificeerd, composteren gft-afval, vangen het regenwater dat op onze daken valt op in een bassin voor hergebruik, en onze nieuwe bedrijfshal (2016) is voorzien van ledverlichting en een geluidsabsorberend dak met ruim 1600 zonnecollectoren.’ Ook is Boltha bezig om met de nieuwste ICT-mogelijkheden data te verzamelen en traceability in de bedrijfsvoering in te voeren. Een beter imago helpt ook bij andere uitdagingen Volgens Tim helpt het extern positief uitdragen van de sector en je eigen bedrijf ook om antwoorden te vinden op de hierboven genoemde uitdagingen. Tim: ‘Als je met passie over je bedrijf vertelt, wordt het voor mensen buiten de sector aantrekkelijker om bij je te solliciteren, zo is onze ervaring. Die mensen brengen aanvullende kennis en ervaring mee, en soms ook afwijkende meningen, die onze blik op ons bedrijf, onze sector en de uitdagingen die er liggen alleen maar verrijken. Ook dragen ze met het overbrengen daarvan bij aan de

Boltha, aangenaam In 1914 ‘emigreerde’ Adrianus van den Berg vanwege grondgebrek vanuit Noordwijkerhout naar Breezand, en begon aan de Molenvaart een bollenkwekerij. Hij overleefde met zijn bedrijf de EersteWereldoorlog en de crisisjaren, en droeg in 1944 het stokje over aan zijn zoon Jan, die het bedrijf voortzette onder de naamVan Den Berg-Winnubst, refererend aan de naam van zijn vrouw. Onder zijn leiding groeide het bedrijf met de tijd mee: de Anthakrat, mechanisatie en schaalvergroting deden hun intrede en er werd gestart met het telen van lelies. In 1979 namen zijn kleinzoon Jan en zoon Jac. H., die daarnaast als vertegenwoordiger bij CNB werkte, het bedrijf over. Zij veranderden de naam in Boltha (Bollen Teelt en Handel), voornamelijk omdat ze veel te veel post ontvingen van de buren: in Breezand heet bijna iedereenVan den Berg. Sinds 1979 groeide Boltha van 6 hectare bollen per jaar naar de huidige 200 hectare. Een gestage, beheerste groei zeggen Sjaak en Tim - die respectievelijk in 2010 en 2012 in het bedrijf toetraden - met een knipoog. Samen met hun ouders tekenen ze voor een solide bedrijfsstrategie, die gericht is op specialisatie in drie producten en verregaande samenwerking met veredelaars, productiepartners en klanten. In de dagelijkse bedrijfsvoering zijn de taken goed verdeeld. Sjaak is verantwoordelijk voor de inkoop, teeltbegeleiding en verkoop van de voorjaarsgewassen en Tim voor die van de lelies. Jan is verantwoordelijk voor de financiën en de verschillende kwekersverenigingen waaraan Boltha deelneemt en Truus voor de fotografie en PR. Ze werken alle vier met veel plezier samen met een vast team medewerkers dat gekenmerkt wordt door een grote diversiteit in leeftijd, kennis, ervaring en ambitie. Dat creëert een goede dynamiek, oftewel een vruchtbare voedingsbodem, in het bedrijf waaruit veel goed werk voortkomt. Naar verwachting stroomt de jongste broer Van den Berg, Thijs, op termijn ook in het bedrijf in. Hij is afgestudeerd in logistiek- en chainmanagement en doet nu management- en projectervaring op bij een gerenommeerd bedrijf in de zaadsector.

De sector met één stem positief uitdragen Leo: ‘In dat opzicht is het telen van bollen toch nog steeds een ambacht.’ Sjaak: ‘Het ambacht is een lekkere basis, maar we kunnen en moeten ons meer laten ondersteunen door techniek.Vergis je niet in wat je allemaal met data kunt doen. We kunnen alles meten, zoals het CO2- ethyleengehalte, iets wat je ambachtelijk gesproken echt niet kunt zien of ruiken. Als je al die data goed gebruikt en interpreteert, bespaar je energie en krijgt het telen vanzelf een meer industrieel karakter.’ De vraag van Leo of het meegaan met technische ontwikkelingen de grootste uitdaging is voor de partijen in de sector, wordt door de Boltha’s met een volmondig nee beantwoord. Tim: ‘De allergrootste uitdaging is om als sector met één positieve stem naar buiten te treden.We vertellen te weinig waar we mee bezig zijn: hoe we werken, hoe innovatief we zijn en wat voor mooie producten we maken.’ Jan: ‘Laatst vertelde ik op een fietsvakantie op Mallorca dat ik in de bollensector werk. “Oh, ben jij dan zo’n gifspuiter?”, was de eerste reactie die ik kreeg. Ik kon boos worden, mijn mond houden of ons volledige verhaal vertellen. Ik koos, zoals altijd, voor het laatste, waarna de mensen hun mening bijstelden.’ De tafelgenoten zijn het er roerend over eens dat iedereen in de sector hier een taak in heeft. Tim: ‘Ook individuele ondernemers: organiseer regelmatig een open dag, informeer je buren over waarmee je bezig bent, draag je plezier en passie uit. Dan kun je zelf het verhaal vertellen en hoef je

kennis. Zo werd in 2014 een eigen testkas gebouwd, waarin bloeiproeven worden gedaan met bollen van verschillende cultivars en partijen en nieuwe soorten. Sjaak: ‘Het was een ingrijpende beslissing, want zo’n testkas is best een duur ding, zowel in de bouw als in het gebruik ervan: het brengt naast de teelt toch extra werk met zich mee.We waren er nog over aan het dubben toen ik ergens las: “Wie denkt dat goede kennis duur is, vergist zich in de kosten van onwetendheid.” Daarna trokken we direct de stoute schoenen aan: “Ogen dicht en doorgaan”, zeiden we tegen elkaar.’ Het bleek een gouden greep. De kas wordt jaarlijks door klanten uit alle uithoeken van de wereld bezocht, en met de teeltresultaten kunnen Sjaak en Tim hun klanten veel gerichter adviseren. Maar de testkas levert ook andere, onvoorziene voordelen op. Tim: ‘We merken dat de betrokkenheid van onze medewerkers nog groter is geworden, omdat ze nu zelf kunnen zien wat er uit de bollen voortkomt. Het team wordt getriggerd, gaat verbanden leggen en vragen stellen. Zo komen we met elkaar op een hoger niveau.’ Truus vult aan: ‘In die kas begint ook de liefde voor het vak, volgens mij. Toen Jan en ik nog verkering hadden, had Jan ook een klein kassie, waarin we veel uurtjes doorbrachten. Die liefde hebben we doorgegeven aan onze kinderen en nu aan het team. Het is prachtig om te zien dat onze testkasbeheerder Bob op zondag met zijn familie komt kijken hoe alles erbij staat. Je voelt gewoon dat er veel liefhebberij in zit.’

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 15

14

In het kader van het 100-jarig bestaan hebben we 100 ‘koppies’ bereid gevonden om te laten zien wie CNB is. 100 koppies doen

Naam: Antoinette Stroombergen Functie: Medewerker Basisadministratie

Naam: Diane Gortzak Functie: Manager Communicatie & Promotie

Naam: Adri van Dun Functie: Vertegenwoordiger

Naam: Dave van Schie Functie: Vertegenwoordiger

Naam: Dennis Slikker Functie: Vertegenwoordiger

Barbara Turk, Teamleider licentiebeheer ‘Never a dull moment in deze branche, en dat maakt dat ik al zo lang met veel plezier bij CNB werk.’ Bart Dekker, Medewerker kwaliteitszorg ‘Werken met boeiende producten binnen een bloeiend bedrijf’

Naam: Astrid Leijerweert Functie: Medewerker Financiële Administratie

Naam: Ed van derValk Functie: Senior Medewerker Financiële Administratie

Naam: Ariën Langedijk Functie: Medewerker licentiebeheer

Naam: Dick de Mooij Functie: Vertegenwoordiger

Naam: Dirk Bloothoofd Functie: Vertegenwoordiger

Naam: EdWalkier Functie: Vertegenwoordiger

Thea Verlaan-van Haestregt, Medewerker Bedrijfsrestaurant ‘De klanten die bij ons komen eten, zeggen altijd dat het er heerlijk uitziet. Waarop ik antwoord: En wat vind je van het eten?’

Frans van der Geer, Adviseur Makelaardij ‘Ik vind het werken in deze branche bijzonder, want we spreken dezelfde taal en verstaan die ook, letterlijk en figuurlijk.’

Naam: Carolien van Haaster Functie: Medewerker Kwekersverenigingen

Naam: Bianca Zandwijk Functie: Medewerker Debiteurenbeheer

Naam: André Leegwater Functie: Eindredacteur

Naam: Ellis Langen Functie: Vakredacteur

Bas Scholten, Directeur CNB Makelaardij/ vertegenwoordiger ‘Hij die beslist en zich wel eens vergist, brengt meer geld in de kist, dan de perfectionist die de aansluiting mist.’

Naam: Emese Rietbroek Functie: Medewerker Communicatie & Promotie Online

Naam: Bas Zweekhorst Functie: Teamleider Facilitaire Dienst

Naam: Carola van Hunnik Functie: Medewerker Licentiebeheer

Naam: Erik Barnhoorn Functie: Vertegenwoordiger

Naam: ErwinVriend Functie: Vertegenwoordiger

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 17

16

Latijn Tulipa

CNB 828 kopers/verkopers in boekjaar 2018/2019

TULP

Je gelooft het misschien niet, maar de tulp is een geslacht uit de Leliefamilie. En in tegenstelling tot wat je zou denken, komt de tulp helemaal niet uit Nederland. Hij vindt zijn oorsprong in Iran, Afghanistan en Kazachstan. Nomaden namen de bloemen mee naar Turkije, waar sultans een tulp op hun tulband gingen dragen. Zo kreeg de bloem zijn naam: tulipan betekent namelijk tulband. Tulpen komen in het wild voor, van Noord-Afrika en Zuid-Europa tot aan het noordwesten van China. Gaf je in de zestiende eeuw een tulp, dan gaf je rijkdom. In die tijd was de bloem namelijk mateloos populair en ontstond er een speculatieve handel in tulpenbollen, al werden niet eens de tulpenbollen zelf, maar juist de aandelen in de bol verhandeld. Het kon zelfs zo zijn dat je voor de prijs van één tulpenbol een heel grachtenpand in Amsterdam aan kon schaffen.

Toen deze tulpenzeepbel barstte, herpakte de handel zich en ontwikkelde zich een voor Nederland zeer belangrijke economische sector. Dat ging zeer voorspoedig, want in 2017 exporteerden we vanuit Nederland maar liefst twee miljard tulpenbollen. Daarmee zijn we wereldwijd de grootste kweker van tulpenbollen. Uw tulpenvertegenwoordigers bij CNB: Erik Barnhoorn, Leo van den Berg, Jan Boon, Jari Conijn, Adri van Dun, Onno Immink, Ted Kortekaas, Arno Kroon, Niels Laan, Mees Langelaan, Michel Longayroux, Dick de Mooy, Frank Neuvel, Rob Paarlberg, Dennis Slikker, Piet Takken, EdWalkier, HawikjoWijnands en Dick deWit.

‘In tegenstelling tot wat je zou denken, komt de tulp helemaal niet uit Nederland.’

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 19

18

Drie generaties Mak Breeding B.V. ('t Zand)

Sinds 1967

& Ligthart BloembollenV.O.F. (Den Helder)

Mak Breeding B.V.

ONDERTUSSEN IN DE KOPVAN NOORD- HOLLAND Ze leerden elkaar kennen op Lowlands en uiteindelijk was het een jaar later raak tijdens een schuurfeest in ’t Zand. Nu gaan Carolien Ligthart en Rogier Mak door het leven als man en vrouw. Hoewel de twee families in twee totaal verschillende productgroepen veredelen, hebben Carolien en Rogier deze twee werelden toch bij elkaar weten te brengen. In 2017 is hun dochterVivienne geboren en de tweede spruit is onderweg. Carolien en Rogier komen allebei uit een groot gezin. Carolien is werkzaam op de administratie in het tulpenveredelingsbedrijf van haar twee broers. En Rogier is samen met twee van zijn broers eigenaar in het lelieveredelingsbedrijf in ’t Zand. De vaders van dit jonge stel, Nic Mak en Jan Ligthart, zijn in de jaren 60 en 70 hun bedrijven gestart. Nic begon in 1967 met het telen van lelies en verschillende voorjaarsgewassen en maakte al snel de overstap naar de lelieteelt. Eén voor één kwamen Arno, Niels en Rogier Mak in het bedrijf en werden verschillende lelieveredelingsprogramma’s overgenomen (Cebeco, Lybelmex, Van den Bos Flowerbulbs en B.T. Lelies). Jan daarentegen begon met het veredelen van tulpen in de achtertuin van zijn ouders. Zijn vader was timmerman en had geen schuren bij zijn huis. Hij werkte bij Piet van der Geest, waar hij ook zijn bollen liet verwerken. Door de jaren heen zijn ze meerdere malen verhuisd met het bedrijf, was er een samenwerking met Rooijakkers, en veredelen ze nu in Den Helder en telen ze ongeveer 30 hectare tulpen, colchicums en Allium nigrum. Op de vraag of Carolien misschien later nog bij haar man Rogier in het bedrijf wil, antwoordt ze volmondig dat ze niet die intentie heeft. Carolien houdt teveel van tulpen om de overstap naar lelies te maken.

1967 Nic Mak bedrijf gestart. 1999 Arno Mak in het bedrijf. 2000 Niels Mak in het bedrijf.

Jan Ligthart 08-01-1959

Nic Mak 07-09-1950

2002 Overname lelieveredelings­ programma Cebeco, Lybelmex enVan den Bos Flowerbulbs. 2004 Overname bedrijf B.T. Lelies.

2010 Rogier Mak in het bedrijf.

2011 Overname verede- lingsprogramma

Rogier Mak 19-06-1987

Longiflorum Van den Bos Flowerbulbs. Ligthart Bloembollen V.O.F. 1977 Jan Ligthart bedrijf gestart. 1983 Broer Dirk in het bedrijf. 1988 José neemt het stokje van Dirk over. 2008 Kees Ligthart in het bedrijf. 2017 Jan-Willem Ligthart in het bedrijf.

Carolien Mak-Ligthart 16-11-1989

Vivienne Mak 24-06-2017

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 21

20

CNB 100 jaar terugkijken in het veld

CNB TERUG- KIJKEN IN HET VELD

Meer dan 100 jaar geleden waren er nog geen machines en zag het vak er heel anders uit. In de jaren 50 stond de mechanisatie in het bollenvak nog in de kinderschoenen. Maar dat er goede dingen uitgevonden zijn, is een feit. Neem de kookketel, die de teelt van de bollen misschien wel gered heeft. Of de rooimachine, die niet alleen voor minder handarbeid zorgde, maar ook een betere kwaliteit leverde dan de met de hand gerooide bollen. Zelfs na het jaar 2000 werden er nog steeds nieuwe machines bedacht. Het bollenvak is en blijft in beweging.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 23

22

CNB 100 jaar terugkijken in het veld

Bollentelmachine Cremer Wat: Bollentelmachine Wie (nu): Cremer Speciaalmachines B.V. Bedenker: Dhr. F.J. Cremer sr. Wanneer: 1949 Ontwikkelaar/bouwer: F.J. Cremer Bureau voor Mechanisatie De uitvinding van de bollentelmachine door Dhr. F.J. Cremer sr. is de basis van Cremer Speciaalmachines B.V. Inmiddels levert Cremer wereldwijd voor verschillende industrieën telmachines.

De uitvinding van de bollentelmachine betekende een grote verandering voor het bollenvak.Voor die tijd werden alle bollen handmatig geteld, wat erg arbeidsintensief was. Na de komst van de telmachine ging dit allemaal vele malen sneller en efficiënter. Op het Polygoonjournaal in de bioscopen werd de uitvinding uitvoerig getoond en de kranten stonden er vol van.Waarbij enkele kranten meldden dat men bang was voor grote werkloosheid binnen de bollensector. Uiteindelijk zijn natuurlijk nog veel meer zware handmatige taken vervangen door machines, waarin ook Cremer een duidelijke rol speelde. (o.a. loofzaagmachines en stapelaars). Sinds de eerste bollentelmachine zijn er tel- en verpakkingssystemen ontwikkeld voor vele sectoren, zoals de farmaceutische industrie, de zoetwarenindustrie en de diepvriesindustrie. De eerste telmachine werd volledig mechanisch bestuurd, tegenwoordig gebeurt dit met behulp van elektronica en microprocessors. Op dit moment zijn er ook verschillende ontwikkelingen gaande, want Cremer blijft altijd doorontwikkelen om de markten zo goed mogelijk te blijven voorzien in hun

Plantmachine Nobels Wat: Plantmachine Wie (nu): Nobels Group Bedenker: Arnold van Nobelen Wanneer: 1953 Ontwikkelaar/bouwer: Nobels Machinefabriek

Arnold van Nobelen ontwikkelde de eerste plantmachine voor eigen gebruik. Hij ziet eruit als een soort kruiwagen, waarin een lopende band zit met allemaal schoepen. Op het land van zijn vader (een kweker) mocht hij de machines testen en had hij ervaring met de grond. Mede hierdoor slaagde hij erin een goede machine te creëren.

Het eerste prototype van de plantmachine kwam in 1953 op de markt. Al snel volgde in 1956 de beddenplanter. Er waren inmiddels al verschillende planters op de markt, maar de beddenplanter werkte volgens een geheel nieuw principe.

De eerste regel moet nog met de hand, maar daarna plant de machine keurig netjes de bolletjes rij voor rij op een 1 meter brede regel. Hiermee wordt het handwerk uiterst precies benaderd.

Eigenlijk kun je dus wel stellen dat de plantmachine het begin was van het bedrijf. Door de jaren heen zijn continu verbeteringen en aangepassingen gedaan om aan de wensen en behoeften vanuit de markt te voldoen, en is de machine doorontwikkeld tot wat hij nu is.

behoeften.Voor het bollenvak is Cremer Speciaalmachines bezig om een machine te ontwikkelen om latente ziektes in bloembollen in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken.

De beddenplanter was, na de bollensorteerder, de tweede machine die officieel in productie werd genomen.

De beddenplanter werkt zoals men dit al decennia lang met de hand gewend is.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 25

24

CNB 100 jaar terugkijken in het veld

Sorteer- machine Bercomex

Extra informatie Op 19 juni 1958 wordt een demonstratie georganiseerd om de rooimachine aan het grote publiek voor te stellen. Na 1 bed te hebben gerooid, laden ze de machine weer snel in, omdat ze beseffen dat er ook concurrentie tussen de belangstellenden staat.

Rooimachine Nobels Wat: Rooimachine Wie (nu): Nobels Group Bedenker: Arnold van Nobelen Wanneer: 1958 Ontwikkelaar/bouwer: Nobels Machinefabriek

Wat: Sorteermachine (met geluidloze aandrijving) Wie (nu): Bercomex Bedenker: G. Compas en N. Langerijs Wanneer: 1964 Ontwikkelaar/bouwer: Machinefabriek Langco In 1964 wordt de sorteermachine met geluidloze aandrijving ontwikkeld en gebouwd door machinefabriek Langco.

In eerste instantie dacht Arnold van Nobelen dat hij het liever bij de plantmachines hield en dat een ander wel rooimachines mocht gaan ontwikkelen. Begin 1958 werd hij uitgenodigd om bij een demonstratie van een rooimachine te kijken inWageningen. Dit liep niet goed en daarom zei hij bij thuiskomst tegen zijn broers: ‘Dit wordt niks, we moeten zelf maar aan de gang.’ In amper twee maanden tijd bedacht en bouwde hij samen met zijn broers de rooimachine. In het diepste geheim testten ze de machine op het land van hun vader en na wat kleine aanpassingen presteerde deze boven verwachting.

eigenaar van de Nobels Group, de rooimachine doorontwikkeld. Ruim 60 jaar later heeft kleinzoon Arno van Nobelen het nieuwste type rooimachine type 5.18 ontworpen.

De uitvinders, Dhr. N. Langerijs en Dhr. G. Compas (eigenaren van machinefabriek Langco), verkopen direct na het eerste prototype 18 sorteermachines aan diverse bedrijven. De sorteermachine met geluidloze aandrijving heeft ertoe geleid dat alle andere sorteermachines vervangen werden. Naast het grote voordeel dat de machines veel stiller waren, veroorzaakte de uitvinding veel minder beschadigingen aan de bol/knol.

Uit een krantenartikel van 20 juni 1958

DeVan Nobelen-rooier neemt de gehele breedte van het bollenveld in één keer mee. Transportbanden heeft deze machine niet. Een stalen bak schept telkens regel voor regel op en deponeert de bollen dan onmiddellijk op een stalen zeefinrichting, waarop de bollen van zand worden ontdaan en gelijk, zonder horten of stoten langzaam omhoog gevoerd om vervolgens in, aan de machine hangende kistjes, te vallen.

De demonstratie was een enorm succes. Honderden belangstellenden hadden zich op het land verzameld en zelfs nadat de machine was ingeladen kwamen er nog mensen het land op om het resultaat te bekijken. De bollen hadden zelfs minder schade dan wanneer ze met de hand zouden zijn gerooid. Die dag verkochten ze 60 machines, zelfs aan mensen die de machine zelf niet hadden gezien, maar

alleen het resultaat zagen. Dit hadden er veel meer kunnen zijn, maar ze hadden nog niet eens een werkplaats. Door het grote aantal orders waren ze genoodzaakt een productielocatie in te richten. Arnold bouwde zelf een aantal werkmachines en kon de kas van zijn vader ‘overnemen’. Daar bouwden ze de eerste serie in het zand. Om dit te kunnen realiseren, moesten de kwekers een deel vooruitbetalen. Afgelopen jaar is het nieuwste geavanceerde type Nobels rooimachine op de markt gebracht, de Nobels Rooimachine 5.18. In 1958 ontwierp Arnold van Nobelen, de allereerste rooimachine. Daarna heeft zijn zoon Ber van Nobelen, de huidige

Voor het bollenvak werden de arbeidsomstandigheden een stuk beter, omdat de grootste lawaaibron nu verdwenen was. De sorteermachine is in de loop der jaren verder doorontwikkeld en heeft vooral meer sorteringen en meer capaciteit gekregen. Het principe is echter al die jaren overeind gebleven. Pas vrij recent zijn er echt nieuwe ontwikkelingen, zoals het optisch sorteren, waarbij ieder product gescand wordt om de maat te bepalen. Hiervan draaien nu

Extra informatie Compas is in 2003 samengegaan metVan den Berg en Olimex onder de naam Bercomex.

enkele machines voor knolgewassen. Dit zal in de toekomst verder doorontwikkelen naar optische sorteermachines voor bolgewassen.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 27

26

CNB 100 jaar terugkijken in het veld

Spoelmachine Van Dijke Group

Wat: Spoelmachine Wie (nu): Van Dijke Group Bedenker: Dim van Dijke Wanneer: +/- 1965 Ontwikkelaar/bouwer: Van Dijke

Het eerste ontwerp was een soort trommel waar rubberen en stalen pelrollen in verwerkt werden. De trommel werd rondgedraaid en deV-snaar (die stilstond) hield de rollen tegen, waardoor deze automatisch gingen draaien.

Aan de wieg van het in Sint Philipsland gesitueerde familiebedrijf staat Jan van Dijke. Als kleine zelfstandige gladiolenteler gaf hij zijn zoon Dim de motivatie voor het creëren van een spoelmachine ten behoeve van de bollenoogst, waaruit een klein bedrijf in de machinebouw ontstond. Inmiddels is de derde generatieVan Dijke binnen het bedrijf actief.

Pelmachine Van Dijke Group Wat: Pelmachine Wie (nu): Van Dijke Group Bedenker: Jan & Dim van Dijke Wanneer: +/- 1960/1970 Ontwikkelaar/bouwer: Van Dijke Bollenpellen, wie heeft het niet gedaan. Vroeger werd alles handmatig gepeld en daarvoor waren heel veel mensen nodig, met name scholieren. Ook bij kwekerij Van Dijke waren er veel jongeren aan het werk, maar dit was niet ideaal. Opa Jan van Dijke is toen samen met Dim van Dijke gestart met het ontwikkelen van een mechanische bollenpelmachine.

Na een aantal testjaren stapten ze over naar een vlak bed. De reden daarvoor was dat in een ronde trommel het grootste gedeelte van de rollen niet in functie zijn. De bollen liggen namelijk onder in de trommel en de bovenkant doet dan niets. Door een vlak bed toe te passen werd de volledige capaciteit benut.

Welke ontwikkelingen zitten eraan te komen? De schaalvergroting neemt steeds verder toe, en dat betekent dat de capaciteit ook groeit. Hier ontwikkeltVan Dijke continu op door. Na de spoeler S320 (de allereerste versie), kwamen de 400 en de 500

Dim van Dijke begon ooit als gladiolenkweker. In die tijd werden de bollen vaak in een grote bak gekiept en met behulp van een waterkanon (via een goot) als het ware weggespoeld.Van Dijke vond dat dit beter kon en zo is de spoelmachine ontwikkeld. Door de speciale vorm kreeg de machine de naam 'U-buis spoeler' mee, verwijzend naar de vorm van de buis die in een grote U stond. Deze machine vormde de basis voor het huidige bedrijf, en ook voor het bollenvak. In de beginjaren van het spoelen kwamen veel gladiolenkwekers met kiepkarren naar Sint Philipsland om ook hun bollen te spoelen. In de loop van de jaren kwam er steeds meer de vraag om voor andere collega-kwekers spoelmachines te gaan bouwen. Hiermee werd de basis gelegd voor het ontstaan vanVan Dijke Group.

(die destijds mammoetspoeler genoemd werd) op de markt. Sinds een aantal jaar is er zelfs een 600 (XXL) met enorme capaciteiten. In de toekomst zal het steeds beter en groter moeten.

Rond de jaren 80 verschenen de eerste modellen op de markt. Steeds meer kwekers stapten over van handmatig naar mechanisch pellen. In de jaren 90 nam het een enorme vlucht. Er werden ongeveer zestig machines per jaar verkocht.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 29

28

CNB 100 jaar terugkijken in het veld

Kopmachine/ knuppelaar Van Dijke Group

Bloemenverwerkingslijn Bercomex

Naast de spoelmachine was deze ‘knuppelaar’ een extra boost om met de ontwikkeling van machines voor de bloembollen door te gaan.Voor het bollenvak was net name de capaciteit een grote plus van deze uitvinding. In die tijd werd alles handmatig gedaan. Dit was de eerste machine die dit ‘automatisch’ kon doen.

Wat: Bloemenverwerkingslijn Wie (nu): Bercomex Bedenker: Dhr. Van den Berg Wanneer: 1983 Ontwikkelaar/bouwer: Van den Berg Machinebouw De eerste bloemenverwerkingsmachines waren bestemd voor twee bedrijven. Namelijk BOVEBO (Borst-Verlaan- Borst) in Hensbroek, een chrysanten- en

Wat: Kopmachine/knuppelaar Wie (nu): Van Dijke Group Bedenker: Dim van Dijke Wanneer: 1972 Ontwikkelaar/bouwer: Van Dijke

leliekweker, en Movrie in Aalsmeer, een boekettenbedrijf. De uitvinding betrof de al bestaande technieken van afsnijden, ontbladeren en binden aan een lopende band te construeren. Dat gaf een groot logistiek voordeel en zorgde ervoor dat per bloembos minder handelingen nodig waren.

Van Dijke Group staat al meer dan een halve eeuw op de kaart als het gaat om het ontwerpen, ontwikkelen en produceren van innovatieve machines. In het jaar 2000 vond de heropening van het uitgebreide en vernieuwde bedrijfspand plaats. Daarnaast ontving het bedrijf de afgelopen jaren vele onderscheidingen.

De eerste prototypen van de bloemen­ verwerkingslijn kwamen in 1983 op de markt. De eerste machines waren toen uitgevoerd met roestvrijstalen bakken die op een transportketting waren gemonteerd. In de bakken waren gekleurde streepjes aangebracht om het bloemscherm op te

kunnen positioneren voor de juiste lengte. Na het afsnijden, ontbladeren en binden, werden de bloembossen in een zogenoemde zakkenband verzameld. VoorVan den Berg Machinebouw betekende deze ontwikkeling een grote bloei. De bloemenverwerkingsmachines gingen over de hele wereld naar kwekers en bloemenveilingen. Binnen deze bedrijven kwamen hierdoor goede logistieke stromen en de kwaliteit van de bloembos ging aanzienlijk omhoog. Nog steeds is de bloemenverwerkings­ machine een belangrijk product voor Bercomex. De ontwikkelingen gaan daarbij steeds verder naar het vervaardigen van korenschoofboeketten en het automatisch samenstellen van boeketten. Zo is recent de laatste hand gelegd aan de nieuwste machine, de Flora BouquetMaster.

Deze heeft op iedere positie van de werknemer een scherm dat precies laat zien welke bloem in welk vakje geplaatst moet worden. Orders kunnen daardoor snel en eenvoudig gewisseld worden.

De kopmachine zoals we hem nu kennen, was in eerste instantie een ‘knuppelaar’ voor het knuppelen van gladiolenbollen. Later is hier de kopmachine voor tulpen uit voortgekomen.Voor de ruggen- en beddenteelt van bolgewassen levert Van Dijke Group verschillende maten kopmachines. Doordat het gewas nauwkeurig tegen het ondermes geleid wordt, kan het ontstaan van ‘happen’ verhinderd worden en is het mogelijk snel door het gewas heen te rijden. Een optimaal snijresultaat dus, waarbij een grote kopcapaciteit haalbaar is. Bij beddenteelt worden de bloemen naar beide zijden in het pad afgevoerd door gebruik te maken van een vijzel.

Extra informatie Van den Berg machinebouw. Dit is de ‘Ber’ van Bercomex. In 2003 zijn de bedrijven ‘Van den Berg’, ‘Compas’ en ‘Olimex samengevoegd tot Bercomex.

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 31

30

CNB 100 jaar terugkijken in het veld

Verenkelaar Bercomex

De toekomst Om de bloembollenteelt gezond te houden zijn, buiten de warmwaterbehandeling, ook gewas- en beschermingsmiddelen nodig. Vooral het verduurzamen van de teelt van bloembollen vergt steeds meer onderzoek en ontwikkelingen. Akerboom heeft het systeem van ontsmetten d.m.v. de schuimmethode mede nieuw leven ingeblazen en nieuwe ontwikkelingen tot stand gebracht. Hierdoor kunnen met minder gewasbeschermingsmiddelen, minder residu, minder tot geen emissie en met een hogere nauwkeurigheid bloembollen behandeld worden.Verder is Akerboom samen met een partner bezig met een nieuwe ontwikkeling voor het coaten van bloembollen.

Wat: Verenkelaar (voor de Furora) Wie (nu): Bercomex Bedenker: Bercomex Wanneer: 2005 Ontwikkelaar/bouwer: Bercomex

Kookketel Akerboom

Een verenkelaar in combinatie met de Furora. Deze verenkelaar is in staat om ongesorteerde en in bulk aangevoerde bloemen te separeren en per bloemsteel exact op afstand te brengen voor verdere verwerking en scanning.

juiste positie voor de grijpers werd gebracht. Eerst werd een simulatieprogramma op de computer gemaakt. Dit bleek te werken. Vervolgens werd een prototype gemaakt. Na enkele aanpassingen en prototypen kwam 7 jaar later, in 2009, de eerste Furora met verenkelaar op de markt. Deze uitvinding heeft voor Bercomex veel bijgedragen, want het principe blijkt voor meerdere bloemsoorten goed te werken. Op dit moment worden nog steeds veel machines gebouwd. De Furora is een grote stap in de automatisering. Het handwerk wordt geautomatiseerd. Bovendien vergroot deze manier van sorteren de productiecapaciteit. Door het groeiende personeelstekort op dit moment is automatisering een grote trend. Daarnaast wordt beter op kwaliteit gesorteerd door de geïntegreerde camera’s. Deze meten onder andere de steellengte, steeldikte, kleur en bloemgrootte. De toekomst In de toekomst gaat de ontwikkeling verder naar het automatisch mixen van verschillende bloemen en samenstellen van boeketten.

Wat: Kookketel Wie (nu): Akerboom Bedenker: Onderzoekers uit Engeland en Nederland (o.a. prof. Van Slogteren) Wanneer: Rond 1938 Ontwikkelaar/bouwer: Onbekend

In 2002 vroegen een Tulpenconsortium (10 tulpenkwekers) en TNO Delft Van den Berg Machinebouwmee te doen bij het ontwikkelen en productierijp maken van een tulpenbosmachine. Bij TNO stond een prototype waarmee de werking van het idee al aangetoond zou zijn. In de jaren erna bleken echter niet alle ideeën van het prototype te voldoen en moesten verschillende mechanismen

herzien worden. Uiteindelijk was er een draaiende bosmachine met stelengrijpers, röntgenscanner en bosstation. Maar er was één probleem: het invoeren van de tulpenstelen. 4 stuks per seconde was handmatig onmogelijk. Een team van Bercomex heeft toen de verenkelaar bedacht. De bloembos moest eerst van liggend naar hangend, waarna elke steel door versnellingen en vertragingen op de

Jan Akerboom begon in 1923 een scheepswerf, waar vletten voor het transport van bloembollen (via het water van het land naar de schuur) werden gemaakt. Tevens legde hij de basis voor het huidige bedrijf, door op verzoek van een kweker een ‘kookketel’ van bescheiden afmeting (2x1 meter) te maken. Met de opkomst van tractoren werden de bloembollenvletten steeds minder gebruikt en schakelde Akerboom over van scheepswerf naar constructiebedrijf voor het doorontwikkelen van de kookketels.

opwarmen van de vloeistof. Later werd de verwarmingsmethode doorontwikkeld naar handgestookte dieseloliebranders met het zogenaamde druppelsysteem. Daarna volgden contactthermometers met een elektrisch regelbare oliekraan, de inrijketels, de verwarmde ontsmetbak met elektrische hefinstallatie en later de (nu gebruikte) verwarmde ontsmetbak met hydraulische hefinstallatie. Zonder deze verwarmde ontsmetbakken waren de narcissenteelt en waarschijnlijk ook andere bloembollenteelten zoals lelie, tulpen en hyacinten, ten onder gegaan aan aaltjes, insecten, bacteriën, schimmels en virussen.

De bedenkers van het principe van de warmwaterbehandeling waren onderzoekers uit Engeland en Nederland. Rond 1920 ontdekten zij dat een warmwaterbehandeling een gunstig effect gaf bij de bestrijding van ziekten in diverse gewassen. Men ontdekte dat met name het aaltje in narcissen kon worden bestreden. De daadwerkelijke bedenker van de kookketel is bij Akerboom niet bekend, maar zij hebben aan het begin gestaan van de ontwikkeling van deze machine.

De uitvinding heeft er toe geleid dat Machinefabriek Akerboom B.V., met nu de vierde generatie Akerboom aan het roer, doorgegroeid is tot een toonaangevend bedrijf op het gebied van warmwaterbehandeling en koudwaterontsmetting. De eerste kookketels waren bakken waar de bloembollen in gedompeld werden, met de takkenbossen verwarmingsmethode. Simpel gezegd: het verbranden van takken onder de dompelbak voor het

CNB 100 magazine

CNB 100 magazine 33

32

Page 1 Page 2 Page 3 Page 4 Page 5 Page 6 Page 7 Page 8 Page 9 Page 10 Page 11 Page 12 Page 13 Page 14 Page 15 Page 16 Page 17 Page 18 Page 19 Page 20 Page 21 Page 22 Page 23 Page 24 Page 25 Page 26 Page 27 Page 28 Page 29 Page 30 Page 31 Page 32 Page 33 Page 34 Page 35 Page 36 Page 37 Page 38 Page 39 Page 40 Page 41 Page 42 Page 43 Page 44 Page 45 Page 46 Page 47 Page 48 Page 49 Page 50 Page 51 Page 52 Page 53 Page 54

Made with FlippingBook HTML5